Voedingsleer PP5 Flashcards

(16 cards)

1
Q

Wat zijn vitaminen?

A

Chemische verbindingen die essentieel zijn voor groei, herstel en een goed functionerend lichaam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar komen vitaminen vandaan?

A

Ze komen van nature voor in voeding en werken samen met mineralen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Maakt het lichaam vitaminen zelf aan?

A

Nee, of slechts in onvoldoende mate.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke vitaminen zijn vetoplosbaar?

A

A, D, E, K.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarin zitten vetoplosbare vitaminen en hoe verwerkt het lichaam ze?

A

In het vet van voeding; ze worden opgeslagen in het lichaam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke vitaminen zijn wateroplosbaar?

A

B1, B2, B3, B5, B6, B8, B11, B12, C.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat gebeurt er met een teveel aan wateroplosbare vitaminen?

A

Ze verlaten het lichaam via de urine (behalve B12, die wel wordt opgeslagen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het verschil tussen vitaminen en mineralen?

A

Vitaminen komen uit levende natuur, mineralen uit dode natuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Kunnen we zelf mineralen aanmaken?

A

Nee, het lichaam kan ze niet zelf aanmaken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarvoor zijn mineralen en sporenelementen nodig?

A

Voor de regulatie van enzymen en hormonen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het verschil tussen een mineraal en een sporenelement?

A

Van mineralen heb je meer nodig dan van sporenelementen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Noem 3 essentiële mineralen.

A

Calcium, Magnesium, Kalium (ook: Natrium, Chloride, Fosfor).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Noem 3 essentiële sporenelementen.

A

IJzer, Jodium, Zink (ook: Koper, Chroom, Mangaan, Seleen, Molybdeen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hebben we supplementen nodig?

A

Meestal niet, tenzij er een tekort is door o.a. roken, stress, intensief sporten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom moeten we oppassen met supplementen?

A

Te hoge doses (zoals van B6) kunnen schadelijk zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de aanbevolen richtlijn voor inname van vitaminen en mineralen?

A

De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH).