voc. 100-150 Flashcards

(51 cards)

1
Q

somnus

A

somni
de slaap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

sedes

A

sedis v.
de zitplaats, de verblijfplaats

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

gens

A

gentis v.
het geslacht, de volksstam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

consilium

A

consilii
het overleg, de raad, het plan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

fatum

A

fati
het lot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

iniuria

A

iniuriae
het onrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

dulcis

A

dulcis, dulcie, dulcis
zoet, lief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

alter

A

altera, alterum, alterius
de ander(e)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

dux

A

ducis, m.
de leider

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

pugna

A

pugnae
het gevecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

alius

A

alia, aliud, alterius
een ander(e)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

vacuus +

A

+ ABL
vacua, vacuum
leeg, vrij van

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

invidia

A

invidiae
de jaloezie, de haat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

decus

A

decoris o.
de eer, het sieraad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

servus

A

servi
de slaaf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

via

A

viae
de weg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

barbarus

A

barbara, barbarum
vreemd, onbeschaafd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

preces

A

precum m mv
de smeekbeden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

opus

A

operis o.
het werk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

pax

A

pacis v.
de vrede

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

communis +

A

+DAT
communis, commune, communis
gemeenschappelijk aan

22
Q

nonnulli

A

nonnullae, nonnulla
enkele

23
Q

par +

A

+DAT
par, par, paris
gelijk aan, opgewassen tegen

24
Q

ingens

A

ingens, ingens, ingentis
reusachtig

25
victor
victoris m. de overwinnaar
26
iustus
iusta, iustum rechtvaardig
27
fortuna
fortunae het lot, de toestand
28
imperium
imperii de heerschappijn het opperbevel, het rijk
29
socius
socii de bondgenoot, de deelgenoot
30
terra
terrae de aarde, het land
31
vetus
vetus, vetus, veteris oud
32
moenia
moenium o mv. de stadsmuren
33
summa
summae de hoofdzaak, het geheel
34
annus
anni het jaar
35
insignis
insignis, insigne, insignis opvallend
36
sacer
sacra, sacrum heilig, gewijd
37
novus
nova, novum nieuw
38
arma
armorum de wapens
39
cuncti
conctae, concta alle
40
natura
naturae de natuur, de aard
41
pectus
pectoris o de borst, het hart, het verstand
42
frumentum
frumenti het graan
43
consuetudo
consuetudinis v. de gewoonte
44
plebs
plebis v. de blebejers, het volk
45
genus
generis o. de afkomst, de soort
46
vallum
valli de wal
47
caput
capitis o. het hoofd, het hoofdstuk
48
collis
collis m. de heuvel
49
talis
talis, tale, talis zodanig
50
iudex
iudicis m. de rechter
51
telum
teli het aanvalswapen, het projectiel