Voc T3 Flashcards
(129 cards)
1
Q
het abonnement
A
l’abonnement (m)
2
Q
de activiteit
A
l’activité (f)
3
Q
het voordeel
A
l’avantage (m)
4
Q
de bibliotheek
A
la bibliothèque
5
Q
de communicatie
A
la communication
6
Q
de ontwikkeling
A
le dévoloppement
7
Q
het nadeel
A
l’inconvénient (m)
8
Q
het interview
A
l’interview (f)
9
Q
de brief
A
la lettre
10
Q
het boek
A
le livre
11
Q
de boodschap
het bericht
A
le message
12
Q
het publiek
A
le public
13
Q
de doelgroep
A
le public cible
14
Q
prettig
A
amusant(e)
15
Q
dom
A
bête
16
Q
interessant
A
intéressant(e)
17
Q
vrij
A
libre
18
Q
stom
A
nul / nulle
19
Q
dol zijn op
heel graag zien
A
adorer
20
Q
houden van
graag zien
A
aimer
21
Q
communiceren
A
communiquer
22
Q
luisteren (naar iets)
A
écouter (quelque chose)
23
Q
horen
A
entendre
24
Q
lezen
A
lire
25
spreken over
parler de
26
een abonnement nemen
prendre un abonnement
27
nadenken
réfléchir
28
(naar iets) kijken
regarder (quelque chose)
29
zich abonneren (op)
s'abonner (à)
30
zich richten tot
s'adresser à
31
zich herinneren
se souvenir de
32
zich interesseren voor
s'intéresser à
33
de app
l'appli(cation) (f)
34
de klik
le clic
35
de surfer (op het internet)
l'internaute (m/f)
36
de link
le lien
37
het paswoord
le mot de passe
38
de zoekmachine
le moteur de recherche
39
de login
de gebruikersnaam
le nom d'utilisateur
40
de melding
la notification
41
de ICT
les TIC
42
digitaal
numérique
43
toegang hebben tot
avoir accès à
44
klikken
cliquer
45
de computer uitzetten
éteindre l'ordinateur
46
(een app) installeren
installer (une appli)
47
surfen (op het internet)
naviguer (sur Internet)
48
bewaren
opslaan
sauvegarder
49
zich aanmelden
se connecter
50
zich uit de slag trekken
zijn plan trekken
se débrouiller
51
zich afmelden
se déconnecter
52
intikken
taper
53
downloaden
télécharger
54
het evenement
de gebeurtenis
l'évènement (m)
55
het (banale) nieuwsfeit
le fait divers
56
de informatie
l'information (f)
57
de journalist
de journaliste
le / la journaliste
58
het volk
de wereld
le monde
59
de politiek
la politique
60
de sport
les sports (m)
61
de vedette
la vedette
62
internationaal
international(e)
63
lokaal
plaatselijk
local(e)
64
nationaal
national(e)
65
regionaal
régional(e)
66
op zoek zijn naar
être à la recherche de
67
informeren
informer
68
liegen
mentir
69
durven
oser
70
zich concentreren
se concentrer
71
zich vergissen
se tromper
72
zich informeren
s'informer
73
op de hoogte blijven van de actualiteit
suivre l'actualité
74
zappen
zapper
75
in verband met
à propos de
76
het internet
le Net
77
de site
le site
78
een krant online/digitaal lezen
lire un journal en ligne
79
surfen (op het internet)
surfer (sur Internet)
80
de zender
la chaîne
81
het scherm
l'écran (m)
82
de uitzending
het programma
l'émission (f)
83
het beeld
l'image (f)
84
de verkeersinformatie
l'info trafic (f)
85
het (tv-)journaal
le journal télévisé (le JT)
86
de presentator
de presentatrice
le présentateur
la présentatrice
87
de radio
la radio
88
de omroeper
de omroepster
le speaker
la speakerine
89
de technicus
le technicien
90
de tv
la télé
91
de afstandsbediening
la télécommande
92
het volume
le volume
93
de klank luider zetten
augmenter le son
94
de klank stiller zetten
baisser le son
95
naar het nieuws luisteren
écouter les nouvelles
96
opnemen
enregistrer
97
presenteren
présenter
98
naar het nieuws kijken
regarder les informations
99
de reclame
la pub
la publicité
100
onthouden
retenir
101
de hoofdtelefoon
le casque
102
de sessie
la session
103
een videospel spelen
jouer à un jeu vidéo
104
de batterij
la batterie
105
de lader
la chargeur
106
de hoes
la coque
107
de smartphone
de gsm
le smartphone
108
uitgerust (met)
équipé(e) (de)
109
bezet
occupé(e)
110
zijn gsm aanzetten
allumer son portable
111
iemand bellen
appeler quelqu'un
112
zijn gsm uitzetten
éteindre son portable
113
ontvangen
recevoir
114
(de batterij) opladen
recharger (la batterie)
115
iemand opbellen
téléphoner à quelqu'un
116
de batterij is plat
la batterie est à plat
117
het e-mailadres
l'adresse mail (f)
118
de blog
le blog
119
de e-mail
l'e-mail (m)
le mail
120
de smiley
l'émoticône (f)
121
het forum
le forum
122
de hashtag
le hashtag
123
de sociale netwerken
de sociale media
les réseaux sociaux (m)
124
de chat
le tchat
125
(een bericht) verzenden
envoyer (un message)
126
reageren
réagir
127
antwoorden
répondre
128
online
en ligne
129
bereikbaar zijn
être joignable
