LGB 1.2 Flashcards

(14 cards)

1
Q

Hoogrisicobenadering heeft de voorkeur als

A
  • Het relatieve risico in de hoogrisicogroep groot is
  • De hoogrisicogroep een relatief klein deel vormt van de totale bevolking
  • De groep makkelijk te identificeren is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Populatiebenadering heeft de voorkeur als

A

het gaat ome en laag risico in een grote groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Preventieparadox

A

grote gezondheidswinst in de algemene bevolking, kleine gezondheidswinst voor afzonderlijke individuen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Geindiceerde preventie

A

Individuen die in de gezondheidszorg bekend zijn met gezondheidsproblemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Abstistentiebeleid

A

nadruk leggen op wat men niet moet doen, niet erg effectief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Harm reduction beleid

A
  1. Waarom doen mensen wat ze doen?

2. Hoe verander je dat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Twee sociale-cognitieve modellen

A

HBM en TPB

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Twee integratieve modellen

A

TTM en PRIME

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Foot-in-the-door techniek

A

Mensen worden gevraagd te voldoen aan een simpelere eis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Boodschap zal het meest waarschijnlijk leiden tot gedragsverandering als

A

De boodschap aankomt, makkelijk is te begrijpen, de aandacht vangt, als relevant wordt gezien, onthouden kan worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Een boodschapper overtuigt anderen sneller als hij

A

geloofwaardig, betrouwbaar en aantrekkelijk is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Voorwaarden angst-gebaseerde campagnes

A
  • Ze geven voldoende informatie over hoe het probleem voorkomen kan worden
  • Ze versterken de eigen effectiviteit
  • Het gaat om eenmalig gedrag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Loss-framed messages

A

Voor opsporen ziekte, nadruk op de nadelen van het gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Gain-framed messages

A

Voor preventie, voordelen van het gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly