pijn, zwakte en gevoelsstoornissen en loopstoornissen Flashcards

1
Q

Nociceptieve pijn

A

Pijn die voorkomt uit actuele of dreigende schade aan niet-neurogeen weefsel en gevolg van activatie van nociceptoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Neuropathische pijn

A

Ontstaat doordat een deel van zenuwstelsel is beschadigd. Patiënt kan overgevoelig worden voor prikkels die normaal niet pijnlijk zijn of abnormale pijnervaring hebben.
Sprake van brandend, prikkelend of tintelend gevoel, patiënt kan gevoel hebben elektrische schokken te ervaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Perifere of centrale verlamming

A
  • Perifeer: slappe verlamming, herkennen door atrofie, soms fasciculaties, zwakte en hyporeflexie of areflexie optreden. Ontstaat door laesie in voorhoorn van ruggenmerg, zenuwwortel, zenuw, zenuw-spierovergang (eindplaat) of spier zelf
  • Centraal: spastische verlamming, herkennen door hoge spiertonus, verminderde vaardigheid, zwakte en hyperreflexie en voetzoolreflex van Babinski. Ontstaat door laesie in pyramidebaan, ruggenmerg, hersenstam of hersenen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Cauda equina syndroom

A

Als een hernia zo groot is dat het wervelkanaal erdoor wordt opgevuld. Onderste zenuwwortels kunnen zo gecomprimeerd raken en hun functie verliezen. Last van pijn in rug en/of het been. Ook moeite met plassen of incontinentie voor ontlasting en/of urine. Gevoelsverlies in rijbroekgebied en eventueel in de kuit of aan voorkant van onderbeen en op voetrug. Zwakte van voethef- en buigspieren en afwezige achillespeesreflex.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Oorzaken van loopstoornissen

A
  • Pijn
  • Orthopedische afwijkingen
  • Duizeligheid in het hoofd
  • Spierzwakte, krachtsverlies en tonusverandering
  • Coördinatiestoornis van de benen
  • Psychogeen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Dorsaalflexoren van de enkel

A

M. tibialis anterior, m. extensor digitorum longus, m. extensor hallucis longus (zorgt ook voor inversie), en m. peroneus/fibularis tertius (zorgt ook voor eversie).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Plantairflexoren van de enkel

A

M. gastrocnemius, m. soleus, m. tibialis posterior, m. plantaris, m. flexor digitorum longus, m. flecor hallucis longus en m. peroneus longus/brevis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

GMFCS (Gross Motor Function Classification System) schaal:

A
  1. Patiënt kan lopen zonder restrictie maar is in geavanceerde handelingen gelimiteerd
  2. Patiënt heeft bij traplopen of lopen op moeilijk terrein steun nodig
  3. Patiënt loopt met behulp van krukken of heeft spierkracht gestuurde rolstoel nodig
  4. Patiënt heeft looprek of elektrische rolstoel nodig
  5. Er is bijna geen beweging mogelijk.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly