Long Flashcards
(143 cards)
Vragen die de longarts stelt:
- benauwdheid
- roken
- familiegevallen
- hoesten
- gewichtsverlies (-> kans op kwaadaardig groter)
Onderzoek longarts
- anamnese
- lichamelijk onderzoek
- aanvullend onderzoek:
- PET/CT scan
- Longfunctie
- Laboratorium onderzoek
- Niet invasieve onderzoeken (bronchoscopie endo-echoscopie)
- Invasieve onderzoeken (transthoracale punctie, thorascopie, mediastinoscopie)
PET scan
Radioactief glucose inspuiten en alles wat actief is licht op. Als het oplicht hoeft het niet meteen kwaadaardig te zijn, het kan ook een infectie zijn.
Flow volume curve
Een patiënt moet inademen en daarna zo snel mogelijk weer uitademen.
FEV1 is een maat om de ernst van obstructie aan te geven. Hoe lager het getal hoe erger.
Bronchoscopie
Er zit een werkkanaal in waarmee je vloeistof kunt inspuiten en hapjes kunt nemen.
Thoracoscopie
Als de afwijking ver naar buiten zit kun je het vanaf de buitenkant benaderen. Kans op klaplong. Dat gaat vaak vanzelf over, maar er moet een drain worden gezet.
Mediastinoscopie
Wordt door de chirurg gedaan als het nog niet goed zichtbaar is
Longblaasjes
Daar vindt zuurstofuitwisseling plaats. Er zijn miljoenen kleine blaasjes -> daardoor is het oppervlak groter.
Verwering tegen schadelijke stoffen
- trilharen (sigaretten maken dit kapot, meer slijmproductie)
- hoesten
- neusharen
Als er stof in de longen terechtkomt proberen macrofagen het op te ruimen. Als ze er nergens mee terecht kunnen hoopt het zich op. Dan ben je makkelijk vatbaar voor infecties en benauwdheid.
Astbest
Macrofaag probeert ze op te ruimen, maar asbestdeeltjes kunnen er doorheen prikken omdat ze zo lang zijn. Daar komen ontstekingscellen op af en dat kan kwaadaardig worden.
Zelfregulatie en autoregulatie
Ademen kan zowel bewust als onbewust. Je kunt het even stilleggen, maar op een gegeven moment neemt de autoregulatie het over.
Vloek van Ondine-> autoregulatie is verstoort. Bij slapen stopt de ademhaling.
Componenten van het ademhalingssysteem
Respiratoire sensoren:
- Perifere arteriele chemoreceptoren (registreren hoeveel zuurstof er is) o.a. in aorta
- Centraal (hersenstam) chemoreceptoren
- Intra pulmonale receptoren (in de longen)
- Borstkast en spier mechanoreceptoren
Mechanoreceptoren
Sensoren die elke in-en uitademing registreren hoe makkelijk de beweging van de borstkast gaat.
COPD
Chronische luchtwegvernauwing.
De vernauwing is meestal progressief en hangt samen met een abnormale ontstekingsreactie als reactie op schadelijke deeltjes of gassen. Onderliggende oorzaak is een chronische ontsteking.
Bij COPD worden kleine longblaasjes kapot gemaakt en wordt het een grote blaas.
Bij COPD gaat de ademhaling moeilijk, waardoor er continu lucht in de longblaasjes achterblijft. Daardoor staat het middenrif naar beneden (afgevlakt). Ze gaan extra ademhalingsspieren gebruiken om te ademen. Dat kost veel energie en daarom vallen ze af.
Spiergroepen voor ademhaling
- Diaphragma
- Hulpademhalingsspieren
Inademen:
Buitenste tussenribspieren + diafragma (middenrif)
Uitademen:
Geen.
Bij diepe ademhaling extra spieren.
Zuurstof
Zuurstof kun je niet opslaan. Je organen hebben het continu nodig.
Als er geen zuurstof is merkt je lichaam dat niet echt. Geen prikkel dat het niet goed gaat, je valt gewoon weg.
Longoperatie
Rechterlong is groter, dus die operatie is groter, je levert meer longfunctie in.
Prikkels die de long wel/niet waarneemt
Wel:
- verslikkingen
- rook
Niet:
- zuurstofgebrek
- koolstof mono oxide
- geen pijn sensatie in de long.
RAR en SAR
RAR:
- hoest receptoren
SAR:
-activatie -> relaxatie bronchiaal spiervezels
Chronische bronchitis
- Chronische productie van slijm
- Minimaal 3 opeenvolgende maanden per jaar.
- minimaal 2 opeenvolgende jaren
Emfyseem:
Slijtage aan de longblaasjes, uitgerekte longen. Hoe meer de longblaasjes kapot gaan, hoe meer de luchtwegen zullen vernauwen. Longblaasjes houden het normaal gesproken wijder.
Epidemiologie COPD
- prevalentie neemt sterkt toe boven 45 jaar
- prevalentie:21 op de 1000. Meer dan 360.000
- 4.1% van de sterfte
- een van de ziekten met de hoogste sterfte (hoger dan myocardinfarct)
Wereldwijd is het de enige doodsoorzaak die blijft stijgen. Verwachting is dat het blijft stijgen (met 30%), omdat er een vertragingsfactor nav rookgedrag is.
GOLD stadia
GOLD richtlijn: classificatie adv FEV1 waarde
I licht: FEV1> 80
II matig ernstig: FEV1 50-80
III ernstig: FEV1 30-50
IV zeer ernstig: FEV1 <30
Deze waarde alleen zegt weinig, er spelen meer factoren mee. Iemand met gold 4 kan in een rolstoel zitten, maar kan ook nog rondwandelen.
Risicofactoren voor COPD
Persoonsgebonden:
- zeker: alfa-1 antitrypsine
- waarschijnlijk: familiair, laag geboortegewicht, hyperreactiviteit, frequente luchtweginfecties
Omgevingsgebonden:
- zeker: sigerettenrook, cadmium, silicum
- waarschijnlijk: sociaal-economische status, passief roken, luchtverontreiniging