VI Encourage the heart Flashcards
(14 cards)
Wat houdt de praktijk ‘encourage the heart’ in
Men moet de individuele prestaties van teamleden erkennen –> iemand die erkenning en appreciatie ontvangt gaat zich gewaardeerd voelen, veiliger voelen in het team, …
Wat is de definitie van motivatie?
= Proces waarbij doelgerichte activiteiten worden geïnitieerd en voortgezet.
Wat houdt de motivatietheorie in?
Carrot and stick thinking –> zorgen voor een beloning of een straf
› Beloning (= incentive): mensen moeten gemotiveerd zijn, dus de beloning moet steeds beter en beter worden –>als mensen continu hetzelfde krijgen zullen ze zich gaan vervelen en hervallen in oud gedrag.
› Straffen (= punishment): mensen hebben schrik en je zal op korte tijd veel compliantie krijgen, maar mensen geraken gewend aan straffen en ze worden immuun voor de straf.
› Enkel zinvol als werk routineus en voorspelbaar is –> resulteert in engzichtig denken, wantrouwen, cynisme, daling van innovatieve capaciteit en creativiteit.
› Veel kritiek op dit beeld omdat het vertrekt vanuit het negatief mensbeeld dat de mens van nature lui is.
› Theorie X: mensen zijn inherent lui en moeten om deze reden sterk gedirigeerd en gecontroleerd worden opdat ze zich zouden inzetten–> motivatie wordt verhoogd door heel streng te zijn.
› Theorie Y–> mensen zijn niet lui en mensen willen graag werken, willen hun talenten ontwikkelen en verantwoordelijkheden nemen als ze op een correcte manier worden gestimuleerd –> leunt aan bij de Zelfdeterminatietheorie
Wat houdt de zelfdeterminatietheorie in?
Vertrekt vanuit een positief mensbeeld –> motivatie is vaak niet het gevolg van de wortel en de stok
Hoe kan een leider context creëren waarin mensen zichzelf motiveren? Wat kunnen we doen opdat mensen doen wat ze willen doen?
› De leider kan inzetten op de motivatie en zal onrechtstreeks de motivatie van mensen beïnvloeden door de context waarin het team zich bevindt te beïnvloeden.
› Wil niet zeggen dat er geen leider nodig is.
› Autonome motivatie = het gevoel zelf te willen handelen in plaats van gedirigeerd of gedwongen te worden –> inzicht nodig in waarden en aspiraties en zicht op hoe ze die kunnen waar maken in hun werk.
Wat voor soorten motivatie bestaan er?
Amotivatie
› Er is geen motivatie aanwezig, de intentie om aan de slag te gaan is nauwelijks aanwezig.
› Geen regulatie aanwezig.
› Vaak het resultaat van contextfactoren
Extrinsieke motivatie:4 soorten (= moeten)
› Externe regulatie –> handelen vanuit het idee om een straf te vermijden of een beloning te krijgen (carrot en stick).
› Introjectie –> vermijden van schuld en schaamte of om je eigenwaarde te behouden.
› Identificatie –> persoonlijke waarde toekennen aan de leeractiviteit je weet dat het moet gebeuren maar je hebt de motivatie niet.
› Integratie –> de activiteit sluit aan bij je persoonlijke waardenpatroon en je wil het ook effectief uitvoeren.
Intrinsieke motivatie (= willen)
› Intrinsieke regulatie.
› De leeractiviteit geeft voldoening en plezier.
Kan je als leider motivatie bij iemand anders veranderen?
Ja, Motivatie is een stabiel persoonlijkheidskenmerk dat kan veranderen als LG kan je een context creëren waarin iemand zijn/haar behoeften kan realiseren.
Hoe creëer je een context waar je iemand zijn motivatie kan veranderen?
3 basisbehoeften
1. A: autonomie
› De wens om psychologisch vrij te kunnen handelen en niet onder druk te staan wil niet zeggen dat er geen regels zijn waarnaar je moet luisteren.
