WC/03 Translatie, werking antibiotica op translatie en eiwit lokalisatie Flashcards

(10 cards)

1
Q

Welke moleculen en complexen zijn nodig voor translatie

A

mRNA, tRNA, kleine subunit ribosoom, grote subunit ribosoom. (en verschille de Initiatie factoren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke sequentie (nucleotide volgorde) heeft de translatie start site?

A

AUG (ATG in DNA!)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de sequentie van het anti-codon van de translatie start site? In welk molecuul zit deze sequentie en welk aminozuur zit hieraan gebonden?

A

CAU, zit in tRNA en aminozuur methionine is hieraan gebonden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat doen aminoacyl-tRNA synthetases?

A

Deze enzymen koppelen de juiste tRNAs aan de juiste Aminozuren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat doet de A de P en de E site van het ribosoom?

A

De A site accepteert een volgend tRNA. In de P site wordt het AZ van de tRNA aan het AZ van de
inkomende tRNA gekoppeld. Via de E site verlaat de tRNA het Ribosoom.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom is het ribosoom een goed target voor antimicrobiële middelen?

A

Het ribosoom van de eukaryoot verschilt van die van de prokaryoot, waardoor een antimicrobieel
middel dat aangrijpt op het ribosoom effect heeft op de eiwittranslatie van de prokaryoot en niet
op die van de eukaryoot.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Noem twee manieren waarop eiwitsynthese in de prokaryote cel geremd kan worden.

A

NB: klasse antibiotica hoeven studenten niet te weten
-voorkomt translocatie peptideketen, waardoor translatie stopt (door antibiotica uit de
klasse aminoglycosides).
-Binding aan eiwitten in 30S subunit, waardoor de subunit van vorm verandert en het tRNA niet
meer kan binden aan A-site (door antibiotica uit de klasse tetracyclines).
-Binding aan 50S subunit en remt elongatie van de peptideketen (door antibiotica uit de
klasse macrolides).
-Inhiberen formatie 50S+30S initiatie complex (doorantibiotica uit de klasse aminoglycosides)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Op welke twee plekken in de cel kan een ribosoom een eiwit transleren?

A

In het cytosol of op het ER membraan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waardoor komt een ribosoom op het ER-membraan terecht? En waardoor komt een kern eiwit in de nucleus terecht?

A

Door het N-terminale ER-lokalisatie signaal en het nucleaire import signaal: Beide hebben een bepaalde volgorde van aminozuren aan het begin of oppervlakte van een eiwit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke drie functies maken glycosilatie belangrijk voor de eukaryote cel?

A

Correcte vouwing van het eiwit. Correcte lokalisatie binnen de ER-Golgi-lysoom systeem en
herkenning van cellen als zelf eigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly