Brainscape's Knowledge GenomeTM


Top Flashcards (Certified)
All Flashcards

Bloed en Bloedvormende Organen > PR02 - Praktische handelingen hematologie > Flashcards

PR02 - Praktische handelingen hematologie Flashcards

(85 cards)

Start Studying
1
Q

Hoe maak je een bloeduitstrijkje?

A
  • Houd het buisje met bloed horizontaal en plaats het capillairtje ook horizontaal met het rode stukje in het bloed en breng vervolgens de achterkant omlaag
  • Plaats 1 of 2 druppels op het objectglas
  • Pak een dekglaasje en ga daarmee met een hoek van 30/45 graden over het glaasje waar geen bloed zit
  • Raak de bloeddruppel aan en wacht tot het bloed zich verspreidt over de hele lengte van het dekglaasje
  • Verplaats met een soepele beweging het dekglaasje over het objectglas heen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is er mis met dit bloeduitstrijkje?

A

Het is te smal.
Je komt dan verhoudingsgewijs vaker aan de buitenkant van je preparaat waardoor je een overwaardering van je eosinofiele granulocyten krijgt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is er mis met dit bloeduitstrijkje?

A

Er is een verkeerde hellingshoek gebruikt (te grote hoek).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is er mis met dit bloeduitstrijkje?

A

Er was een trilling in de handen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is er mis met dit bloeduitstrijkje?

A

Het dekglaasje was vastgehouden tussen duim en middelvinger, waardoor de wijsvinger op het dekglaasje duwde en die zo rond werd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is er mis met dit bloeduitstrijkje?

A

Er zat bloed aan de voorkant van het dekglaasje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de criteria waarop u beoordeelt of een bloeduitstrijkje kwalitatief goed is?

A
  • Het uitstrijkje eindigt ‘spontaan’ op 2/3 deel van het voorwerpglaasje
  • Newtonse ringen zichtbaar (regenbogen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe kan de grootte van erytrocyten verschillen?

A

Je hebt microcyten (kleine ery’s) en macrocyten (grote ery’s)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is anisocytose?

A

Als er sprake is van ongelijke grootte van de erytrocyten. Dit kan als gevolg van de aanwezigheid van een populatie macrocyten of juist microcyten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke vorm hebben normale erytrocyten?

A

Een platte schijf met een ingedrukt centrum. De kleur wordt voornamelijk bepaald door het Hb. Microscopisch manifesteert dit zich als een centrale bleekheid, omdat in het midden de laag Hb waar doorheen gekeken wordt dunner is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke vorm hebben normoblasten?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is poikilocytose?

A

Een overkoepelende term voor erytrocyten met een abnormale vorm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn echinocyten?

A

Ook wel doornappelcellen genoemd. Ze worden meestal gezien als artefact wanneer het bloed te lang heeft gestaan, maar kunnen ook voorkomen bij medicatie, intoxicatie of onderliggende ziektes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn schistocyten?

A

Ook wel fragmentocyten genoemd. Het zijn fragmenten van een erytrocyt, die kunnen ontstaan bij mechanische schade bijv. door DIS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn eccentrocyten?

A

Eccentrocyten vormen zich onder omstandigheden van overmatige oxiderende stress voor de erytrocyten. Ze kunnen gezien worden in combinatie met Heinz-bodies, bij bijv. een vergiftiging met ui bij de hond of kat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is normochromasie?

A

Normale aankleuring van cellen. Een erytrocyt kleurt in het centrum normaliter bleker aan dan aan de randen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is hypochromasie?

A

Vaag kleurende erytrocyten.
De rand hemoglobine perifeer is smaller en lichter van kleur doordat in de cel minder hemoglobine aanwezig is (lage MCHC)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is hyperchromasie?

A

Sterkere kleuring van de erytrocyten, en geen centrale opheldering (sferocyt bijv.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is polychromasie?

A

Als een erytrocyt blauwer aankleurt dan een normochrome erytrocyt doordat er nog restanten RNA aanwezig zijn. Polychromasie wordt gezien bij een toegenomen erytropoëse of vervroegd vrijkomen van erytrocyten uit beenmerg (reticulocyten).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is babesia canis?