› Het gevoel van psychologische veiligheid kan tot stand komen wanneer medewerkers de kans krijgen om zelf mee te beslissen of wanneer ze keuzemogelijkheden krijgen men gaat keuzes aanreiken maar eigenlijk zijn dit niet echt keuzes (vb. er komt een nieuwe medicatiekast, het team mag kiezen welke medicatiekast en wanneer ze komt).
› Kan ook ontstaan als taken op empatische wijze en met voldoende verantwoording worden opgedragen (als het echt niet anders kan bij taken waar men niet voor kiest).
› De behoefte aan autonomie wordt bevredigd wanneer medewerkers volledig achter hun gedrag staan = internalisatie.
› Wat kan je doen als leider?
o Verantwoordelijkheid geven
o Medewerkers de bevoegdheid geven om naar eigen inzicht (volgens het belang van de organisatie) te handelen.
o Resultaten voorop stellen, niet de manier waarop ze moeten gehaald worden.
o Initiatief aanmoedigen
- B: To belong
› De wens om positieve relaties op te bouwen met anderen, zich geliefd en verzorgd te voelen en zelf voor anderen te zorgen.
› Mensen voelen zich verbonden wanneer ze deel uitmaken van een hecht team en hun persoonlijke gevoelens en gedachten kunnen delen met collega’s.
› Sociaal contact moet betekenisvol en diepgaand zijn, opdat medewerkers zich echt verbonden zouden voelen.
› Wat kan je doen als leider?
o Voor gedeelde visie zorgen
o Netwerking stimuleren
o Een sfeer van leren en samenwerken promoten
o Aandacht voor nieuwkomers
o Voorzien van teambuilding en informele activiteiten
- C: competentie
› De wens om doeltreffend met de omgeving om te gaan mensen willen hun omgeving exploreren, begrijpen en beheersen.
› Een perceptie van persoonlijke effectiviteit.
› Wie zich competent voelt, pakt met meer zelfvertrouwen zijn werk aan, maar voelt zich ook beter in zijn vel.
› Wat kan je doen als leider?
o Positieve feedback geven onderzoek toont aan dat positieve feedback het besef van competentie doet toenemen.
o Bedanken
o Context en kader van een taak duidelijk maken
o Leerkansen voorzien
o Voor voldoende uitdaging zorgen
Licht de flow theorie toe
In de ze theorie wordt de emotionele toestand weergegeven, waarin iemand zich kan bevinden gedurende het uitvoeren van een taak of activiteit.
Leunt aan bij de bevlogenheidstheorie / engagement theory.
Als je heel veel uitdagingen ervaart (in je job) en je hebt de vaardigheden niet, dan ervaar je veel stress –> veel stress verhoogt het risico op BURN-OUT
Als je veel vaardigheden hebt maar je wordt niet uitgedaagd –> dit kan leiden tot apathie / verveling –> BORE-OUT
Je wordt op het juiste niveau uitgedaagd en je hebt ook voldoende vaardigheden –> hierdoor ben je geconcentreerd / gelukkig –> FLOW
Wat is de 4de basisbehoefte die er later is bijgekomen?
Meaningfullness= betekenis geven aan de mensen
Wat is bevlogen Leiderschap (engaging leaderschip)
Bevlogen leiderschap is een stijl van leidinggeven waarbij de leider zich kenmerkt door passie, energie, betrokkenheid en inspiratie. Het gaat om leiders die niet alleen doelen nastreven, maar ook anderen enthousiast weten te maken, vertrouwen geven en een positieve werkomgeving creëren.
Hoe bereik je bevlogenheid?
Indien je iemand zijn autonomie wil bevorderen, dan ga je die proberen empoweren. Om de betrokkenheid te bevorderen, gaat men aan connecting doen als leidinggevende. Om competentie te onderbouwen, gaat men gaan versterken (in hun eigen competenties). Meaningfullness gaat men bevorderen door inspirerend te werken (bv. omtrent patiëntveiligheid). De leider zal effect hebben op de 4 basisbehoeften.
als aan de 4 basisbehoeften (ZDT) voldaan wordt, hoe resulteert dit?
- Vitaliteit
- Toewijding
- Absorptie