Tekst 5b (sem 2) Flashcards
(42 cards)
venire
venio, veni, ventum: komen
ecce
kijk, zie (vaak gebruikt om iets aan te duiden)
recens
recentis: vers, recent
recens (andere taal)
Engels: recent
Ned: recent
caedes
caedis: moord
leana
leanae (f): leeuwin
bos
bovis (m/f): runderen, ossen
boum= gen mv
bos (andere taal)
Frans: boeuf
spumare
spumo, spumavi, spumatum: schuimen
oblinere
oblino, oblevi, oblitum: besmeren, bedoezelen, bevlekken
rictus
rictus (m): opengesperde mond
deponere
depono, deposui, depositum: neerleggen
depositura
om te lessen
sitis
sitis (f): dorst
sitim: acc)
vicinus
vicina, vicinum: nabijgelegen, dichtbij
vicinus (andere taal)
Frans: voisin
fons
fontis: bron
in
vz +abl: in, op
unda
undae: bron, water
ut
hier: wanneer
lea
ae (f): leeuwin
saevus
a, um: woedend
sitis
sitis: dorst
multus
a, um: veel