Vitale parameters Flashcards
(192 cards)
Waaruit bestaan de vitale/levensnoodzakelijke parameters?
Circulatie (hartritme en bloeddruk)
Ademhaling
Temperatuur
Zuurstofsaturatie
Wat wordt er verstaan onder circulatie?
Het hart
De bloedvaten
Het bloed
Lymfevatenstelsel
Lymfevocht
Milt
Voor wat zorgt de circulatie?
- Transport voedingsstoffen
- Transport hormonen en zuurstof
- Afvoer van afvalstoffen en CO2
- Warmtetransport door het ganse lichaam
–> gebeurt autonoom
Hoe kan de mens bijdragen tot het voorkomen van hart- en vaatziekten?
Gezond eten
Regelmatig bewegen
Niet roken
Hoe heet de samentrekking van het hart en de ontspanningsfase?
Systole (hartfrequentie stijgt) en Diastole (hartfrequentie daalt)
Hoe heet de samentrekking en uitzetting van de bloedvaten?
Wat wordt hiermee voorkomen?
Vasoconstrictie en Vasodilatatie.
Dit voorkomt hypo- en hyperthermie.
Op welke observaties gaan we ons baseren tijdens het nemen van de vitale parameters?
- Kleur huid, slijmvliezen en nagelbed
–> goeie circulatie=lichtroze,
–> slechte circulatie=grauwbleek/bleek, blauw/cyanotisch - Nageldruk
–> bij loslaten na harde druk moet het meteen roze worden - Temperatuur huid
–> lage bloeddruk/shock of slechte circulatie=kouder
–> koorts=warmer - Bewustzijn
–> alertheid! - Pols
–> gemiddeld 70slagen/minuut - Arteriële RR
–> gemiddeld 120/70mmHg (systole vs diastole) - Zuurstofsaturatie
Wat zijn de maateenheden van de circulatie
- Systolische en diastolische druk = RR
- Hartfrequentie = HF
- Ademhalingsfrequentie = AF
- Temperatuur = °C
- Saturatie = S2O2
Wat is de normale systolische en diastolische RR?
Welke termen gebruiken we bij een te lage en een te hoge bloeddruk?
Normaal = 90 - 139
Te laag = Hypotensie
Te hoog = Hypertensie
Wat is de normale hartfrequentie?
Welke termen gebruiken we bij een te lage en een te hoge hartfrequentie?
Normaal volwassenen= 50 - 100
Normaal kinderen = 90 - 110
Normaal zuigelingen = 120 - 140
Te laag = Bradycardie
Te hoog = Tachycardie
Wat is de normale ademhalingsfrequentie?
Welke termen gebruiken we bij een te lage en een te hoge ademhalingsfrequentie?
Normaal = 12 - 20
Te laag = Bradypnoe
Te hoog = Tachypnoe
Wat is de normale temperatuur?
Welke termen gebruiken we bij een te lage en een te hoge temperatuur?
Normaal = 35 - 37.5
Te laag = Hypothermie
Te hoog = Koorts vs hyperthermie
Wat is de normale saturatie?
Welke termen gebruiken we bij een te lage en een te hoge saturatie?
Normaal = 95 - 100
Te laag = Hypoxie
Te hoog = niet van toepassing
Wat betekent polsdeficit?
De hartslag aan de pols wijkt af van de effectieve hartslag (hart heeft onvoldoende kracht om het bloed doorheen het lichaam te pompen)
Wat betekent orthostatische hypotensie?
Een plotse bloeddrukval door een plotse beweging (bv. plots rechtkomen uit bed)
Welke factoren hebben een invloed op onze circulatie?
- Persoonlijke factoren (leeftijd, leefstijl en erfelijkheid)
- Omgevingsfactoren
- Invloeden van binnen en buiten
Geef wat meer uitleg rond de persoonlijke factor “leeftijd”.
Ouder worden = HF daalt en RR stijgt.
Kinderen/jonge mensen versus ouderen = Soepele en elastische bloedvaten versus minder elastische bloedvaten + vet- en kalkafzetting zorgt voor minder goede doorbloeding van weefsels en dus minder zuurstof.
–> Kan CVA veroorzaken (cerebrovasculair accident)
Geef wat meer uitleg rond de persoonlijke factor “leefstijl”.
- Lichaamsbeweging = stimuleert de circulatie
<–> gewichtstoename, hoge bloeddruk, slechte conditie. - Lichaamshouding = bevordering bloeddoorstroming naar de weefsels
<–> spataderen (door benen te kruisen of sterk te buigen) - Roken –> vernauwt de bloedvaten + beschadigt de binnenwand bloedvaten –> afzetting van kalk en vetten
- Te veel stress/verveling/geen uitdaging –> ongezonde gewoonten
- Te veel en te vette voeding, te zout en te eenzijdig –> overgewicht, te hoog cholesterolgehalte en te hoge RR
Geef wat meer uitleg rond de persoonlijke factor “erfelijkheid”.
Factor die rol speelt bij het ontstaan van hart- en vaatziekten.
Aanpakken van roken, te hoog cholesterolgehalte, hoge RR en overgewicht.
Geef wat meer uitleg rond de omgevingsfactoren.
- Grote drukke stad = hogere RR
- Werkruimten die zorgen voor een slechte circulatie.
- Sterke temperatuurwisselingen stimuleren de perifere circulatie
Geef wat meer uitleg rond invloeden van binnen en buiten.
- Mens = sociopsychosomatische eenheid
Schrik/angst (psychisch) –> adrenaline komt vrij, prikkelt de hersenen –> RR stijgt, HF en AF neemt toe (fysisch) –> lichaam wordt gereed gemaakt om te vluchten of vechten (sociaal) - Lichamelijke en psychische gebeurtenissen –> vasodilatatie of vasoconstrictie veroorzaken.
Welke stappen/volgorde zien we bij het klinisch redeneren?
- Oriëntatie op de situatie
- Klinische problematiek inzichtelijk
- Klinisch beleid
- Klinisch verloop
- Nabeschouwing
Op welke 3 principes is de oriëntatie gebaseerd?
- Anamnese –> vragen stellen (problemen/veranderingen circulatie? gewoonten?)
- Medische anamnese (bloedwaarden? afwijkingen ifv zorg? onderzoeken?)
- Observaties –> meten van polsslag en RR (rustige pt), algemene indruk & uiterlijk
Waar is de pols/pulsatie het best voelbaar?
Geef 4 voorbeelden
Bij slagaders die aan de oppervlakte boven een benige ondergrond liggen:
- aan de slapen (a. temporalis)
- in de pols (a. radialis)
- in de hals (a. carotis)
- in de lies (a. femoralis)