voc 10 Flashcards
(96 cards)
1
Q
leider
A
un dirigeant
2
Q
uitwijzen
A
expulser
3
Q
vervalsen
A
truquer
4
Q
stemlijst
A
une liste électorale
5
Q
geheime stemming
A
le vote à bulletins secrets
6
Q
telling van de stemmen
A
le dépouillement du scrutin
7
Q
van kracht
A
en vigueur
8
Q
ontbinden
A
dissoudre
9
Q
Nationale Vergadering
A
l’Assemblée nationale
10
Q
stroming
A
un courant
11
Q
onbeperkte macht
A
les pleins pouvoirs
12
Q
afgevaardigde
A
un député
13
Q
zittingstijd
A
une législature
14
Q
indirecte alg verkiezingen
A
le suffrage universel indirect
15
Q
gemeenteraad
A
le conseil municipal
16
Q
departementsraad
A
le conseil général
17
Q
ergens voor zijn
A
être favorable de
18
Q
samenvallen
A
coïncider
19
Q
uitlopen, tot uiting komen
A
se traduire
20
Q
actievoerder
A
un militant
21
Q
ontsttaan zijn uit
A
être issu de
22
Q
scheuring
A
un scission
23
Q
splintergroepering
A
un groupuscule
24
Q
vaste kiezers
A
l’électorat de base
25
opeisen
revendiquer
26
kernuitstap
la sortie du nucléaire
27
verkiezing bij meerderheid stemmen
le scrutin majoritaire
28
op kop liggen
arriver en tête
29
herstemming
le scrutin de ballotage
30
evenredige verkiezing
le scrutin à la proportionelle
31
gelijkheid m/v
la parité
32
percentage niet-stemmers
le taux d'abstention
33
andersglobalistisch
altermondialiste
34
betrokken zijn
être concerné
35
Europees Frankrijk
la France métropolitaine
36
gemeente
une commune
37
gebiedsgemeenschap
une collectivité
38
behoud
le maintain
39
bestuur
l'administration
40
lagere overheid
une collectivité locale
41
bevoegdheid
la compétence
42
stedenbouw
l'urbanisme
43
burgers
les administrés
44
aanzienlijk
considérable
45
opeisen
revendiquer
46
duidelijk tonen
affirmer
47
voorrangs-
préponderant
48
straf
un châtiment
49
waken over
veiller à
50
oproer
une émeute
51
strafproces
un procès penal
52
overtreding, strafbaar feit
une infraction
53
overtreding
contravention
54
nachtelijk burengerucht
le tapage nocturne
55
laster, smaad
une diffamation
56
belediging
une injure
57
boete
une amende
58
onvoorwaardelijk
ferme
59
voorwaardelijk
avec sursis
60
aanslag, inbreuk
une atteinte
61
het niet bijstaan van iem in levensgevaar
le non-assistance à personne en danger
62
het peste,
le harcèlement moral
63
inbraak
un cambriolage
64
strafkamer van de arrondissementsrechtsbank
le tribunal correctionel
65
jurylid
un juré
66
onvoering
un enlèvement
67
valsemunterij
le faux-monnayage
68
verhoor
un interrogatoire
69
huizoeking
une perquisition
70
voorlopige hechtenis
la garde à vue
71
bekentenis
un aveu
72
rechter-commissaris, onderzoeksrechter
un juge d'instruction
73
voor rechtbank verschijnen
comparaître
74
verdachte
un inculpé
75
in de war brengen
confondre
76
kruisverhoor
un interrogatoire contradictoire
77
uitvaardigen
délivrer
78
arrestatiebevel
un mandat d'arrêt
79
voorlopige hechtenis
la détention préventive
80
ontslag van rechtsvervolging
un non-lieu
81
rechtszitting
une audience
82
verdachte
un prévenu
83
in de getuigenbank roepen
appeler à la barre
84
getuige à charge
un témoin à charge
85
eed
un serment
86
beraadslagen
délibérer
87
schuld bekennen
plaider coupable
88
advocaat van de verdediging
avocat de la défense
89
noodweer
la légitime défense
90
verzachtende omstandigheden
les circonstances atténuantes
91
hof van beroep
la cour d'appel
92
nietig verklaren
casser
93
vrijspreken
acquitter
94
strijdkrachten
les forces armées
95
onschendbaarheid
l'intégrité
96
beschikken over
disposer de
