Parameters (algemeen) Flashcards

(33 cards)

1
Q

Parameter - definitie

A

= maatstaf of kenmerk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

M.V.G. ?

A

= minimale verpleegkundige gegevens
= meetinstrument om de intensiteit van de zorg aan te tonen met objectieve gegevens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Parameters - 2 groepen

A
  1. Vitale
  2. Fysische
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
  1. Vitale parameter?
A

= Maatstaf die info geeft over de levensnoodzakelijke functies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Indeling vitale parameters

A
  1. Lichaamstemperatuur
  2. Hartfrequentie
  3. Bloeddruk
  4. ECG-registratie
  5. Ademhalingsfrequentie
  6. Pulmonaire druk
  7. Centraal veneuze druk
  8. Neurologische tekens
  9. Intracraniële druk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
  1. Fysische parameter?
A

= Maatstaf die info geeft over alle lichaamsfuncties met uitzondering van de levensnoodzakelijke

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Indeling fysische parameters

A
  1. Lichaamslengte/gestalte
  2. Lichaamsgewicht
  3. Debieten lichaamsvochten
  4. Omtrekmetingen
  5. Pijnevaluatie adhv schalen
  6. Defecatie
  7. Evolutie wondheling
  8. Huidskleur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Correcte interpretatie parameters?

A
  1. Toetsen van verkregen waarden aan de referentiewaarden (cursus p.52 schema blokken!)
  2. Vergelijkbaarheid
  3. Betrouwbaarheid
  4. Context
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

2 & 3. Vergelijkbaar & betrouwbaarheid - tips

A

Bij twijfel aan de betrouwbaarheid of vergelijkbaarheid dient een nieuwe meting te gebeuren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
  1. Betrouwbaarheid - 3 factoren bewaken
A
  • Gebruikte meetinstrument
  • Parameterafnemer
  • Toestand zorgvrager
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Gebruikte meetinstrument - Aandachtspunten

A

Betrouwbaar?
Kwaliteit?
Nauwkeurig?

vb. gat in long van manchet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Parameterafnemer - Aandachtspunten

A

Betrouwbare procedure hanteren
Zorgvuldigheid
Precisie

vb. correcte manchetmaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Toestand zorgvrager - Aandachtspunten

A

vb. zorgvrager met koorts => moeilijk harttonen beluisteren

Parameter nemen in basale omstandigheden (na voldoende rust) krijgt de voorkeur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
  1. Vergelijkbaarheid - factoren
A
  • Hetzelfde meetinstrument
  • Dezelfde omstandigheden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hetzelfde meetinstrument - Aandachtspunten

A

vb. RR met handmatig kwaliteitsvol toestel lichtjes afwijken van RR met elektronisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Dezelfde omstandigheden - Aandachtspunten

A
  • Zelfde tijdstip
  • Zelfde locatie (rechts/links)
  • In basale/rusttoestand of na inspanning
  • Zelfde lichaamshouding
17
Q
  1. Context
A
  • Persoonlijke beïnvloedende factoren
  • Beïnvloedende omgevingsfactoren
  • Invloeden van binnenuit
  • Invloeden van buitenaf
  • Bijkomende klachten
  • Eerdere rapporteringen
18
Q

Persoonlijke beïnvloedende factoren - voorbeeld

A

Te hoge zoutinname => RR stijgt

19
Q

Beïnvloedende omgevingsfactoren - voorbeeld

A

Hittegolf => uitdroging => RR daalt

20
Q

Invloeden van binnenuit - voorbeeld

A

Angst voor een onderzoeksresultaat => RR stijgt

21
Q

Invloeden van buitenaf - voorbeeld

A

Inwendig bloedverlies => RR daalt
Veel bloedverlies bij bevalling => RR daalt

22
Q

Bijkomende klachten - voorbeeld

A

Koorts + andere klachten (hoest, fuloos) => belangrijk voor diagnosestelling!

23
Q

Eerdere rapporteringen - tips

A

Neem het verpleegdossier erbij & bekijk wat de voorgaande waardes waren: in dezelfde lijn? afwijking?

24
Q

RR te laag en te hoog?

A

Hypotensie en hypertensie

25
Pols te laag en te hoog?
Bradycardie en tachycardie
26
AHfrequentie te laag en te hoog?
Bradypnoe en tachypnoe
27
Temperatuur te laag en te hoog?
Hypothermie en koorts/hyperthermie
28
Saturatie te laag?
Hypoxie
29
Normale waarden RR?
Systolische druk 90-139
30
Normale waarden pols?
50-100sl/min
31
Normale waarden t°?
35-37,9°C
32
Normale waarden AHfrequentie?
12-20/min
33
Normale waarden saturatie?
95-100%