Tekst 4b (sem 2) Flashcards
(51 cards)
vix
nauwelijks, ternauwernood
prex
precis (f): smeekbede, gebed
prex (andere taal)
Engels: prayer
Frans: prière
finire
io, finivi, finitum: beëindigen, voltooien
finire (andere taal)
Engels: finish
Frans: finir
torpor
torporis: verstijving, gevoelloosheid
torpor (andere taal)
Engels: torpor
Frans: torpeur
gravis
gravis, grave: zwaar, ernstig
gravis (andere taal)
Engels: grave
Frans: grave
occupare
innemen, bezetten
occupare (andere taal)
Engels: occupy
Frans: occuper
artus
artus (m): gewricht, ledemaat
mollis
mollis, molle: zachgt, week
mollis (andere taal)
Engels: molify
cingere
cingo, cinxi, cinctum: omgorden, omringen
cingere (andere taal)
Engels: cincture
Frans: ceindre
tenuis
tenuis, tenue: dun, fijn
tenuis (andere taal)
Engels: tenuous, thin
Frans: ténu
praecordia
praecordioum (n.pl): borst, hart
praecordia (andere taal)
Engels: pericardium
Frans: précordial
liber
liberi (m): bast, schors, boek
frons
frondis(f): loof, blad
frons (andere taal)
Engels: frond
Frans: fronde
crinis
crinis: haar, lok