Vocabulaire Trajet 1 Flashcards
(137 cards)
1
Q
de uitdaging
A
le défi
2
Q
de verbandkist / de EHBO - kit
A
la trousse de secours
3
Q
de toiletzak
A
la trousse de toilette
4
Q
de zonnecrème
A
la crème solaire
5
Q
de uitrusting
A
l’équipement
6
Q
de zaklamp
A
la lampe torche
7
Q
de drinkfles
A
la gourde
8
Q
het kompas
A
la boussole
9
Q
de aansteker
A
le briquet
10
Q
de wandelkaart
A
la carte de randonnée
11
Q
het zakmes
A
le canif
12
Q
de koord
A
la corde
13
Q
de vervangkledij, de reservekledij
A
le vêtement de recharge
14
Q
het toiletpapier
A
le papier toilette
15
Q
de balpen
A
le bic = le stylo
16
Q
het schriftje/ boekje
A
le carnet
17
Q
de opblaasbare matras
A
le matelas gonflable
18
Q
de slaapzak
A
le sac de couchage
19
Q
de rugzak
A
le sac à dos
20
Q
het dagboek
A
le journal intime
21
Q
rot
A
pourri(e)
22
Q
de brug
A
le pont
23
Q
het vlot
A
le radeau
24
Q
nat zijn
A
être mouillé
25
in het water vallen
tomber à l'eau
26
de mug
le moustique
27
het tuinhuis
la cabane de jardin
28
de spin
l'araignée
29
het struikgewas
les broussailles
30
het everzwijn
le sanglier
31
het kompas
la boussole
32
vegen, doorzoeken
balayer
33
de bron
la source
34
vinden, bemerken
détecter
35
in hoofdletters
en capitales = en majuscules
36
de grafiek
le graphique
37
de familieband
le lien familial
38
de etappe
l'étape
39
de wandeling
la randonnée
40
liften
faire de l'autostop
41
beschikken over
disposer de
42
uitgeven
dépenser
43
bereiken
atteindre
44
begrijpen
capter = comprendre
45
doorstreept, hier: afgezet, geblokkeerd
barré(e)
46
verdiend
mérité(e)
47
aanraden
recommander = conseiller
48
D - day, de dag van een belangrijke geplande gebeurtenis
le jour J
49
de hittegolf
la canicule
50
de blaar
l'ampoule
51
de bungee jumping
le saut à l'élastique
52
het wild dier
l'animal sauvage
53
het dier uit het bos/woud
l'animal de la fôret
54
de leuze
la devise
55
de blauw - wit - rode vlag
le drapeau bleu blanc rouge
56
de Franse driekleur
le drapeau tricolore
57
de staat
l'état
58
de nationale feestdag
la fête nationale
59
de regering
le gouvernement
60
het volkslied
l'hymne national
61
vrijheid, gelijkheid, broederschap
liberté, égalité, fraternité
62
Marianne
Marianne
63
de Marseillaise
la Marseillaise
64
de president(e)
le président, la présidente
65
de koningin
la reine
66
de republiek
la république
67
de revolutie
la révolution
68
de koning
le roi
69
he koninkrijk
le royaume
70
het teken
le signe
71
het symbool
le symbole
72
de baai
la baie
73
het platteland
la campagne
74
de waterval
la cascade
75
de heuvel
la colline
76
de kust
la côte
77
de woestijn
le désert
78
de duin
la dune
79
de vijver
l'étang
80
de klif
la falaise
81
de stroom
le fleuve
82
de rotskloof
les gorges
83
het eiland
l'île
84
het meer
le lac
85
de zee
la mer
86
de berg
la montagne
87
de Mont Blanc
le Mont Blanc
88
het uitzicht
le point de vue
89
de rivier
la rivière
90
de rots
la roche
91
de rots
le rocher
92
het pad
le sentier
93
de bergtop
le sommet
94
de bron
la source
95
de vallei, het dal
la vallée
96
de vulkaan
le volcan
97
de jeugdherberg
l'auberge de jeunesse
98
de autosnelweg
l'autoroute
99
de camping
le camping
100
de gastenkamer
la chambre d'hôtes
101
de weg
le chemin
102
de ster
l'étoile
103
de excursie
l'excursion
104
de (landelijke) vakantiewoning
le gîte (rural)
105
de Michelingids
le guide Michelin
106
het Zuiden van Frankrijk
le Midi
107
de dienst voor toerisme
l'office de tourisme
108
het (verkeers)bord
le panneau
109
de tol
le péage
110
de wandeling
la promenade
111
de tocht, lange wandeling
la randonnée
112
de departementale weg
la RD, la D (route départementale)
113
de nationale weg
la RN, la N (route nationale)
114
in / naar het buitenland
à l'étranger
115
de buitenwijken
la banlieue
116
de hoofdstad
la capitale
117
de gemeente
la commune
118
het departement
le département
119
het overzeese departement
le D.O.M. (département d'outre- mer)
120
de zeshoek
l'hexagone
121
het stadhuis
l'hôtel de ville
122
het stadhuis
la mairie
123
de regio, streek
la région
124
de stad
la ville
125
het aperitief
l'apéritif / l'apéro
126
het stokbrood
la baguette
127
de bouillabaisse
la bouillabaisse
128
de schotel op basis van zuurkool
la choucroute
129
de schaaldieren
les crustacés
130
de slakken
les escargots
131
het dunne stokbrood
la ficelle
132
de Provençaalse kruiden
les herbes de Provence
133
de olijfolie
l'huile d'olive
134
het streekproduct
le produit de terroir
135
de ratatouille
la ratatouille
136
de rijst
le riz
137
de tartiflette
la tartiflette
