Van Aichorn tot de BVOO Flashcards

1
Q

Wie is Aichorn?

A

De persoon die de groep als therapeutisch instrument ziet waarop hij de psychoanalyse toepast om de problemen onder het gedrag te vinden. Klimaat, milieu en de wederzijdse beïnvloeding met de positieve opvoeder is belangrijk. Een vrije gemeenschap met dagelijkse conflicten zorgt voor voorspelbaarheid en regels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wie is Makarenko?

A

De persoon die volgens het marxisme probleemjongeren wil helpen via zinvol arbeid (protectieve factor) die verantwoordelijkheid en discipline geeft vanuit de collectieve groep. Er is geen nood aan een speciale opvoeding. De dialectiek van de pedagogische acties is een geheel van middelen die harmonieus georganiseerd zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke mensen hadden een invloed na WOII op de BVOO?

A

Bowlby (attachmenttheorie), Winnicott (transitionele object en integrerende functie van het ik), Anna Freud (integrerende functie van het ik), Bettelheim (onbewuste tendensen bewust maken via geplande en georganiseerde omgeving), Redl en Wineman (egopsychologie en milieutherapie), Jacobus Kok (specifieke opvoeding), Ter Horst (herstel van het gewone leven)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de BVOO?

A

Beweging tot verandering van opvoeding en onderwijs, opgestart door de reformpedagogen als tegenreactie op de traditionele school (20e eeuw).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Geef voorbeelden van de traditionele school.

A
  • schoolse overbelasting: uniforme onderwijsmethoden en intellectueel vermogen
  • geestelijke dwang en educatieve dressuur
  • schoolse disciplines
  • ethische postulaten
  • wereldvreemdheid
  • individualisme
  • morele vorming
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de principes van BVOO?

A
  • functionele pedagogie: learning by doing (actieve school)
  • pedagogie van de activiteit: mentaal, verbaal, motorisch
  • pedagogie van de interesse: wat van belang is voor kind
  • sociale en morele vorming: leefschool (actieve participatie en natuurlijk gebeuren)
  • land: kennis
  • erziehung: nadruk op vorming van alle aspecten
  • heim: leefschool volgens familiaal idee (‘De Nieuwe School’)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de drie fasen van de pedagogie van de interesse?

A
  • spontane activiteit
  • verruiming van de interesse
  • systematische aanpakken van de zaken en wetenschapsbeoefening
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Geef werkwijzen voor sociale en morele vorming.

A
  • kringgesprekken
  • open confrontaties
  • samen zoeken naar actieve oplossingen en mogelijkheden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly