Verhoudingen, posities anatomie Grieks Flashcards
(54 cards)
1
Q
alles, totaal
A
holo-
2
Q
groot
A
mega, megalo
3
Q
dubbel
A
diplo
4
Q
even
A
iso
5
Q
weinig
A
oligo
6
Q
half
A
hemi
7
Q
minder
A
hygo
8
Q
weinig (little)
A
micro
9
Q
lang
A
macro
10
Q
veel
A
poly
11
Q
meer, in excessie
A
hyper
12
Q
gedeeltelijk
A
mero
13
Q
eerst, meest belangrijke
A
proto
14
Q
kort
A
brachy
15
Q
klein
A
micro
16
Q
twee, dubbel
A
dis-
17
Q
één
A
mono
18
Q
boven
A
epi
19
Q
door
A
dia
20
Q
omheen
A
peri-
21
Q
ergens weg van
A
apo
22
Q
voor
A
ante
23
Q
achter, na
A
meta
24
Q
binnen, ergens in
A
endo-
25
links
levo
26
midden
meso
27
rechts
dexio
28
buiten
ec- exo
29
onder
hypo
30
slecht
cac(o), dys
31
gebogen
ankylo
32
breed, wijd
eury
33
koud
cryo
34
dood
necro
35
anders, aanvullend
hetero
36
gelijk
iso
37
fout
pseudo
38
vrouwelijk
thely
39
plat
platy
40
goed
eu-
41
hard
sclero
42
zwaar
baro
43
hol
coelo
44
onregelmatig
poikilo
45
smal
steno
46
nieuw
neo
47
normaal, correct, rechts
ortho
48
oud
paleo
49
scherp
oxy
50
langzaam
brady
51
snel
tachy
52
zacht
malaco
53
dik
pachy
54
meerdere (various)
poikilo