WC/04 Het cytoskelet Flashcards

(21 cards)

1
Q

Uit welke drie onderdelen is het cytoskelet opgebouwd?

A

Microtubuli, microfilamenten, intermediate filamenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Uit welke twee structuren kan een microtubulus groeien?

A

Basal body, Centriole

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Geef drie functies van de microtubuli.

A
  • Celvorm behouden (niet ingeduwd worden)
  • Transport van vesikels
  • Uiteen trekken van dochterchromatiden tijdens mitose
  • Beweging van cellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Uit welke twee eiwitten bestaat een microtubuline heterodimeer?

A

Alpha-tubuline en beta-tubuline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke motoreiwitten gebruiken microtubuli als “weg” en welke richting gaan ze op?

A

Kinesine ( - naar +) Dyneïne (+ naar -)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welk molecuul zorgt voor de energie die gebruikt wordt bij transport over de microtubuli?

A

ATP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Geef drie functies van actine.

A
  • Behouden celvorm (uittrekken) * Voortbewegen cellen
  • Spiercontractie
  • Stroming creëeren in cytoplasma
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke structuur heeft een microfilament?

A

Een helix van twee actinepolymeren/ strengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welk motoreiwit is betrokken bij transport over actinefilamenten?

A

Myosine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke structuren worden bedoeld met respectievelijk “thin” filaments en “thick” filaments in spiercellen?

A

Thin filaments zijn actine filamenten en Thick filaments myosine filamenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welk organisme beweegt zich voort m.b.v. pseudopodia?

A

Amoeba

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Noem twee functies van intermediate filamenten?

A
  • Behouden celvorm
  • Op plek houden van organellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Noem twee eigenschappen waarin intermediate filamenten verschillen van zowel de microtubuli als de microfilamenten?

A
  • Intermediate filamenten zijn niet dynamisch
    -Intermediate filamenten kunnen verschillende dikten hebben
    *Intermediate filamenten bestaan uit verschillende eiwitten uit verschillende families
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Eiwitten van welke familie verbinden het cytoskelet aan de extracellulaire matrix?

A

Integrines

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het meest voorkomende eiwit in de extracellulaire matrix?

A

Collageen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een belangrijke rol van de extracellulaire matrix?

A

Coördinatie van activiteiten in alle cellen van een orgaan

17
Q

Wat is een belangrijke functie van “tight junctions” tussen epitheelcellen?

A

Cellen zo strak tegen elkaar houden dat de huid waterdicht is.

18
Q

Wat is een belangrijke functie van zowel “plasmodesmata” als “gap junctions”?

A

Communicatie tussen aangrenzende cellen

19
Q

Benoem de twee onderdelen waaruit microtubuline zijn opgebouwd

A

Alfa- en Betatubuline heterodimeren

20
Q

Benoem het onderdeel waaruit actine is opgebouwd

A

Actinemonemeren

21
Q

Wat gebeurt er als in actine monomeren in een microfilament de ATP niet meer hydroliseert naar ADP.

A

Dan breekt de actine keten (microfilament) niet meer af.