Tekst 4a (sem 2) Flashcards
(66 cards)
eque
= etque
en
sagittifer
sagittifera, sagittiferum: pijlendragend, van pijlen voorzien
sagittifer (andere taal)
Frans: sagittaire (boogschutter)
promere
promo, prmpsi, promptum: tevoorschijn halen, trekken
duo
duae, duo: twee
duo (andere taal)
Engels: dual
Frans: deux
telum
teli (n.): wapen, projectiel (iets wat je gooit of schiet)
pharetra
pharetrae (f.): pijlenkoker
diversus
diversa, diversum: verschillend, uiteenlopend
diversus (andere taal)
Frans: divers
Engels: diverse
opus
operis (n.): werk, taak
fugare
fugo, fugavi, fugatum: verdrijven, verjagen
hic
haec, hoc: die, dat
facere
facio, feci, factum: maken, doen
facere (andere taal)
Engels: fact
Frans: faire
ille
illa, illud: die, dat
amor
amoris (m.) liefde
amor (andere taal)
Frans: amour
qui
quae, quod: die dat
auratus
aurata, auratum: verguld, van goud
auratus (andere taal)
Frans: or
Italiaans: oro
cuspis
cuspidis (f.): scherpe punt, speerpunt
cuspis (andere taal)
Frans: cuspide
fulgere
fulgeo, fulsi: schitteren