Schets van criminologische psychologie Flashcards

(23 cards)

1
Q

Stern

A

algemene founding father
rechtspsychologisch onderzoek
faalbaarheid van menselijk geheugen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Münsterberg

A

gebruikte werk van Stern
reden waarom juristen geen psychologie wilden toepassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Von Liszt

A

pleitte voor geïntegreerde rechtswetenschap
criminaliteit als fenomeen met verschillende invalshoeken bekijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Gross

A

alle actoren bestuderen tijdens besluitvorming van rechters
founding father in EU

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Aschaffenburg

A

psychologie van misdadigers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Braffort

A

start van Leuvense school
psychologie plek kreeg in opleiding criminologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Degreeff

A

onderzoek naar ontwikkelingspsychologie
passionele moorden
criminogenese: analyse brengen van de moord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Dellovert

A

medische kant
pleite voor interdisciplinaire

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De Batselier

A

kritische criminologie
medisch = beperkt + stigmatiserend
het heeft te maken met de maatschappij!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Goethals

A

combo individualistische, medische en kritische kenmerken
geïntegreerde benadering
recidive?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Big 3: FRC

A
  1. forensische
  2. rechts
  3. Criminologische
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Forensische psychologie

A

enkel strafrecht
slachtoffers (soms ook daders)
individuele gevallen
geen focus op autoriteit
daderprofilering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Rechtspsychologie

A

niet enkel strafrecht
verschillende actoren binnen rechtsprocedure
hoe gebeurt besluitvorming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

criminologische psychologie

A

verschillende stromingen
enkel strafrecht
enkel daders/verdachten
waarom plegen mensen misdrijven
hoe ze terug op het juiste pad brengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

kleine 3: PIC

A
  1. Police
  2. Investigative
  3. Correctional
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Police psychologie

A

overlapping met rechtspsychologie
hoe nemen ze mensen aan bij de politie

17
Q

investigative psychologie

A

overlapping rechts- en criminologische psychologie
politioneel onderzoek en waarom een dader gepleegd heeft
daderprofilering

18
Q

Correctional psychologie

A

overlapping forensische en criminologische: idividueel en focus op daders
focus: gevangenisleven, psychiatrische instellingen en defensiehuizen
recidive en risico-inschattingen

19
Q

crimineel gedrag verklaren

A

-> rede brandstischting =/= rede moord
-> geografisch
-> tijdsgebonden

20
Q

crimineel gedrag benaderen

A
  1. recht
  2. moreel
  3. sociaal
  4. psychologisch
21
Q

deviant gedrag

A

afwijkend gedrag, niet altijd strafbaar

22
Q

antisociaal gedrag

A

niet sociaal wenselijk

23
Q

verklaringsmodellen voor criminaliteit

A

Eerst: 1-zijdige verklaringsmodellen (pure genetica)
dan: geïntegreerde verklaringsmodel
Biopsychosociaal verklaringsmodel