Leerjaar 3 Periode 4 Flashcards

(55 cards)

1
Q

Slokdarm

A

Oesopaghus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Maag

A

Gaster

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Alvleesklier

A

Pancreas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Dunne darm

A

Intestinum tenue

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Dikke darm

A

Colon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Blinde darm met wormvormig aanhangsel

A

Caecum met appendix

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Galblaas

A

Vesica biliaris

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Lever

A

Hepar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Endeldarm

A

Rectum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Anus

A

Anus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

2 bloedvaten richting lever toe

A

Leverslagader: arteria hepatica
Poortader: vena portae

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bloedvat van lever af (afvoer)

A

Leverader: venae hepaticae

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Taken lever

A

-Metabolisme (omzetten van stoffen of afbreken van stoffen): zoals glucose of eiwitten
-ontgiften: afbreken van drugs, alcohol of medicatie
-opslag voor: glycogeen, vitamine a, b12, d of k, mineralen
-productie gal: emulgeert vetten
-productie eiwitten: albumine of fibrinogeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is levercirrose en hoe gaat proces

A

Leverweefsel raakt beschadigd door chronische prikkeling van de lever (door bijv giftige stoffen of langdurige infectie). Levercellen raken door de prikkeling ontstoken en sterven af. Afgestorven levercellen worden vervangen voor bindweefsel. Door bindweefsel kan lever niet goed functioneren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Oorzaken levercirrose

A

Virale hepatitis: door hepatitis B of C
Alcohol: is een gifstof
Auto immuunziekten: vaak door ontstekingen aan lever of galwegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

4 symptomen levercirrose en geef verklaring

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

4 symptomen van lever cirrose

A

-Icterus (geelzucht): door beschadiging kan Bilirubine niet goed verwerkt of uitgescheden worden in de lever. Bilirubine hoopt zich op in bloed en veroorzaakt gele verkleuring van huid en ogen

Ascites (vochtophoping buik): er ontstaat een verhoogde druk op de poortader. Dit zorgt ervoor dat vocht uit de bloedvaten lekt en zicht ophoopt in buikholte

Slokdarmvarices (vergrote aderen in slokdarm): door verhoogde druk in poortader zoekt bloed een andere route via kleine bloedvaten die hierdoor opzwellen en kunnen gaan lekken/scheuren. Dit geeft bloedingen

Vermoeidheid: door verminderde werking lever kunnen voedingsstoffen en energie minder goed worden verwerkt en opgeslagen. Ook giftige stoffen hopen op, dit zorgt voor verminderde energie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Dhr: buikpijn links en rechts. Is misselijk en last van jeuk. Ontlasting normaal. Weke icterus is dit

A

Pre hepatische icterus. Pijn links en rechts kan door vergrote lever en milt komen wat druk geeft, ook evt. Druk op maag wat misselijkheid geeft. Dhr ziet geel door teveel ongeconjugeerd Bilirubine in het bloed. Er blijven hierdoor ook veel gifstoffen in het bloed zitten waardoor kan dhr jeuk krijgen en misselijk zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Nier slagader

A

Arterie renalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Nier ader

A

Vena renalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Nier zenuw

A

Nervus renalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Urineleider

A

Ureter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Nierschors

24
Q

Niermerg

25
Nierbekken
Pyelum
26
Nierkelk
Calix renalis
27
Functies van de nier
-filteren afvalstoffen in bloed -stimuleren aanmaak van erytrocyten door aanmaak van een hormoon (EPO) -bepalen van bloeddruk (raas) -uitscheiden van vocht, mineralen, en elektrocyten bij tekort hierin -vasthouden eiwitten en bloedcellen
28
Acuut nierfalen
Plotseling verslechtering van nieren, is meestal nog omkeerbaar maar soms ook permanent. Soms zelf dood als gevolg doordat afvalstoffen zich ophopen in lichaam. Aandoening moet snel behandeld worden
29
Chronisch nierfalen
Is minstens 3 maanden bestaande, toenemende verminderde nierfunctie. In Europa/amerika/australie is diabetes meestal de oorzaak. In ontwikkelingslanden vaak door malaria
30
Wat is prerenaal nierfalen
Een vorm van acute nierfalen. Er is plotselinge achteruitgang doordat er onvoldoende doorbloeding is in nieren
31
Oorzaken prerenaal nierfalen
Shock: bloeddrukdaling Hartfalen: onvoldoende bloed naar nieren Dehydratie: te weinig bloedvolume in vaten
32
Wat is renaal nierfalen
Schade aan de nier zelf. Ook een vorm van acuut nierfalen. Er is schade aan bijv nierweefsel
33
Oorzaken renaal nierfalen
-brandwonden: geven schadelijke celafbraakproducten af die de nier beschadigd -allergieën tegen medicijnen -gebruik heroine -te weinig zuurstof door te weinig circulatie -infectie nier -vaatobstructie -complicaties zwangerschap
34
Wat is postrenale nierfalen
Ontstaat door verstopping (obstructie) na de nier, dus in de urinewegen. Urine kan dan niet goed afgevoerd worden. Urine stroomt terug de nier in en geeft dan schade
35
Oorzaken postrenale nierfalen
Nierstenen, aangeboren afwijkingen, tumoren, littekenweefsel, vergrote prostaat
36
Symptomen nierfalen
-verandering urine: vaak drang, verandering kleur, gevoel van druk, uitblijven van urine -zwelling armen en benen: filtering gaat niet normaal. Lichaam laat extra vocht niet vloeien, vloeistoffen stapelen op en komen in bloedbaan -vermoeidheid en bleek zien: vermindering van hormoon erytropoetine (EPO) is verantwoordelijk voor aanmaak rode bloedcellen en dus belangrijk voor zuurstof. Spieren en hersenen krijgen minder zuurstof en raken vermoeid -huiduitslag -kortademig: overtollig vocht dat niet afgevoerd kan worden hoopt zich op in de longen -koud voelen: door anemie (bloedarmoede) voelen kouder dan normaal -reuma -hypertensie -lusteloosheid en verwardheid -hartfalen -
37
Welke onderzoeken bij verdenking nierfalen
Hb: nieren zijn verantwoordelijk voor de vorming van hormoon EPO die productie van rode bloedcellen stimuleert. Slechtwerkende nieren kunnen dus een laag hb veroorzaken Ht: hematocriet. Waarde tussen bloed en plasma. Een laag ht kan een slechte aanmaak van EPO betekenen Natrium/kallium: wordt gereguleerd door nieren. Een te hoog of te laag kalium kan spieren verzwakken en hartslag veranderen. Pth: parathormoon. Een te hoog pth kan gevolg zijn van slecht evenwicht van calcium en fosfor. Kan botziekte veroorzaken
38
2 vormen van dialyse en verschil
Hemodialyse en peritoneaal dialyse. Hemodialyse gaat via een naald met bloed door een kunstnier en dan gefilterd bloed terug het lichaam in. Peritoneaal dialyse gaat via buikholte. Is gevuld met speciale vloeistof. Soort katheter
39
Verschillende neurotransmitters en functie ervan
Actetylcholine: voor spierbeheersing, leren en geheugen Serotonine: emotioneel evenwicht, samenwerking, rust, positieve levenshouding en veerkracht Dopamine: motivatie, besluitvaardigheid, focus en alertheid Adrenaline-noradrenaline: werken samen in sympathische zenuwstelsel en zorgen dat lichaam in actie komt bij gevaar GABA: meest rustgevende, zorgt voor prikkelwerking, kalmte en rust, geduld en herstelvermogen
40
Hoe werken antipsychotica
Werken in meer of minder mate blokkerend in op onder andere dopamine en serotoninereceptoren. Zorgen voor: -afname psychotische symptomen -afname bewegingsdrang -vermindering angst -vermindering van verdwijnen van negatieve symptomen
41
Positieve symptomen
-Wanen (denken, niet in werkelijkheid) -Hallucinaties (waarneming van dingen die er niet zijn) -verward denken -verward spreken en schrijven -verstoorde emoties
42
Negatieve symptomen
-Minder spreken -gebrek aan eetlust -weinig energie -verstoord dag en nachtritme -emotionele vlakheid
43
Bijwerkingen antipsychotica
-stoornissen in houding en beweging -melkachtige uitscheiding borsten -uitblijven menstruatie -borstgroei bij man -duizeligheid -erectie/ stoornissen -droge mond -obstipatie -misselijkheid
44
Wat is een metabool syndroom
Een complex medisch probleem dit zich kan ontwikkelen bij sommige mensen die antipsychotica gebruiken, vooral bij langdurig gebruik of ondeskundigheid. Geen specifieke aandoening maar een verzamelnaam voor 5 aandoeningen
45
5 aandoeningen van het metabool syndroom
Viscerale obesitas Hyperglycemie Hyperlipidemie Hypertensie Albuminurie
46
Wat is een lithium vergiftiging
Bij een tekort aan natrium (zout) wordt er natrium uit de urine terug naar de nieren genomen. Hierbij wordt lithium (ook een zout) ook meegenomen naar de nieren. Hierdoor wordt lithium niet goed uitgeplast en komt er teveel in het bloed
47
Verschijnselen lithium vergiftiging
Duizeligheid, oorsuizen, wazig zijn, sufheid, aanhoudende misselijkheid, braken, diarree, veel plassen
48
Wat doen anticholinergica
Medicijnen die de werking van acetylcholine (neurotransmitter) afremmen. Hierbij wordt overactiviteit van de blaas verminderd en vergroot het de blaascapaciteit. Wordt bijv bij spierstijfheid, beven en ongecontroleerde bewegingen gebruikt
49
Behandeling levercirrose
Geen geneesmiddel om de cellen te herstellen, stoppen met drinken, levertransplantatie
50
Wat is portable hypertensie
Te hoge bloeddruk in de vena portae. Door het slechte bindweefsel stroomt bloed niet goed door de lever en ontstaat er stuwing. Dit leidt tot verhoogde bloeddruk in de poortader
51
Wat betekent splenomegalie
Vergrote milt. Afbraak van bloedcellen is verhoogd. Er is dat een tekort aan witte bloedcellen en bloedplaatjes
52
Welke 2 processen maken peritoneaal dialyse mogelijk
Osmose en diffusie
53
Soorten psychofarmaca
Antidepressiva, antipsychotica, stemming stabilisatoren, benzodiazepinen, stimulerende middelen, opiaten en opioiden, anticholinergica
54
Wat is maligne neuroleptica syndroom
Acute levensbedreigende toestand als gevolg van gebruik van antipsychotica. Er zijn heftige verschijnselen zoals, ernstige spierstijfheid, tremoren, koorts, insulten
55
Wat zijn stemmingsstabilisatoren
Medicijn dat stemming stabiliseert, vooral bij mensen met bipolaire stoornis. Je voorkomt dat mensen depressief of manisch worden (litiumzouten en bepaalde antipsychotica)