voegwoorden 2023 Flashcards
(85 cards)
1
Q
afin que
A
opdat
2
Q
pour que
A
opdat
3
Q
afin de
A
om te, ten einde
4
Q
pour
A
om te, ten einde
5
Q
om te, ten einde
A
pour, afin de
6
Q
opdat
A
pour que, afin que
7
Q
alors que
A
terwijl (bij tegenstelling)
8
Q
tandis que
A
terwijl (bij tegenstelling)
9
Q
terwijl (bij tegenstelling)
A
alors que, tandis que
10
Q
aussitot que
A
zodra
11
Q
Dès que
A
zodra
12
Q
zodra
A
aussitot que, dès que
13
Q
avant que
A
voordat
14
Q
voordat
A
avant que
15
Q
bien que
A
hoewel, ofschoon
16
Q
quoique
A
hoewel, ofschoon
17
Q
c’est qu’il
A
dat komt omdat
18
Q
comme (tijd)
A
juist toen, terwijl (tijd)
19
Q
comme si
A
alsof
20
Q
comme
A
daar, omdat
21
Q
dat komt omdat
A
c’est qu’il
22
Q
terwijl (tijd)
A
comme
23
Q
daar, omdat
A
comme
24
Q
lorsque
A
toen
25
au fur et à mesure que
al naar gelang
26
de meme que
evenals, zoals
27
comme
evenals, zoals
28
à moins que
tenzij
29
al naar gelang
au fur et à mesure que
30
evenals, zoals
de meme que, comme
31
tenzij
à moins que
32
à peine ....que
nauwelijks....of
33
au point que
zozeer dat
34
pourvu que
mits, als maar
35
puisque
aangezien, omdat...immers
36
quand meme
ook al, zelfs wanneer
37
si
al
38
de sorte que
zodat
39
tant que
zolang
40
tel que
zoals
41
tellement...que
zo...dat
42
mits, als maar
pourvu que
43
aangezien
puisque
44
zoals
tel que
45
zolang
tant que
46
zo... dat
tellement que
47
toch
pourtant
tout de meme
toutefois
quand meme
48
zowel...als
tant...que
49
pourtant
toch
50
tout de meme
toch
51
toutefois
toch
52
quand meme
toch
53
tant...que
zowel...als
54
sinon
anders, zo niet
55
soit...soit
of...of
56
anders, zo niet
sinon
57
of...of
soit...soit
58
ainsi que
evenals, en ook
59
à la limite
in het ergste geval
60
à la rigueur
als het echt niet anders kan
61
apparemment
blijkbaar, klaarblijkelijk
62
aussi
daarom
63
bien entendu, evidemment
vanzelfsprekend
64
brusquement, soudain
plotseling, ineens
65
d'ailleurs
trouwens, bovendien
66
de plus/en outre/encore
bovendien
67
de prime abord
bij de eerste aanblik/op het eerste gezicht
68
de toute évidence
kennelijk, overduidelijk
69
de toute facon
hoe dan ook
70
également
eveneens, ook
71
en revanche
van de andere kant
72
evenals, en ook
ainsi que
73
in het ergste geval
à la limite
74
à la rigueur
als het echt niet anders kan
75
blijkbaar, klaarblijkelijk
apparemment
76
daarom
aussi
77
vanzelfsprekend
bien entendu, evidemment
78
plotseling, ineens
brusquement, soudain
79
trouwens, bovendien
d'ailleurs
80
bovendien
de plus/en outre/encore
81
bij de eerste aanblik/op het eerste gezicht
de prime abord
82
kennelijk, overduidelijk
de toute évidence
83
hoe dan ook
de toute facon
84
eveneens, ook
également
85
van de andere kant
en revanche
