Nadia woordenlijst pagina 24 t/m 27 Flashcards
(34 cards)
1
Q
El resultado
A
Het resultaat
2
Q
Permanece tranquilo
A
Het blijft rustig
3
Q
Bajo
A
Onder
4
Q
Incuban
A
Zij broerden
5
Q
Por turnos
A
Om de beurt
6
Q
Se relevan
A
Ze lossen elkaar af
7
Q
Respetuosamente
A
Keurig
8
Q
Por suerte
A
Gelukkig maar
9
Q
La incubación
A
De broedperiode
10
Q
Sinceramente
A
Eerlijk
11
Q
Aburrido
A
Saai
12
Q
Picar algo
A
Een hapje eten
13
Q
Estirar las alas
A
De vleugels strekken
14
Q
Charlar
A
Kletsen
15
Q
Se despierta
A
Zij/hij wordt wakker
16
Q
Pío pio
A
Gepiep
17
Q
Oye
A
Zij/hij hoort
18
Q
Debajo de
A
Onder
19
Q
El despertador
A
De wekker
20
Q
Confundida
A
Verward
21
Q
Aún
A
Nog niet
22
Q
Ya están ahí
A
Ze zijn er al
23
Q
Interior escondido
A
Diep weggestopt
24
Q
Han salido
A
Ze zijn uitgekropen
25
Gorrioncitos/-as
Musjes
26
Mientras
Terwijl
27
Hace los deberes
Zij/hij maakt huiswerk
28
Juega fuera
Zij/hij speelt buiten
29
Ayuda
Zij/hij helpt
30
Vuelan de un lado para otro
Zij vliegen af en aan
31
Gusanos
Wormen
32
Moscas
Vliegen
33
Arañas
Spinnen
34
Orugas
Rupsen
