probleem 5: artikel situated learning en education Flashcards

1
Q

situated learning en doel artikel

A

Situated learning: veel van wat is geleerd is specifiek in context van die situatie geleerd.  ‘mismatch’ kan ontstaan tussen schoolsitu en echte-wereld situ & geen transfer van kennis.
 Er moet meer nadruk gelegd worden op de relatie tussen wat op school wordt geleerd en wat nodig is buiten school.
gebasaeerd op onderwijs en wiskunde onderwijs dit artikel
De aanhangers van situated learning hebben 4 centrale claims gemaakt met betrekking tot het onderwijs.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

claim 1: actie is geworteld in de concrete situatie waarin het plaatsvindt.

A

–> Kennis is verbonden aan de concrete situatie waarin deze is geleerd. BV: Braziliaanse kinderen die op de markt kunnen rekenen met geld, maar op school niet.

 Volgens auteurs is dit geen goed voorbeeld, omdat het de situatie van het echte leven naar school weergeeft en niet andersom.
Context-dependency effect: iemand herinnert zich meer als hij op de plek is waar hij het heeft geleerd.
 Betekend niet dat er geen transfer is, als er tijdens de uitleg veel vb worden gegeven over andere situ  makkelijker transfer optreden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Claim 2: kennis wordt niet overgedragen tussen 2 taken.

A

–> Er is geen transfer van kennis tussen 2 zaken.  Gebaseerd op de claim 1, want als kennis context-specifiek is, zal er ook geen transfer plaatsvinden. 3 andere conclusies:
- Er kan sprake zijn van veel, gemiddeld, weinig of negatieve transfer. Van welke vorm er sprake is  afhankelijk van situ en betrouwbaarheid experiment.
- De hvh transfer is afhankelijk van de mate van oefening met de taak en de representatie van de taak (de kans op transfer neemt bvb toe als studenten meer vb krijgen).
- De hvh transfer is afhankelijk van waar de aandacht op wordt gevestigd.

 De auteurs wijzen daarnaast op beperking van veel onderzoeken die zeggen dat er geen transfer is. Ze gaven aan dat hierin vooral werd gekeken naar studenten die nog weinig kennis hadden over een onderwerp = sws al weinig kans op transfer. Ook de tweede claim m.b.t situated learning is dus verworpen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Claim 3: Training door abstractie zou weinig nut hebben.

A

Het zou dus beter zijn om training te geven aan de hand van specifieke situaties en concrete vb.

 De auteurs zeggen echter dat abstracte training soms heel effectief kan zijn en soms zelfs tot meer transfer leidt dan concrete training. Specifieke training is beter wanneer iemand later op 1 specifiek probleem zal focussen, in andere gevallen is abstracte training beter. Vaak werkt een combi van beide het beste  koppeling leggen.
Daarnaast is het belangrijk dat er nadruk ligt op ‘authentieke’ problemen (lijkt op echte leven).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

claim 4: instructie moet plaatsvinden in complexe, sociale omgevingen.

A

Instructie moet gebeuren in complexe, sociale omgeving. Volgens idee van SL moeten instructies worden gegeven in een complexe, sociale omgeving, zodat de persoon wordt voorbereid op werk in het echte leven.

 Volgens de auteurs kan oefening in een complexe setting zorgen voor meer motivatie, maar moet het niet de enige vorm van oefening zijn. Daarnaast zijn ook negatieve gevolgen van sociaal leren (in groepen) ontdekt, zoals sucker effect, of feit dat het lastig is om met groepsleden samen te komen. Het kan dus allebei wel goed zijn, maar moet niet de enige manier zijn van leren.

Anderson  niet gelijk oefenen in de meest complexe setting, eerst kleine stapjes kunnen ook leiden naar transfer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly