Les 7: zittenblijven Flashcards
(17 cards)
leeftijdsvergelijking : meetinvariantie
+oplossing
2 groepen vergelijken met toetsen waarbij items invariant zijn
-> probleem: meet de test wel hetzelfde voor de 2 groepen?
-> oplossing: verticaal gelijkgestelde scores en ankeritems
jaarklasvergelijking : double dose effect
scoort de leerling zelf goed of is het omdat de leerling het al voor 2de x ziet
exchangeability assumption onder druk
groepen zijn verschillend
-de doorstromers kunnen niet zomaar wisselen met groep zittenblijvers daarom onder druk
propensity score matching
berekende kans per kind om te blijven zitten op basis van kenmerken
->bias onvermijdelijk
stratificatie op basis van propensity scores
vergelijkbare groepen ingedeeld op basis van gelijkaardige propensity scores
SIBO-DATA propensity scores conclusie
-stratum 10 bevat 86% van alle ZB -> mogelijks derde variabelen -> niet alle covariaten meenemen
-significante verschillen in propensity scores tss ZB en niet-ZB
-95% van covariaten is goed gematcht
oplossing covariate balance check
coarsened exact matching:
matching per variabele bv. leeftijd
als interventiegroep een negatieve selectie is uit de populatie ontstaan er 2 problemen:
-paradox
-bias op niet-gemeten determinanten = unmeasured confounders
paradox
alle determinanten gemeten groep ZB -> onmogelijk om dit te matchen met groep niet-ZB
=> disjunct
unmeasured confounders
groepen perfect gematcht maar enkel op deel van determinanten
=>bias op niet-gemeten determinanten
effectiviteit zittenblijven
o-effect
evenveel kids baat dan nadeel ondervinden
separation
blijven zitten + tracking
->slechtste effect
uniform integration
blijven zitten binnen zelfde richting
-> minder negatieve effecten
a la carte integration
blijven zitten + alternatieve methoden
->betere effecten
-> moderator
zittenblijven effecten op psychosociaal
-meer zelfvertrouwen
-beter academisch zelfconcept
-motivatie
-> vooral in bisjaar
-> big fish little pond effect
zittenblijven effecten op schoolloopbaan en carrière
-grotere kans doorverwijzing naar lagere studierichting -> drop-out
-lagere kans doorstroom hoger onderwijs
-sneeuwbal effect