probleem 3: artikel Misinformation and Its Correction: Continued Influence and Successful Debiasing Flashcards

1
Q

Maatschappelijk niveau ontstaan misconcepties & verhelpen

A
  • Voor een functionerende democratie is goed geïnformeerde informatie naar de bevolking belangrijk.  Hierop kunnen weer meningen over gevormd worden. Vb: ouders lieten kind niet vaccineren, want vaccin zorgde volgens onbewezen bewering voor autisme.
  • Er is sprake van afwezigheid van relevante kennis wanneer er vertrouwen in de verkeerde info is, ipv onwetendheid.
  • Onwetendheid  minder ernstige gevolgen dan het vertrouwen van onjuiste info.
  • Mensen die wetenschappelijke info afwijzen, zijn meestal de mensen die denken dat ze al goed geïnformeerd zijn over het onderwerp.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Oorsprong van verkeerde informatie

A

Onjuiste info kan op verschillende manieren worden verspreid.  Vb: tijdige berichtgeving = een stuk info dat in een bepaald stadium als ‘juist’ wordt beschouwd, kan in een ander stadium onjuist blijken.
Andere bronnen van verkeerde info  intentioneel en slechtaardig:
* Geruchten en fictie: de menselijke cultuur is sterk afhankelijk van het doorgeven van info door mensen. Mensen geven vaak info door en ontvangen info zorgt voor een emotionele reactie, ongeacht de waarheid van de info. Een bron van info kan literaire fictie zijn  mensen halen hier adaptieve kennis uit. Maar schrijvers schrijven geen feiten  verspreiding verkeerde info. Het elimineren van deze info gaat moeilijk  verband tussen fictie en onjuiste kennis = groot.
* Overheden en politici: mensen zijn niet in staat om onderscheid te maken tussen juiste en onjuiste info dat wordt verspreid door politici. Het verspreiden van info van politici kan wel of niet intentioneel zijn.
* Gevestigde belangen en NGO’s: dit gaat vaak over bedrijven die een last vormen door bepaalde industrieën (vb: fossiele brandstof) en daardoor het milieu en de volksgezondheid schaden. Bedrijven zijn zich hier bewust van en proberen opzettelijk verkeerde overtuigingen op te brengen  agnogenese. Ze doen dit vanwege bepaalde belangen van het bedrijf. Andersom kan het ook voorkomen: doordat verkeerde info in de maatschappij verspreid wordt, kunnen bedrijven hieronder leiden  minder afzet.
* Media: verschillende manieren
o Media kan wetenschappelijke resultaten onbedoeld verkeerd weergeven.
 wetenschap is er complex en moeilijk te begrijpen, ook voor de media.
o Journalisten streven ernaar om een verhaal evenwichtig te presenteren, dus meerdere kanten te belichten.
 probleem hierbij: soms wordt een expert tegenover een niet-expert gezet, waardoor feiten niet met elkaar vergeleken kunnen worden = verminderde nauwkeurigheid van berichtgeving.
o Internet speelt ook een rol  grote beschikbaarheid en bereikbaarheid van informatie & dus ook onjuiste informatie.
o Info op internet kan erg misleidend zijn en info van experts kan snel vervangen worden door info van niet deskundigen.
o Nepwebsites  intentie om onjuiste info te verspreiden, omdat ze daar bepaalde belangen bij hebben.
 Toename van media heeft meerdere gevolgen. Politici kunnen hier bvb met een verkeerde bedoeling strategisch gebruik van maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

individueel niveau omgaan met misconcepties

A

Mensen kunnen meestal zelf niet onjuiste info herkennen. Luisteraars gaan ervan uit dat sprekers de waarheid spreken en nemen de info snel aan. Daarnaast is het sociaal gezien makkelijker om een bericht aan te nemen dan te verwerpen. Ook kan de info verkeerd worden opgevat als een persoon andere dingen aan het hoofd heeft en dus niet alle info binnenkrijgt. Wanneer mensen de waarheidswaarde van info evalueren, zullen ze zich een aantal dingen afvragen:
- Klopt de info met wat ik geloof?
 Info wordt sneller aangenomen wanneer het consistent is met de huidige kennis die een persoon heeft. Wanneer dit het geval is, wordt de info geaccepteerd en is het resistent tegen veranderingen. Zo wordt de kans kleiner dat onjuiste info wordt gecorrigeerd.
- Klopt het verhaal?
 Acceptatie van info hangt af hoe goed info past in een breder verhaal dat samenhang geeft aan verschillende elementen. Wanneer er geen interne tegenstrijdigheden zijn, zal de info worden geaccepteerd = resistentie tegen veranderingen van verhaal.
- Komt de info van een geloofwaardige bron?
 info van expert zal sneller worden aangenomen. Ook onbetrouwbare bronnen zijn invloedrijk.  Mensen zijn ongevoelig voor contextuele aanwijzingen die invloed hebben op de geloofwaardigheid van een bron en de kern van een bericht wordt beter opgeslagen dan de bron zelf.
- Geloven andere deze info?
 Wanneer een uitspraak meerdere keren wordt herhaald = grotere kans dat de info geaccepteerd wordt.  herhaling zorgt voor algemene sociale opvatting. Door herhaling kan ook pluralistische onwetendheid ontstaan: wat de samenleving denkt dat andere geloven. Hier worden mensen door beïnvloed waardoor onjuiste info aangenomen kan worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

aanhoudende invloedseffect

A

mensen kunnen na een blootstelling aan info moeilijk dit kunnen loslaten zelfs na terugtrekking. Blijkt uit onderzoek: foute info gegeven –> gecorrigeerd –> en weer ingetrokken.
Verklaringen:
- Mentale modellen: mensen bouwen mentale modellen door info. Wanneer info wordt teruggetrokken, zal er een gat in het mentale model ontstaan  de gebeurtenis niet meer klopt en onjuiste info wordt gehouden.
- Ophaalfout: falen van gecontroleerde geheugenprocessen. Ten eerste kunnen de effecten van onjuiste info gebaseerd zijn op het door elkaar halen van bronnen. Ten tweede kunnen effecten gebaseerd zijn op het falen van strategische monitoringprocessen. Ten derde gaat het geheugen door op de onjuiste info door activering van deze info.
- Vloeiendheid en vertrouwdheid: deze benadering richt zich op de ervaring van het verwerken van de info bij een latere hernieuwde blootstelling. Als gedachten soepel verlopen, zien mensen weinig redenen om de waarheidswaarde in twijfel te trekken. Wanneer de onjuiste info goed in het verhaal past en deze info opnieuw tegengekomen wordt, komt de onjuiste info bekender voor dan de nieuwe info. Omdat de gedachten vloeiender en vertrouwder voelen  onjuiste info wordt gehouden. Het gevoel van vertrouwdheid is vaak sterker dan de intrekking.
- Reactance: intrekkingen kunnen niet werken vanwege sociale reactantie: mensen houden er niet van om te horen wat ze moeten denken of wat ze moeten doen waardoor zij de intrekking afwijzen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Impact onjuiste info verminderen

A

 3 factoren die de effectiviteit van intrekking kunnen vergroten:
* Waarschuwing voor blootstelling: de effecten van verkeerde info kunnen worden verminderd als mensen expliciet worden gewaarschuwd dat de info die zij krijgen misleidend kan zijn. Om dit effectiever te maken moeten ook aanhoudende effecten van de onjuiste info worden verklaard. Waarschuwingen zijn effectiever voor de blootstelling aan onjuiste info dan daarna.
* Herhaalde intrekkingen: de effecten van verkeerde info worden ook verminderd als de intrekking wordt herhaald. De info wordt niet geëlimineerd. Dat dit werkt  vanwege meer controle over automatische gedachten (de onjuiste info), representaties worden gecompenseerd en herhaling verminderd de effectiviteit van onjuiste gedachten, omdat het tegenbewijs wordt versterkt.
* Het gat opvullen: door intrekkingen kan er een gat aan info ontstaan, waardoor een persoon moeilijk de onjuiste info wil houden.  Gat moet opgevuld worden, door bvb met een alternatieve causale verklaring te komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Individuele kenmerken voor sneller opnemen onjuiste info

A
  • Worldview: mensen accepteren makkelijker info dat overeenkomt met hun eigen overtuigingen of overtuigingen van de meerderheid.  Info = makkelijker te verwerken en wordt wss beschouwd vanuit een betrouwbare bron.
     Poging tot veranderen van iemands worldview kan averechts werken.  ontstaan geloofspolarisatie: wanneer mensen tegengestelde opvattingen hebben over dezelfde info, lokt dit verdere attitudeverschillen uit.
     Gevoel van verbondenheid: ook invloed op resistentie van onjuiste info.
    Resistentie onjuiste info verminderen:
    o info van intrekking afstemmen op specifieke publiek, zodat info overeenkomt met wereldbeeld.
    o Nieuwe info koppelen aan zelfbevestiging. Zelfbevestiging kan feiten een kans geven door mensen te helpen omgaan met uitdagingen van hun wereldbeeld.
  • Scepsis: kan de gevoeligheid voor onjuiste info verminderen. Iemand die veel scepsis heeft, twijfelt aan de waarheid van info. Info wordt door scepsis nauwkeuriger verwerkt en minder snel aangenomen. Een gezond gevoel van scepsis en een opgewekt wantrouwen kan zorgen voor het vermijden van valkuilen van onjuiste info. Overigens kan het verspreiden van de onjuiste info ervoor zorgen dat het verkrijgen van wel de juiste info makkelijker wordt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly