week 1 Flashcards
(34 cards)
biologische evolutie
verandering van allel frequentie in een populatie van generatie op generatie
evolutionaire mechanismen die berusten op toeval (niet-adaptief)
- toeval/genetische drift
- mutatie
- migratie
evolutionaire mechanismen die niet berusten op toeval (adaptief)
- natuurlijke selectie
- seksuele selectie
toeval/genetische drift
willekeurige verandering van allel frequentie van generatie op generatie.
verlaging van genetische diversiteit, sterker in kleinere populaties
natuurlijke selectie
in een populatie van variërende eigenschappen, overleven degene met gunstige eigenschappen. effectiever in grote populaties
seksuele selectie
- intraseksueel (strijd binnen zelfde geslacht)
- interseksueel (ander geslacht kiest)
- verlaagt genetische diversiteit door voorkeur voor hetzelfde
migratie
populatie verandert genetische samenstelling van andere populatie.
verhoogt/vermengd genetische diversiteit
mutatie
willekeurige gebeurtenis dat tot extra genetische variatie leidt. verhoogt genetische diversiteit
founder effect
stichters van een nieuwe populatie bepalen, genetische variatie is vaak niet representatief (neemt af, kan herhaalt worden)
survival of the fittest
organisme die zich het beste heeft aangepast aan een situatie en daardoor meer kan voortplanten
eisen voor evolutie
- variatie van eigenschap in populatie
- overerving van een eigenschap
- verschil in reproductief succes door deze eigenschap
adaptatie
eigenschap die geschikt zijn voor iets en daarvoor gebruikt wordt (gedurende evolutie verbeterd die eigenschap)
exaptatie
kenmerk dat ontstaat in een bepaalde context, blijkt ook voor een andere functie geschikt (kunnen de geleidelijke evolutie van structuren verklaren)
teleologische denkfouten
teleo (doel) - denken dat er een doelgericht proces is, maar dat is niet het geval
antropocentrisme denkfout
antropo (mens) - denken dat de mens centraal staat
antropomorfisme denkfout
morfo (vorm) - menselijke emotie plakken aan dierlijke eigenschappen
convergente evolutie
organismen die op elkaar lijken, maar niet zijn geëvolueerd uit dezelfde voorouder
voorwaarden natuurlijke selectie
- variatie van eigenschap in een populatie
- competitie
- overerving van eigenschap
- verschil in reproductief succes door deze eigenschap
culturele evolutie
gedrag
essentialisme
er is een essentiële vorm en wij kunnen alleen varianten daarvan zien
indeling van aristotalis
dieren en planten classificeren op gedrag en anatomie
indeling van linnaeus
grondlegger van classificatie van nu - naam = genus + soort
indeling jean-baptiste de Lamarck
start van boomstructuur - theorie : ouders maken iets mee en dat wordt doorgegeven (fout)
indeling Dawrin (& Wallace)
vertakkingsproces is soortvormingsproces - alles terug te leiden naar 1 voorouder