Les8: metacognitie in het leerproces Flashcards
(17 cards)
neuronal recycling
bestaande hersengebieden hergebruiken om vaardigheden te leren
2 soorten kennis nodig voor metacognitie
domeinspecifieke kennis
domeinalgemene kennis
metacognitieve monitoring
hoe zeker ben je van je antwoord & hoe goed is deze zelfinschatting
definitie metacognitie
controlecentrum over eigen denken
declaratieve metacognitieve kennis
-kennis over cognitie en leren
-cognitieve ondernemingen beïnvloeden
-kennis over jezelf bv. hoe best studeren
-taken
-strategieën
procedurele metacognitieve vaardigheden
zelfreflecterende, monitoren en controleren tijdens lopende cognitieve processen/taak
-controleren
-metacognitieve monitoring
MONITORING is besef niet goed bezig -> CONTROLE is wat ga ik aanpassen
monitoring en controle treden beide op in verschillende FASEN VAN HET LEERPROCES
- acquisition
- retrieval
- feeling of knowing judgments
- confidence in retrieved answers
- termination of search
al vroeg in ontwikkeling aanwezig: suboptimaal
kinderen zijn over confident
-> meer gaan leren
bv. zichzelf beste voetballer vinden
groei
meer groei in declaratieve kennis dan in procedurele vaardigheden
graduele shift
domein specifiek(kind) naar domein algemener(ouder)
-> metacognitieve vaardigheden kun je aanleren
extra uitdagingen voor onderzoek
-wat is juist
-koppeling accuraatheid & inschatting
-belang van taakmoeilijkheiden
executieve functies
top-down processen die nodig zijn voor concentratie, aandacht en om flexibel te reageren op omgeving
gelijkenissen executieve functies en metacognitie
-hogere orde factoren
-niet domein specifiek
-gelijkaardig traject
meten executieve functies
stroop taak
meten metacognitie
smileys en verkeerslichten
wiskunde angst robuust effect
hoe meer angst -> minder gaan presteren
=gebiasde interpretatie
wiskunde angst 2 aspecten
cognitief aspect -> werkgeheugen belasten
affectieve component : nerveus