voc 2 Flashcards
enkel moeilijke woorden (36 cards)
1
Q
bezoeken
A
fréquenter
2
Q
leiden, beheren
A
gérer
3
Q
examen, test
A
une épreuve
4
Q
eindexamen middelbaar
A
baccalauréat
5
Q
eerste schoolbezoek
A
la scolarisation
6
Q
kleuterschool
A
une école maternelle
7
Q
beginnen
A
aborder
8
Q
3 tem 5 jaar
A
préélementaire
9
Q
verschillende cours
A
1) préparatoire 2) elementaire 3) moyen
10
Q
blijven zitten
A
redoubler
11
Q
scholier
A
un collégien
12
Q
regionaal opleidingscentrum
A
centre de formation des apprentis
13
Q
vakman
A
un ouvrier qualifié
14
Q
geschoold werknemer
A
un employé qualifié
15
Q
het behalen
A
l’obtention
16
Q
beroepsopleiding
A
formation professionelle
17
Q
aan het einde van
A
à l’issu de
18
Q
middelbare scholier
A
lycéen
19
Q
diploma in de wacht slepen
A
décrocher un diplôme
20
Q
einddiploma
A
qualification
21
Q
overbevolkt
A
surpeuplé
22
Q
overbezet
A
surchargé
23
Q
schadelijk
A
néfaste
24
Q
een personeelslid
A
un effectif
25
diepgaand
approfondi
26
streven naar
viser à
27
lesrooster
un emploi du temps
28
zich uitbreiden
prendre de l'ampleur
29
afpersing
la racket
30
geven
dispenser
31
zich groeperen
s'articuler
32
resulteren in
aboutir à
33
behandelen
aborder
34
uitmonden in
déboucher sur
35
vergelijkend examen
un concours
36
hoge ambtenaar
un haut fonctionnaire
