Les 4: leesontwikkelings theorieën Flashcards

(21 cards)

1
Q

standaardmodel : primair proces

A

vroege visuele processen -> orthografische representatie -> lexicale representatie

=directe route

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

standaardmodel: secundair proces

A

vroege visuele processen -> orthografische representatie -> fonologische representatie

=indirecte route

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welke route uitzonderingswoorden?

A

directe toegang : lexicale representatie
bv. cake

+ gekende woorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

woordsuperioriteitseffect

A

woorden worden sneller verwerkt dan betekenisloze woorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

letter-in-woord-effect

A

betere herkenning van letter in woord dan geïsoleerde letter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

pseudowoordsuperioriteitseffect

A

sneller lezen van pseudowoorden dan onzinwoorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

interactieve-activatiemodel IAM

A

1)beginnen bottom-up
2)fonologisch decoderen
3)top-down (welk woord herkennen we?)

-> verklaart pseudowoorden beter lezen dan nonsenswoorden

-> verklaart fouten lezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

niveaus lezen IAM

A

1)subelementen -> bottom-up
2)letter -> bottom-up
3)woord vormen -> bottom-up + top-down

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

fonologische mediatie

A

lezen woord gebeurt via interne verklanking -> daarna betekenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

fonologische coderen / woordherkenning

A

orthografie en fonologie samen covariëren

-> orthografie en semantiek NIET covariëren bv.bank

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

2 grote scholen gebaseerd op standaard leesmodel

A

stage-based theorieën :
-fasetheorie van FRITH
-leesstadia van EHRI

item-based theorieën :
-self-teaching hypothese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

stage-based theorieën

A

kennis opgedaan in verschillende fasen en zo opgebouwd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

item-based theorieën

A

leermechanisme : helpt om woord te leren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

overgang pre-alfabetische naar partieel-alfabetische

A

letterkennis + schrijven van letters sterke voorspellers leesvaardigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

overgang partieel-alfabetisch naar volledig alfabetische fase

A

-alle letter-klankrelaties zijn gekend
-decodeervaardigheden ontwikkelt
-nauwkeurigheid neemt toe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

2 leesmethoden

A

-phonics -> voorkeur
-whole language

16
Q

phonics

A

-verband letters & klanken aanleren
-kleine elementen aanleren

17
Q

whole language

A

-geheel als geheel aanleren
-belang context en afbeeldingen

18
Q

aanleren teken-klank koppelingen

A

-didactiek
-multisensorische of cross-modale integratie : articulatie

=betrekken van verschillende zintuigen helpt nieuwe woorden leren

19
Q

orthografische kennis

A

= kennis over geschreven vorm van woord

20
Q

self-teaching hypothese

A

orthografische kennis aanwezig -> zelfstandig opbouwen