Week 1 Flashcards
(115 cards)
Wat zijn de hulpademhalingsspieren voor het uitademen?
Intercostales interni en buikspieren
Onderdelen bovenste luchtwegen
Epiglotus, neus, mond, keelholte en strottenhoofd
Functie bovenste luchtwegen
Filteren, bevochtigen lucht en verwarmen lucht
Onderdelen onderste luchtwegen
Trachea
Hoe heten de haartjes op je bronchiën?
Cilia
Wat is mucus?
De slijmlaag op je cilia
Wat zorgt er voor difusie van CO2 en O2?
Alviolie
Wat is de dode ruimte?
Alle plekken waar geen difusie plaats vind
Wat is perfusie?
Hoe goed loopt het bloed langs de bloedblaasjes
Wat is de alviolaire dode ruimte?
De alviolie die niet doorbloed zijn en dus niet mee doen met difusie
Wat is de fysiologische dode ruimte?
Alviolaire dode ruimte en de anatomische dode ruimte
Wat is de pleura pariëtalis?
Vlies aan de buitenkant van je thorax
Wat is de pleura visceralis?
Longvlies aan de binnenkant van je thorax
Wat is de intrapleurale ruimte?
Tussen je pleura visceralis en pleura pariëtalis
Wat is een pneumothorax?
Klaplong
Wat is een klaplong?
Wanneer er lucht tussen de vliezen komt.
Wat is een spirogram?
Geeft statische longvolumes aan
Afkorting teugvolume
TV
Maximale inademen
Inspiratoire reserve volume
Maximaal uitblazen na een uitademing
Expiratoir reserve volume
Restvolume
Alle lucht die na het extra uitblazen nog over blijft
Wat is emfyseem
Longblaasjes gaan kapot, dit kan optreden door ouderdom of roken
Nadelen ademhalings frequentie verhogen
Meer inspanning, je ververst boven in je longen, daar vind minder difusie plaats
Wat is ventilatie?
Hoe goed wordt de lucht ververst in de longen