Personlijkheidsstoornissen Flashcards
(10 cards)
Personelijkheid inschatten / bevragen
INDIRECT:
- Relatie (stabiliteit)
- Stemmingen (mood swings)
- Gewoonten = roken, drugs, risicogedrag, alcohol
- Attitudes, geloof en standaard = wie ben je? Wat denken andere van je? Wat wil je dat andere niet van je denken?
- politieke voorkeuren
- Of vragen: “Ga je in discussie of ben je eerder meegaand”
Personelijkheidsstoornis als risicofactor / diagnostiek / behandeling
- Risicofactor angst stoornis
- Risicofactor voor suicide
- Risicofactor psychische co-morbiditeiten
Dx/ niet in acute fase van andere pathologie
Dx/ Kunnen evolueren waardoor na 10 jaar er geen stoornis meer is = diagnostische instabiliteit
Tx/ Psychotherapie (geen medicatie) (Cognitieve gedragstherapie, psychdynamische therapie) + spontane veranderingen + Dialectishe gedragstherapie
CAVE/ cluster A geen CBT
Diagnostische criteria personelijkheidsstoornis
Afwijkende gedragingen rekening houdende met de cultuur + op 2 of meer domeinen + functionele weerslag + lange duur en stabiel
- Cognitief = Gedachten of Ik en de andere (vertrouwen)
- Affectief = Emoties, relaties
- Functioneren = Familiaal, professioneel
- Impuls controle = Geen controle hebben over impulsen
Niet diagnosticeren in acute fase andere pathologie (of diagnose stellen obv hetero anamnese en VG pt)
Arts patiënt relatie en personelijkheidsstoornissen
- evenwicht tussen afstand en nabijheid
- Overdracht en tegenoverdracht
- Behandel elke pt op dezelfde manier
- Wordt niet boos
- Evenwicht tussen meegaandheid en pt verantwoordelijkheid geven
- Grens overschrijdend gedrag van de pt afwijzen
3 types pers. stoornissen
CLUSTER A = Shizoïde - Schizotypisch - Paranoïde = EXTREMEN
CLUSTER B = Theatraal (hystrionisch) - antisociaal - borderline - narcistisch = DRAMA
CLUSTER C = OCD - afhankelijke - vermijdende = ANGSTIGE
Cluster A stoornissen
ZONDERLINGEN
Schizoïde pt
- Leven alleen
- Geen intresse in mensen
- Geen relaties
- Eigen wereld
GEEN LINK MET SCHIZOFRENIE
Schizotypische pt
- Opvallend
- Voorbode van schizofrenie
- Magisch denken, complot theorieën, bizarre gedachten = To be wanen en hallucinaties
- Abnormaal sociaal contact
- Vreemd gedrag
VOORBODE VAN SCHIZOFRENIE
Paranoïde pt:
- Achterdochtig
- Vertrouwd niemand
- Second and third opinions vragen (geloofd de arts niet)
- Zeer alert
- iedereen wil mij iets aandoen
- Snel conflict
- Processen aanspannen
GEEN LINK MET PARANOIA (de waan stoornis)
CLUSTER B
DRAMA QUEEN + IMPULSIEF
Theatrale (hystrionische)
- Drama
- Emoties ++++
- Extreem taalgebruik (extreme pijn)
- Liegen
- Aandacht
- Extreme focus op looks
- Seksueel provocatief
- Egocentrisch
- Kan niet tegen kritiek
Anti-sociaal (cfr. Paul Bernardo)
- Psychopatie
- Focus op eigen doel, de rest doet er niet toe
- Geen empathie
- Geen angst (enkel om gestraft te worden)
- Misbruik, mannipulatie
- Geen schuld
- Geen sociale normen of wetten
- Heel egoïstisch
Narcistische
- EGO
- Machtig willen zijn
- Weinig empathie
- Enkel nemen nooit geven
Borderline
- Affectief instabiel
- Incest en misbruik in de voorgeschiedenis
- Mood swings
- Laag zelfbeeld
- Suicide, auto mutilatie
- Geen impuls controle = absus drugs en drank
- Constante nood aan bevestiging
- Gebrek aan vertrouwen
- Verlastingsangst (kunnen niet om met tegenslag)
=> VERLATINGSANGST
CLUSTER C
Obsessief compusieve personelijkheid - Super ego anxiety = angst voor afwijzing + voor zichzelf teleur te stellen - Details - Precies, nauwkeurig - Perfectionisme - Niet afwijken van het plan - Verwachten dit perfectionisme ook van anderen => Lijkt goed op OCD
Afhankelijke
- Hebben altijd iemand nodig om op terug te vallen
- Niet zelfstandig
- Geen keuzes maken
=> Leunt aan tegen een gegeneraliseerde angst stoornis
Vermijdende - Sociaal contact vermijden - Iedereen kijkt naar mij in public - Ze willen contact maar zijn er bang van - Functioneren vnl goed in kleine groep - Schrik voor commentaar - Timide => Sociale angst stoornis
Link Hechting met stoornis
Hechtingstheorie: vroege ervaringen met sleutelfiguren worden opgeslagen als mentale representaties. Vroege ervaringen bepalen dus MEE hoe actuele relaties vorm krijgen. Responsiviteit en sensitiviteit van de opvoeders spelen een belangrijke rol. Verschillende hechtingsstijlen:
• Veilig: positief zelfbeeld en vertrouwen in de beschikbaarheid van anderen wanneer nodig, durven zich kwetsbaar opstellen en weinig moeite om te reflecteren op hun eigen gevoelsleven.
o Narcistische persoonlijkheidsstoornis
o Theatrale persoonlijkheidsstoornis
• Onveilig
o Onveilig ambivalent: negatief zelfbeeld en op basis hiervan een chronische onzekerheid of belangrijke anderen wel aan de verlangens en verwachtingen willen voldoen (afhankelijk, eisend…)
Obsessieve-compulsieve persoonlijkheidsstoornis
Dependente persoonlijkheidsstoornis
Borderline persoonlijkheidsstoornis
Vermijdende persoonlijkheidsstoornis (kan ook want ze hebben laag zelfbeeld en nood aanbevestiging)
Hystrionisch en narcistisch kunnen hier mss ook bij want laag zelfbeeld en bevestiging nodig
o Onveilig vermijdend: negatief objectbeeld is bepalend: geen pogingen meer om intieme, kwetsbare relatie aan te gaan of zeer afstandelijke in relaties
Antisociale persoonlijkheidsstoornis
Schizoïde persoonlijkheidsstoornis
Schizotypische persoonlijkheidsstoornis
Paranoïde persoonlijkheidsstoornis
Bij histrionisch denk ik inderdaad dat de nood naar aandacht voortkomt uit een laag zelfbeeld. Ze hebben ook nood aan relaties.
Bij narcistisch staat in mijn boek dat ze vaak lage zelfwaarde hebben. Anderzijds voelen ze zich wel superieur t.o.v. anderen.
Angsten glinkt met personelijkheid
• cluster A: ergste dus eerder de fundamentelere angsten
Paranoïde: achtervolgingsangst
Schizoïde: desintegratie-angst
Schizotypale: desintegratie-angst
• cluster B:
histrionisch: castratie angst - verlies van liefde of bevestiging
antisociaal: geen angst
borderline: verlatingsangst
narcistisch: angst voor liefde en aanvaarding - Castratie angst
• cluster C:
obsessief-compulsief: superego + angst verlies liefde en bevestiging
afhankelijke: verlatingsangst
vermijdende: verlies liefde en aanvaarding