week 7

Question 1

comparative method (met fylogenetische stambomen)

Answer 1

• verwantschapspatronen in kaart brengen
• genetische data helpt hierbij
• geen intermediëren aanwezig, dus alleen schattingen

Question 2

voordeel micro organismen bij bestuderen evolutie

Answer 2

• bijna directe observeringen
• snelle generatie
• grote populatie
• gecontroleerde (die je kan manipuleren) condities
• opslaan (invriezen)
• repliceerbaar

Question 3

fitness meten/testen

Answer 3

• competitie tegen voorouders
• populatie door bottle neck halen

Question 4

lenski’s long-term avolution experiment

Answer 4

gestart met mutant selecteren die wel kan groeien op de plat, daarna elke dag verplaatsen naar vers glucose medium

Question 5

long-term dynamics van adaptie

Answer 5

relatieve fitness blijft toenemen, maar toename wordt steeds minder (log) : voordeel mutaties worden steeds minder voordelig

Question 6

short-term dynamics van adaptatie

Answer 6

trap vorm (voordelige mutatie heeft tijd nodig om te verspreiden)

Question 7

eigenschappen die fitness bepalen

Answer 7

kortere lag fase (sneller delen/groeien)

Question 8

hitchhiker effect

Answer 8

mutatie met negatief effect wordt overschaduwd door een meer positief effect van iets anders (dus blijft bestaan)

Question 9

epistasie

Answer 9

effect (+ of -) is afhankelijk van andere mutatie/gen