Palliatieve pijnbestrijding Flashcards

(51 cards)

1
Q

Defintie van pijn

A

Onplezierig, gaat gepaard met weefselschade

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Pijnmodel van loeser

A

Pijn is altijd lichamelijk én psychisch.

Nociceptie, gedrag en pijn waarneming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Nociceptische pijn (tegenhanger neuropathische pijn)

A

Nociceptisch; weefselschade/gebroken been.
Somatisch; constant, knagend, kloppend, scherp begrends
Visceraal: slecht begrensd, aanvaslgewijs, diep, knijpend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Gerefereerde poijn

A

Vorm van nociceptie: alleen diep somatische structuren + alles wat visceraal is (hartinfarct)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Neuropatisch

A

Centrale pijn (bijv. thalamus infarct zorgt voor centrale pijn; heeft normaal een dempende functie, nu wordt alles doorgelaten) of perifeer (diabetische neuropathie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Goedaardige pijn vs …

A

Kwaadaardige pijn (veroorzaakt door kanker)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Acute pijn, (vs chronisch)

A

Stekende bron, symptoom, functie, self limiting, voorspelbaar, reactie autonome zenuwstelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Chronische pijn

A

Bron onduidelijk, ziekte, geen relatie met weefselschade, psychische consequenties, duurt langer dan 3 maanden, ook veel sociale conseq

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe meet je pijn?

A

Schaal of je observeert (bij mensen die niet kunnen praten(

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Pijn bij kanker

A

tgv een maligne proces; kanker in botten en organen kan pijn geven.
Ook pijn door behandeling (operatie, chemo (herinflammatie H. zoster, polyneuropathie), radiotherapie)
Verder; slaapstoornissen, depressie, angst, delier, cachexie, dyspneu, comorbiditeit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Pijn wordt soms onderbehandeld…

A

Helaas,

angst voor verslavingsgevoeligheid. Niet nodig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Nociceptieve pijn wat geef je?

A

Paracetamol, NSAID, opiaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Neuropathische pijn behandelen

A

Anti-depressiva lage dosis of anti-epileptica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Escape medicatie

A

Wanneer je een onderhoudsmedicatie hebt en de pijn er af en toe doorheen schiet, dan kun je dit nemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Kies meest adequate toedieningsweg

A

Oraal meest logisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Steroiden

A

Pijnstiller

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Benzodiazepine

A

Anti-angst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

WHO PIJNLADDER (KENNNEN!!!)

A
  1. Paracetamol en NSAID (in maximale dosis, behalve wann contra-indicatie)
  2. Stap 1 + zwak opiaat (tramadol, codeine)
  3. Stap 1 + sterk opitaat (morfine)
  4. Invasief
    - invasief medicamenteus
    - Neurodestructief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Bij kanker wordt welke stap van who pijnladder overgeslagen

A

Stap 2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Heeft stap 3 een maximale dosis?? WHO pijnladder

A

Nee (= niet toxisch), onvoldoende effect ondanks herhaalde dosisverhoging, verder kijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat zijn bijwerkingen opiaten; ergste bijwerkin

A

Obstipatie!!! Schrijft bij morfine dus altijd ook een laxant voor

22
Q

Hoeveel escape medicatie geef je?

A

10-15% van dagdosis. Kortwerkend opiaat bij doorbraak pijn = onbeperkt, nemen wanneer het pijn doet

23
Q

Waarom geen oplaaddosis bij opiaten?

A

Grote bijwerkingen; je wilt niet doorschieten; ademdepressie bijv. dus langzaam spiegel opbouwen

24
Q

Welke stap van pijnladder komt anesthesie kijken?