A

Babesia is een protozo die zich in de erytrocyten bevindt en wordt door teken overgedragen. Babesia parasiteert voornamelijk de reticulocyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is mycoplasma haemofelis?

A

Een parasiet die op de erytrocytaire membraan voorkomt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat zijn Howell Jolly bodies?

A

Het zijn kleine fragmenten van een niet-functionele kern die niet zijn uitgestoten toen de erytrocyt het beenmerg verliet.
Bij een ongelijkmatige kleuring kunnen Howell Jolly bodies met een parasiet verward worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat zijn Heinz bodies?

A

Heinz bodies zijn kleine, ronde, soms hoekige insluitlichaampjes aan de rand van de erytrocyt. Ze bestaan uit gedegenereerd hemoglobine en worden bij huisdieren gezien onder bepaalde pathologische omstandigheden (o.a. na intoxicaties en na toediening van fenothiazine).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat is de referentiewaarde hematocriet bij de hond?
0,42 - 0,61 L/L
26
Wat is de referentiewaarde hematocriet bij de kat?
0,28 - 0,47 L/L
27
Hoe werkt de hematocriet bepaling?
- Je haalt met het capillairtje bloed uit het buisje (beide horizontaal) tot het voor 75% gevuld is - Je veegt het capilairtje af van de buitenkant met een tissue - Hou het capillair onder een hoek van 15 graden om een luchtbel te voorkomen en steek het capillair met de rode kant op de klei met een haakse hoek zodat de onderkant zich vult met klei en draai het capillair rond - Haal het capillair er uit en herhaal dit tot er een centimeter aan klein in de capillair zit - Leg de capillairen met de klei naar de buitenkant in de centrifuge en druk hem naar de buitenkant en symmetrisch - Doe de twee deksels er op en start met centrifugeren - Leg het capillair in het meetapparaat met de klei rand onderaan op de zwarte 0% rand - Leg het capillair aan de bovenkant gelijk met de 100% lijn waar het plasma eindigt - Verschuif de lijnen zodat de witte lijn boven de ery's maar onder de buffy coat ligt - Lees de hematocrietwaarde af
28
Wat zit er in de buffy coat?
Leukocyten en trombocyten
29
Hoe ziet de hematocriet bepaling er uit in de uitgangssituatie?
30
Hoe ziet de hematocriet bepaling er uit bij anemie?
31
Hoe ziet de hematocriet bepaling er uit bij acuut bloedverlies?
32
Hoe ziet de hematocriet bepaling er uit bij dehydratie?
33
De standaardprocedure bij het bepalen van een hematocriet is om de Ht direct na het afcentrifugeren af te lezen. Wat is het gevolg voor de Ht als de hematocriet 30 minuten i.p.v. direct na het afcentrifugeren wordt afgelezen?
De hematocriet waarde zal hoger zijn. Als een afgedraaid capillair enige tijd blijft liggen dan zal vanzelf het plasma weer tussen de rode bloedcellen vloeien. Hierdoor wordt het gedeelte wat in de capillair wordt aangeduid als de fractie rode bloedcellen groter. In de Ht wordt dan naast de erytrocyten een hoeveelheid plasma meegenomen en de gemeten waarde zal verhoogd zijn.
34
Hoe heet dit type verdeling?
Een normaalverdeling, die wordt gebruikt om referentiewaardes te bepalen
35
Hoeveel procent van de populatie zal zich tussen de referentie waardes bevinden?
95%
36
Tussen welke waardes kunnen de 'normale' dieren zich bevinden?
Alle waardes onder de curve bevatten 'normale' dieren
37
Welke factoren kunnen de testuitslag beïnvloeden?
- Biologische variatie - Analytische variatie
38
Wat is biologische variatie?
Fysiologische variatie tussen individuen en binnen een individu (bijv. ochtend en avondmeting)
39
Wat valt er onder analytische variatie?
- Pre-analytisch (monstername, transport, opslag) - Analytisch (precisie, juistheid) - Post-analytisch (uitslagen, archief)
40
Idealiter is elke diagnostische test accuraat en precies, echter elke test heeft een afwijking/fout. Het is van belang om eisen te stellen aan de maximale toelaatbare fout; dit is een fout die niet tot een andere klinische beslissing leidt.
41
In welk laboratorium zijn de resultaten het meest betrouwbaar?
Lab 1
42
In welk laboratorium zijn de resultaten niet betrouwbaar vanwege een lage juistheid/accuraatheid?
Lab 3, want daar zijn alle metingen te hoog (moest 0,50 L/L zijn), maar er is wel een hoge precisie
43
In welk laboratorium zijn de resultaten niet betrouwbaar vanwege een lage precisie?
Lab 2, want daar variëren de metingen onvoorspelbaar rond de werkelijke waarde
44
Waarom zijn de waardes van lab 4 niet betrouwbaar?
Vanwege een lage juistheid/accuraatheid én vanwege een lage precisie
45
Hoe werkt de procedure van een reticulocyten telling?
46
Hoe tel je de reticulocyten na de procedure?
47
48
Waarom is het belangrijk om niet alleen naar het absolute reticulocyten aantal te kijken maar deze te relateren aan de Ht?
Als je kijkt naar het aantal hebben ze beide 1 reticulocyt. Het percentage is echter: A; 1/100 = 1% B; 1/16 = 6% Op basis van het % is de anemie van patiënt A non-regeneratief en patiënt B regeneratief
49
Wat is het gecorrigeerd reticulocyten percentage en hoe bereken je die?
Het percentage reticulocyten nadat de hoogte van de Ht meegenomen is in de beoordeling.
50
Wat is de referentiewaarde van reticulocyten bij een hond?
<2%
51
Wat is de referenteiwaarde van reticulocyten bij een kat?
<1%
52
Is er bij een hond met een Ht van 0,35 L/L met een reti % van 5% sprake van een regeneratieve anemie? Neem als Ht controle 0,45 L/L
Ja 5% * 0,35/0,45 = 3,8%
53
Welke van de onderstaande honden maakt de meeste reticulocyten?
Ze maken allemaal hetzelfde aantal reticulocyten (1,3%)
54
Welke hoofdgroep kan mogelijk uit de differentiële diagnose weggestreept worden als de reticulocytentelling bekend is?
Onvoldoende aanmaak
55
Hoe wordt de concentratie leukocyten bepaald in het bloed?
Met een laser cel counter
56
Hoe werkt een laser cell counter?
Het werkt met verstrooiing van licht door elke individuele cel die de laser passeert. Verstrooid licht wordt door, onder verschillende hoeken geplaatste, detectoren gemeten. Per cel wordt informatie verkregen over grootte en eigenschappen van het cytoplasma en de kern. In scatterplots worden celeigenschappen tegen elkaar uitgezet en verschillende celtypen zijn als afzonderlijke populaties te herkennen. Er kan ook een kleurstof worden toegevoegd in het meetkanaal om subpopulaties van cellen specifiek aan te kleuren.
57
Welke waardes zijn van belang bij de kwantitatieve beoordeling van het rode bloedbeeld?
- MCV (mean cell volume) - MCH (mean cell hemoglobin) - MCHC (mean cell hemoglobin concentration) - RDW (red cell distribution width)
58
Wat is het MCV
Het Mean Cell Volume is het gemiddelde volume van een erytrocyt. Een kleine cel (microcytose) geeft een laag MCV, een grote cel (macrocytose) geeft een hoog MCV. Wanneer er zowel macrocyten als microcyten aanwezig zijn kan het MCV binnen de normale referentiewaarde vallen, omdat het een gemiddelde betreft.
59
Hoe bereken je het MCV?
60
Wat is het MCH?
Het Mean Cell Hemoglobin is het gemiddelde hemoglobinegehalte per erytrocyt
61
Hoe bereken je het MCH?
62
Wat is het MCHC?
Het Mean Cell Hemoglobin Concentration is het gemiddelde hemoglobinegehalte per volume-eenheid rode bloedcellen
63
Hoe bereken je het MCHC?
64
Wat is de RDW?
De Red Cell Distribution Width is een index van de variatie in celvolume binnen de populatie van rode bloedcellen. Het is de kwantitatieve equivalent van anisocytose.
65
Hoe bereken je de RDW?
66
Omschrijf met de in de hematologie gebruikte terminologie hoe het rode bloedbeeld van deze hond er onder de microscoop uitziet.
- Normocytose; geeft grootte aan, deze is normaal - Normochroom; geeft kleur aan, dus hoeveelheid Hb, deze is normaal
67
Welke omschrijvingen horen bij welke vakjes?
68
Beschrijf, met de in de hematologie gebruikte terminologie, het rode bloedbeeld van de zieke hond
- Hypochroom - Microcytose
69
In welke richting zijn MCV, MCH, en MCHC van de zieke hond veranderd t.o.v. de referentiewaarde van de gezonde hond?
Alle drie lager
70
Stel een waarschijnlijkheidsdiagnose. Leg uit hoe deze afwijkingen in de rode bloedcellen bij deze aandoening zijn ontstaan.
IJzergebreksanemie, door ijzertekort neemt de hemoglobine-synthese af en verloopt de erytropoëse trager. De normoblasten in het beenmerg bevatten weinig Hb en stoten vertraagd hun kern uit. Kernrijping en celdeling gaan intussen wel door. Gevolg: door de extra deling krijg je kleine cellen, en door een laag hemoglobine gehalte bleke cellen.
71
Bereken of het aantal reticulocyten verhoogd is. Is de anemie regeneratief?
0.14/0.51 * 1% = 0.28% De anemie is niet regeneratief
72
Je ziet het rode bloedbeeld van het zieke hondje. Beschrijf het rode bloedbeeld met medische terminologie (grootte, kleur, vorm, insluitsels)
Grootte: microcyten en geringe anisocytose Kleur: hypochroom Vorm: normaal Insluitsels: nee, niet aanwezig
73
74
Je ziet het rode bloedbeeld van Bodor, een Ierse setter reu van 4 jaar. Hij is sinds 2 dagen ziek en de urine ziet er donkergeel uit. Ook de slijmvliezen zijn geel, en de ademhaling en de pols zijn te hoog. Beschrijf het rode bloedbeeld met medische terminologie
Grootte: niet afwijkend Kleur: niet afwijkend Vorm: enkele sferocyten Insluitsels: babesia
75
76
Wat is de juiste medische terminologie van het 'aan elkaar plakken' van de erytrocyten?
Autoagglutinatie
77
Beschrijf het rode bloedbeeld met medische terminologie
Grootte: sterke anistocytose, sferocyten Kleur: hypochroom, sterk polychroom Vorm: niet te beoordelen Insluitsels: niet aanwezig
78
Wat is je waarschijnlijkheidsdiagnose voor deze hond?
Immuungemedieerde hemolytische anemie (kan zowel idiopatisch/primair als secundair zijn)
79
Tsjakka heeft sinds 1,5 dag sloomheid en bleke slijmvliezen. Deze verschijnselen passen bij... ?
Anemie
80
81
Welk bloed is van een paard en welke van een rund?
Links is paard, rechts is rund
82
Wat is de klinische betekenis van de 'aan elkaar geplakte' paardenerytrocyten?
Er is geen klinische betekenis, dit is een fysiologisch proces. De erytrocyten zullen uitzakken na afname.
83
Waarom zijn de 'aan elkaar geplakte' paardenerytrocyten in de meeste, maar niet alle preparaten zichtbaar?
Omdat je door het bloedbuisje goed te zwenken alvorens een uitstrijkje te maken kan voorkomen dat de erytrocyten aan elkaar plakken.
84
Welke term wordt in het algemeen gebruikt voor het verschijnsel van 'aan elkaar geplakte' paardenerytrocyten in paardenbloed?
Rouleauxvorming
85
Wat zie je hier?
Dit zijn rode bloedcellen van een vogel. Erytrocyten van vogels zijn kernhoudend

Bloed en Bloedvormende Organen (27 decks)

Brainscape helps you reach your goals faster, through stronger study habits.
© 2025 Bold Learning Solutions. Terms and Conditions