WC/01 Prokaryoten en eukaryoten

Question 1

Welke organellen bevat de eukaryote cel? En de prokaryote cel?

Answer 1

De eukaryote cel bevat de volgende organellen: nucleus, ER, Golgi-apparaat, ribosomen,
mitochondriën, lysosomen en plastiden (in planten cellen). De prokaryote cel bevat géén
organellen

Question 2

Bevat een mitochondrium 18S rRNA of 16S rRNA?

Answer 2

Een mitochondrium bevat 16S rRNA, net als de prokaryoot. Dit komt omdat het mitochondrium is
geëvolueerd uit een prokaryote cel.

Question 3

Waaruit bestaat het plasmamembraan van eukaryoten?

Answer 3

Fosfolipiden

Question 4

Welke celwandcomponent hebben planten/schimmels/algen?

Answer 4

Cellulose

Question 5

Waaruit bestaat de celwand van bacteriën?

Answer 5

Peptidoglycaan (gram+ dikke laag, gram - dunne laag)

Question 6

Waaruit bestaat de celwand van Archaea?

Answer 6

Eiwitten gekoppeld aan suikergroepen (S-layer)

Question 7

Hebben Archaea een cytoplasmamembraan?

Answer 7

Nee

Question 8

Wat bevindt zich onder de celwand bij eukaryoten en bacteriën?

Answer 8

Cytoplasmamembraan

Question 9

Wat is het verschil in membraanlipiden tussen eukaryoten en Archaea?

Answer 9

Eukaryoten: D-glycerol + esther onvertakt vetzuur; Archaea: L-glycerol + ether + vertakt isopreen

Question 10

Hoe is het DNA bij eukaryoten georganiseerd?

Answer 10

Dubbelstrengs lineair DNA in de kern met histonen

Question 11

Hoe is het DNA bij bacteriën en Archaea georganiseerd?

Answer 11

Dubbelstrengs circulair DNA

Question 12

Hoeveel chromosomen hebben eukaryoten?

Answer 12

Meerdere

Question 13

Hoeveel chromosomen hebben prokaryoten?

Answer 13

Eén

Question 14

Welke van deze drie heeft plasmiden:
Eukaryoten
Bacterien
Archea

Answer 14

Bacterien en Archea

Question 15

Hebben eukaryoten intronen en exonen?

Answer 15

Ja

Question 16

Hebben bacteriën intronen?

Answer 16

Nauwelijks

Question 17

Hebben Archaea intronen?

Answer 17

Soms

Question 18

Hoeveel typen RNA-polymerase hebben eukaryoten?

Answer 18

Meerdere

Question 19

Hoeveel typen RNA-polymerase hebben bacteriën?

Answer 19

Eén type voor rRNA

Question 20

Hoeveel typen RNA-polymerase hebben Archaea?

Answer 20

Meerdere

Question 21

Waar vindt transcriptie plaats bij eukaryoten?

Answer 21

In de celkern

Question 22

Waar vindt transcriptie plaats bij bacteriën en Archaea?

Answer 22

In het cytoplasma

Question 23

Waar vindt translatie plaats?

Answer 23

In ribosomen in het cytoplasma (bij alle drie)

Question 24

Wat is het ribosoomtype van eukaryoten?

Answer 24

80S (18S rRNA) (40S en 60S subunits)

Question 25

Wat is het ribosoomtype van bacteriën?

Answer 25

70S (16S rRNA) (30S en 50S subunits)

Question 26

Wat is het ribosoomtype van Archaea?

Answer 26

80S (18S rRNA) (40S en 60S subunits)

Question 27

Wat is het initiator-aminozuur bij eukaryoten?

Answer 27

Methionine

Question 28

Wat is het initiator-aminozuur bij bacteriën?

Answer 28

Formyl-methionine

Question 29

Wat is het initiator-aminozuur bij Archaea?

Answer 29

Methionine

Question 30

Wat gebeurt er met RNA na transcriptie bij eukaryoten?

Answer 30

RNA wordt gemodificeerd: poly-A staart