25
Spinale/epidurale catheter; waar zit de pijn
Pijn zit aan 2 kanten!! (beide benen)
26
Spinale.epidurale catheter
Toediening in liqour of epidurale ruimte. Lage dosering opiaten (veel minder dan IV.) Toevoeging lokaal anasthetica en andere stoffen Geschikt voor langdurig gebruik; maanden Cathether kan vrij eindigen uit de rug, poortsysteem; in de rug steken, onder de huid halen, zijkant zit een poort (trek je niet savonds hele systeem eruit) Implanteerbare pomp
27
Loss of resistance techniek; inbrengen cathether
Epiduraal geen weerstand Subduraal; in liquor Lumbaal ; geen ruggenmerg
28
Tunnelen van cathether
Zodat deze aan de voorkant eruit komt; maak een poort
29
Wanneer geen spinale epidurale catheter?
``` Stollingsstoornissen (als je bloedvat raakt, dwarslaesie risico) Infectie Verhoogde intracraniele druk Er moet thuis zorg zijn Kunnen praten met patient ```
30
Complicatie epidurale / spinale catheter
Infectie, fibrose (catether ingekapseld, epiduraal) Liquor lekkage Zelf-intoxicatie Tolerantie (patient steeds meer nodig omdat hij steeds meer neeemt)
31
Plexus catheter
Spinale catheter maar dan in plexus brachialis --> wanneer pijn van zenuwplexus komt. Lokaalanasthetica + andere medicatie Nadeel: ook motorische blokkade, technisch lastiger
32
Chordotomie
Onderbreking van tractus spinatolamicus thv C2 (pijnsignaal) GEEN onderbreking tast Succes 70-80%, duur 0.5-2 j
33
Pijn signaal door ruggenmerg
Hoe lager het vandaan komt; hoe meer naar achter en naar zijkant. Van thoracaal meer naar voren en wat dieper
34
Chordotomie en fantoompijn
KOMT ALTIJD!!!! Na 1-2 j. Geeft het alleen in palliatieve fase,
35
Chordotomie enkelzijdig of dubbelzijdig?
Enkelzijdige pijn met slechte prognose
36
Chordotomie aan welke kant?
Contralateraal aan aangedane zijde; omdat pijn kruist naar anterolateraal in ruggenmerg
37
Chordotomie procedure
Patient wakker, naald achter het oor; kun je bij ruggenmerg (tussen 1e en 2e wervel). Je moet voor ligamentum tenticulare zitten binnen de dura: sensibele kant. Niet ONDER lig tenticulare; motorisch --> verlamming. Afhankelijk van plaatsing van naald kun je meer thoracaal of lumbaal pijn signaal
38
Plexus Coeliacus blokkade
Viscerale pijn in de bovenbuik (loopt mee met autonome zenuwstelsel komt paar banen hoger uit in ruggenmerg) Neurolytische destructie vd plexus coeliacus thv L1
39
Pijn in onderbuik?
PLexus hypogastricus superior blokkade; zelfde truc maar iets lager
40
Moeilijkste in pijn verhelpen stap 4?
Timing! Niet te vroeg en niet te laat
41
Neurolytisch zadelblok
Kanker in meest caudale segment (perineum, vulva, anus). Door zwaargemaakt fenol indruppelen maak je onderste stuk cauda equida kapot --> zenuwen stuk --> geen gevoel anus/vulva --> DUS OOK INCONTINENT (ben je mss al door kanker). Dit is intraduraal Bij beperkte levensverwachting. Iemand met anuscarcinoom
42
Wanneer trede hoger in WHO pijnladder?
Stap 1 en 2: Onvoldoende effect bij adequate dosering Stap 3: Onvoldoende effect ondanks herhaalde dosisverhogen Bijwerkingen
43
Andere werken opiaten
Misselijk, braken, jeuk, sufheid, urineretentie, hallucinaties, ademdepressie
44
Invasieve behandeling: medicamenteus
Spinale catheter
45
Invasieve behandeling; neurodestructief (goede conditie nodig!!).
Plexus coeliacus blokkade Chordotomie Plexus hypograstricus blokkade Neurolytische zadelblok
46
Spinale/epidurale catheter; lagere dosering opiaten
1/10 epiduraal vs iV | 1/100 intraduraal vs IV
47
Wanneer geef je spinale cathether?
Onvoldoende effect orale opiaten, teveel bijwerkingen orale opiated
48
Chordectomie complicatie
Krachtsvermindering, mictieproblemen, ademdepressie, unmasking v andere pijn, dysesthesieen
49
Wanneer geen plexus coeliacus blokkade?
Stollingsstoornissen of slechte conditie patient (je moet wel 20 min op je buik kunnen liggen)
50
Bijwerkingen plexus coeliacus blokkade
``` Hypotensie; sympathicus valt uit, bloedvat open, bloeddruk daalt, CO stijgt --> wel goede conditie hebbem Diarree Koorts Dwarslaesie Bloedingen ```
51
Plexus coelicus blokkade
``` transaortaal, Splanchicus nerve (beste techniek); 2 naalden ```