vreemde woorden of leenwoorden Flashcards

(52 cards)

1
Q

log in

A

login (uitzondering op liggenstreep waarvan het tweede deel een voorzetsel is dat met een klinker begint)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

stand by

A

stand-by (uitzondering op het feit dat je aan elkaar schrijft wanneer voorzetsel met een medeklinker begint)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

would be

A

would-be (uitzondering op het feit dat je aan elkaar schrijft wanneer voorzetsel met een medeklinker begint)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

top down

A

top-down (uitzondering op het feit dat je aan elkaar schrijft wanneer voorzetsel met een medeklinker begint)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

last minute

A

last minute (combinatie van eenlettergrepig adjectief zonder hoofdklemtoon schrijf je los)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

first lady

A

first lady (combinatie van eenlettergrepig adjectief zonder hoofdklemtoon schrijf je los)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

lost generation

A

lost generation (combinatie van eenlettergrepig adjectief zonder hoofdklemtoon schrijf je los)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

free lance

A

freelance (combinatie met een eenlettregepig adjectief met hoofdklemtoon schrijf je aaneen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hard rock

A

hardrock (combinatie met een eenlettregepig adjectief met hoofdklemtoon schrijf je aaneen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

part time

A

parttime (combinatie met een eenlettregepig adjectief met hoofdklemtoon schrijf je aaneen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

soft ware

A

software (combinatie met een eenlettregepig adjectief met hoofdklemtoon schrijf je aaneen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

aklimatiseren

A

acclimatiseren (je schrijft c in woorden die beginnen met acc (ipv k))

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

accolade

A

accolade (je schrijft c in woorden die beginnen met acc (ipv k))

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

oktopus

A

octopus (je schrijft c in woorden die beginnen met oc (ipv k) behalve oktober)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

produkt

A

product

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

lokatie

A

locatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

bibliothekaris

A

bibliothecaris

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

elektroshock

A

elekroschock (elektro altijd met k)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

excact

A

exact

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

excitentialisme

A

exiStentialism

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

seksappeal/ seksy

A

sexappeal/ Sexy

22
Q

antiquiteit

23
Q

cheque

24
Q

etikwuete

25
quaruantaine
quarantaine
26
disqualificeren
diskwalificeren
27
qualiteit
kwaliteit
28
quedraat
kwadraat
29
akwarium
aquarium
30
delikwent
deliquent
31
kwasi
quasi
32
quiz
quiz(zen)
33
apoteek
apotheek
34
empatie
empathie
35
sympatiek
sympathiek
36
homeopaath, osteopaath,
homeopaat, osteopaat
37
asthma
astma (je schrijft alleen -t voor een medeklinker)
38
athleet
atleet (je schrijft alleen -t voor een medeklinker)
39
rithme
ritme (je schrijft alleen -t voor een medeklinker)
40
crysanth
crysant (je schrijft alleen -t op het einde)
41
labyrinth
labyrint (je schrijft alleen -t op het einde)
42
autochthoon
autochtoon (je schrijft alleen -t na ch of f)
43
difthong
diftong (je schrijft alleen -t na ch of f)
44
amuzeren
amuseren (s na wekrwooden op -(i)seren)
45
bazeren
baseren (s na wekrwooden op -(i)seren)
46
immunizeren
immuniseren (s na wekrwooden op -(i)seren) maar pauzeren
47
bazis
basis (s tussen twee klinkers)
48
dezerteren
deserten (s tussen twee klinkers)
49
illuzie
illusie (s tussen twee klinkers)
50
amoureuse
amoureuze (z in vorbogen vormen van adjectieven op -(i)eus)
51
dubieuse
dubieuze (z in vorbogen vormen van adjectieven op -(i)eus)
52
luxueuse
luxueuze (z in vorbogen vormen van adjectieven op -(i)eus)