PR Plan van Coeberg Flashcards

Issuemanagement blok 1.3 (9 cards)

1
Q

Interpersoonlijk

A

interpersoonlijk (tussen twee mensen), op
groepsniveau, op organisatieniveau en als massacommunicatie
(Littlejohn, 2002).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Spindoctering

A

Dergelijke vormen van spindoctoring, waar-
bij spinning het verdraaien van de waarheid betekent.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar draagt PR aan bij?

A

PR draagt aantoonbaar bij tot meer zichtbaarheid, en in zekere
zin openheid en aanspreekbaarheid (accountability), maar het
is altijd de vraag hoe oprecht die presentatie is. PR is een krach-
tig instrument, dat zowel in verkeerde handen (denk aan het
Derde Rijk) als in goede handen massa’s in beweging kan krij-
gen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Publiciteit (Press agentry/publicity)

A

Een naar propaganda en spindoctoring neigende vorm van
promotie waarbij de waarheid minder belangrijk is dan het
effect.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Voorlichting

A

Ook deze vorm is eenzijdig maar wel gericht op eerlijke infor-
matieverstrekking, vanuit de overtuiging dat stakeholders hier-
mee een positiever beeld krijgen van de organisatie of anders-
zins beter af zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Lobbying

A

Deze vorm is geen eenrichtingsverkeer; de dialoog is belangrijk
maar wordt benut om stakeholders te overtuigen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Issuemanagement

A

Deze dialoogvorm is gelijkwaardiger dan lobbying en veron-
derstelt dat alle betrokkenen door open communicatie samen
kunnen leren en veranderen, met respect voor uiteenlopende
Affairs (PA) genoemd.
belangen. Issuesmanagement is vaak (ook) gericht op de over-
heid. PR die gefocust is op de overheid wordt ook wel Public
De ontwikkeling van PR als

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly