Probleem 2: It's just emotions taking me over Flashcards

(27 cards)

1
Q

emotie

A

gevoel dat ontstaat wanneer mensen in een bepaalde staat zijn of interactie hebben die voor hen belangrijk is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

MAX

A

codeersysteem om emoties bij baby’s vast te stellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

primary emotions

A

emoties die aanwezig zijn in kinderen en dieren. ontwikkeling in de eerste 6 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

self-conscious emotions

A

emoties die een bepaald zelfbewustzijn vereisen. vormen rond 1,5 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

basic cry

A

een ritmisch patroon wat vaak bestaat uit een huil, gevolgd door korte stilte, dan een iets hogere huil, stilte, etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

anger cry

A

variantie op de basic cry waarbij meer lucht door de stembanden wordt geduwd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

pain cry

A

een lange harde huil gevold door ademinhouding. er is geen voorafgaand gekreun, dit wordt veroorzaakt door een sterke prikkel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

reflexive smile

A

een lach die niet wordt veroorzaakt door een externe stimulans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

social smile

A

een lach die wordt veroorzaakt door een externe stimulans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

anticipatory smile

A

manier van babys om te communiceren. ze lachen eerst naar een object en dan naar de verzorger.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

duchenne smile

A

lach die baby’s alleen naar hun moeder doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

stranger anxiety

A

een baby toont angst tegenover vreemden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

seperation anxiety

A

babys zijn bang om gescheiden te worden van hun ouders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

john watson

A

door kinderen die overstuur zijn te troosten beloon je dit gedrag alleen maar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

bowbly en ainsworth

A

je kan je kinderen niet genoeg troosten in het eerste levensjaar, dit draagt bij aan de band.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

dose-response effect

A

hoe erger de ramp, hoe slechter de aanpassing op de volgende ramp

17
Q

emotionele competentie

A

wanneer een kind goed met zijn emoties om kan gaan

18
Q

emotional expressivity

A

frequente expressie van positieve emoties en relatief lage expressie van negatieve emoties

19
Q

emotional knowledge

A

de capaciteit om emoties van anderen te herkennen en de factoren die voor deze emoties zorgen te herkennnen

20
Q

emotional regulation

A

de mogelijkheid om de expressie van emoties te onderdrukken tot een passend niveau om de doelen te behalen

21
Q

emotional display rules

A

regels van een samenleving over de omstandigheden waarin verschillende emoties niet of juist wel getoond moeten worden

22
Q

emotie-coaching

A

deze ouders monitoren de emoties van hun kinderen en zien negatieve emoties als een kans om te leren. ze praten over emoties

23
Q

emotion-dissing

A

deze ouders willen de negatieve emoties van hun kinderen ontkennen, negeren of veranderen

24
Q

social referencing

A

de capaciteit van het kind om verschillende emoties te herkennen en te interpreteren

25
locomotive skills
wanneer het kind leert kruipen kan het kind zelf de omgeving verkennen. dit is belangrijk voor de onafhankelijkheid
26
joint attention
wanneer de verzorger en het kind zich samen focussen op 1 object
27
emotionele scripts
stellen het kind in staat om een emotionele reactie te identificeren die passend is bij een bepaalde gebeurtenis.