W2 - SG Week 2 Flashcards

1
Q

In wat voor cellen bevindt aspartaataminotransferase (ASAT) zich met name? (3)

A

Leverparenchym, hartspierweefsel-cellen, erythrocyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke bewering over virale hepatitis is onjuist? (1)
1.Acute hepatitis A, B, D en E geneest bij minimaal 90% van de patiënten na 10 weken
2.Hepatitis C wordt vaak overgedragen door onbeschermde geslachtsgemeenschap
3.De behandeling van acute virale hepatitis is symptomatisch
4.Hepatitis B komt vaker voor bij Aziaten dan bij Europeanen

A

2.is onjuist, Hep C wordt overgedragen door bloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

SAT hoger dat LAT dan zijn ze …? Wat hoort hier en wat betekent het?

A

ZAT, een ALAT-waarde hoger dan de ASAT waarde hoort bij alcoholische hepatitis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke bewering over hep B-infectie in onjuist:
1.HBV kan leiden tot een chronische infectie
2.HBV kan leiden tot een acute infectie
3.HBV wordt parentaal, feco-oraal en permucosaal overgebracht

A

3.is onjuist, HBV wordt niet feco-oraal overgedragen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wordt hep A feco-oraal overgedragen?

A

Ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Virale infecties kunnen hepatitis veroorzaken. Noem 5 andere veelvoorkomende oorzaken van een ontsteking van de lever.

A

Toxische hepatitis (NSAIDs), alcoholische hepatitis, auto-immuunziekten, galstenen, niet-alcoholische leversteatose (vervetting van de lever)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Naast de klassieke virale hepatiden kunnen veel andere virussen zorgen voor ontsteking van de lever. Welke kent u? Noem er 4

A

Cytomegalievirus, epstein-barr virus, HIV, herpes simplex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De zaalarts vraagt of je bij meneer Rap, een patiënt met toenemende leverinsufficiëntie, de mate van leverinsufficiëntie kunt bepalen. Je stemt toe, opent het digitale patiëntdossier en vinkt de volgende labtesten aan:
A.ALAT, AF, ureum, natrium, kalium, calcium
B.ALAT, ASAT, gamma-glutamyltransferase, AF
C Bilirubine, albumine, protrombine tijd, ALAT, ASAT, gamma-glutamyltransferase, AF
D. Albumine, protrombine tijd (INR), bilirubine

A

D, want dat is specifiek voor de lever

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welk deel van de lever (links/rechts) is segment 1-4?

A

Links

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welk deel van de lever (links/recht) is segment 5-8?

A

Rechts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Een MDL arts vermoed galwegpathologie. De alkalische fosfatase is verhoogd. Welke laboratoriumbepaling zal de MDL-arts minimaal ook nog willen bepalen?

A

gamma-GT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Zit gamma-GT op het celmembraan van alle cellen? Welke wel/niet?

A

Nee, niet op spiercellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar zit alkalische fosfatase? (2)

A

Epitheelcellen van galwegen en darm, als verhoogd dan is er dus celschade

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar zit de irritatie als G-GT en AF verhoogd?

A

Galwegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Is er infectie beeld bij ALAT + ASAT verhoogd?

A

Ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q
A