Week 6 Flashcards

(94 cards)

1
Q

Wat is een belangrijk meetinstrument om een globale indruk te krijgen van de cognitieve functies bij mensen met dementie?

A

MiniMentalStateExamination

Score lager dan 23: extra onderzoek cognitief functioneren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De verschillende fases van dementie volgens de global deterioration Scale van Reisberg

A

1 –> geen cognitieve achteruitgang en normaal functioneren.
2 –> zeer licht cognitieve achteruitgang
3 –> licht cognitieve achteruitgang, het begin van dementie.
4 –> matig cognitieve achteruitgang
5 –> matige tot ernstige cognitieve achteruitgang
6 –> ernstige cognitieve achteruitgang
7 –> zeer ernstige cognitieve achteruitgang en eindstadium dementie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe noemen we de ‘aandoening’ waarbij iemand tijdelijk verward is

A

Delier/ delirium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een delier/delirium

A

Voorbijgaand syndroom
wisselend gedaald bewustzijn
Stoornis in aandacht en cognitieve functies
Verhoogt of vermindert psychomotorische activiteit
Vertoond slaap/waak ritme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Behandeling van delier

A

Omgevingsaanpassingen
Uitleg aan omgeving
Antipsychoticum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Dementiesyndroom stoornissen in, leidend tot en syndroom met?

A

Korte en lange termijn geheugen
Abstractievermogen
Oordeelsvermogen
Andere hogere corticale functies

Leidend tot ernstige verstoring in dagelijks functioneren

Syndroom met verschillende oorzaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Ziekte van Alzheimer risicofactoren

A

Leeftijd, familiaire predispositie, syndroom van down, parkinson en hersentrauma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Ziekte van Alzheimer pathologie

A

Algehele atrofie hersenen
Neurofibrillaire degeneratie
Plaques

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Vasculaire dementie risicofactoren

A

Leeftijd, hypertensie, atrium fibrillatie, risicofactoren van arterosclerose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Vasculaire dementie pathologie

A

Ontstaan van kleine herseninfarcten rondom de stamganglia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Verschil Alzheimer en vasculaire dementie

A

Alzheimer ontstaat door ophoping eiwitten, geleidelijke achteruitgang, eerst geestelijk achteruit en dan pas lichamelijk en minder ziekteinzicht.
Vasculaire dementie ontstaat door herseninfarcten/bloedingen, snellere stapsgewijze achteruitgang, gelijktijdig geestelijk en lichamelijk en langer bewust van achteruitgang door grillig ziekteverloop, somberheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Lewy-body dementie

A

Apart soort dementie met aanwezigheid van lewy body lichaampjes in de hersenen.
Voorkomend bij ziekte van parkinson

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Lewy-body dementie symptomen

A

Wisselende verwardheid
Gestoorde aandachtsfunctie
Extrapyrimidale verschijnselen
Hallucinaties en visuele mispercepties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Frontotemporale dementie symptomen

A

Apart soort dementie.
Famillair
Gedragsstoornissen
Stoornissen in planning, oordeelsvermogen en abstractievermogen.
Geheugen problemen vaak later, daardoor vaak niet meteen herkent.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Medische benaming ‘gekke koeien ziekte’

A

Dementie Cruezfeld Jacob

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is Cruezfeld Jacob?

A

Bij 20% van de gevallen familliair

Zeer snel verloop dementiesyndroom met myoclonieën (spasme), chorea en epileptische insulten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Chorea

A

Spasme in de spieren bij bewegingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Verlies vaardigheden stadium 1

A

Geen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Verlies vaardigheden stadium 2

A

Vergeetachtigheid en woordvindingsproblemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Verlies vaardigheden stadium 3

A

Waarneembare problemen werk, oriëntatieproblemen en routinematige handelingen is nog oke

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Verlies vaardigheden stadium 4

A

Waarneembare problemen in adl, zelfverzorging intact

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Verlies vaardigheden stadium 5

A

Moeite met eenvoudige zelfverzorging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Verlies vaardigheden stadium 6

A

Zelfverzorging in fase achteruit eindigend bij incontinentie voor urine en ontlasting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Verlies vaardigheden stadium 7

A

Foetale houding, spreken en motorische vaardigheden nemen af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Benaderingsstrategie stadium 1
Stimuleren leefstijl
26
Benaderingsstrategie stadium 2
Stimuleren leeftijd, trainen kracht en uithoudingsvermogen
27
Benaderingsstrategie stadium 3
Stimuleren leefstijl, trainen kracht en uithoudingsvermogen en realiteitsoriënterende benaderingswijze
28
Benaderingsstrategie stadium 4
Trainen kracht en uithoudingsvermogen, realiteitsoriënterende benaderingswijze, validatie en warme zorg
29
Benaderingsstrategie stadium 5
Bewegingsactiveringsprogramma, validatie en warme zorg
30
Benaderingsstrategie stadium 6
Validatie, warme zorg en passiviteiten van dagelijks leven
31
Benaderingsstrategie stadium 7
Warme zorg, passiviteiten van dagelijks leven en Van der Rakt methode
32
Wat is validatie?
Aansluiten van belevingswereld dementerende. Gericht op verminderen stress en verbeteren identiteit en eigenwaarde
33
Wat is warme zorg?
Sfeer veiligheid verzorgen
34
Wat zijn passiviteiten van dagelijks leven?
Negatieve effecten passiviteit zoveel mogelijk te verminderen
35
Wat is de Van der Rakt methode?
Methode van behandeling foetushouding door verlichting interne spanning via harde matrassen en abductiekussens
36
Afkorting ROB
Realiteitsoriënterende benaderingswijze
37
Afkorting BAP
Bewegingsactiveringsprogramma
38
Afkorting PDL
Passiviteiten van dagelijks leven
39
Behandeling dementiesyndroom
Maar 5% is behandelbaar. Polliatief - verbeteren/behouden lichamelijke conditie - behandelen neuropsychiatrische problemen - benutten nog werkende onderdelen - behandelen gedragsstoornissen
40
Parasympatisch op blaas, welke zenuw zorgt voor deze aansturing en wat gebeurt er?
Gaat via de n.Pelvici | Activeert de m. destrusor vesicae en ontspanning sphincten internus
41
Sympatisch op blaas, welk zenuw zorgt voor deze aansturing en wat gebeurt er?
Gaat via NW. hypogastrici | Ontspanning blaas door ontspanning m.destrusor vesicae en sphincter internus sluit)
42
Vormen van incontinentie bij vrouwen
Inspanningsincontinentie Aandrangincontinentie Gemengde incontinentie Overige vormen
43
Wat is inspanningsincontinentie bij vrouwen?
Sluitspieren kunnen niet meer tegenhouden
44
Wat is aandrangincontinentie bij vrouwen?
Stevige plas drang die niet op te houden is
45
Wat is gemende incontinentie bij vrouwen?
Combinatie van aandrang en inspanning
46
Vormen van incontinentie bij mannen
``` Inspanningsincontinentie Aandragincontinentie Gemengde incontinentie Nadruppelen na het urineren Overige vormen ```
47
Wat is inspanningsincontinentie bij mannen?
Na weghalen prostaat, dan door inspanningsdrukken je urine verliezen
48
Wat is aandrangincontinentie bij mannen?
Zelfde als bij vrouwen
49
Wat is nadruppelen na het urineren?
Als plas buis niet helemaal goed geleegd is
50
Overige vormen van incontinentie
Functionele incontinentie Overloop incontinentie Totale incontinentie
51
Wat is functionele incontinentie?
Door bijvoorbeeld lichamelijke beperking niet naar de wc te kunnen lopen of als je de wc niet kan vinden door bijv cva
52
Wat is overloop incontinentie?
Blaas registreert niet wanneer hij vol is, mensen hebben niet door dat de blaas vol is en dan druppelt er urine uit
53
Wat is totale incontinentie?
Constant urine verlies. Heeft te maken met de sluitspieren die niet goed werken
54
Opbouw van (urine) blaas
Nieren, urineleider, blaas en urinebuis
55
Waaruit bestaan de bovenste urinewegen?
Nieren en urineleiders
56
Waaruit bestaan de onderste urinewegen?
Blaas en urinebuis
57
Hoe heet de spier om de urine blaas?
M. detrusor vesicae
58
Binnenste sluitspier en buitenste sluitspier
Buitenste --> M. Sphincter internus | Binnenste --> M. Sphinter externus
59
Hoe heet de zenuw die de buitenste sluitspieren aanstuurt?
N. Pudendus
60
Welke functie hebben de nieren en welke hormonen worden er geproduceerd?
Zuivering van het bloed en reguleren van de bloeddruk. | - Vochthuishouding en productie hormen EPO en Renine
61
Onderdelen van het Nefron
``` Glomerulus Kapsel van Bouwman Proximale tubulus Lis van Henle Distale tubulus ```
62
Wat gebeurt er in de Glomerulus?
Wordt de bloeddruk tijdelijk hoger gezet rondom de glomerulus zit een kapsel (kapsel van Bouwman)
63
Wat gebeurt er in het kapsel van Bouwman?
Is permeabel, door hogere druk in glomerulus kleine deeltjes en vocht doorkunnen. Filtraat hieruit: voorurine
64
Functie buizensysteem?
Reabsorptie en secretie
65
Vorming van Urine het nefron
Glumerulaire filtratie Tubulaire resorptie Tubulaire secretie
66
Waar vindt Glumerulaire filtratie plaats?
Kapsel van Bouwman
67
Waar vindt Tubulaire resportie plaats?
Proximale en distale tubulus
68
Waar vindt Tubulaire secretie plaats?
Distale tubulus
69
Afkorting ADH
Anti Diuretisch Hormoon
70
Wat doet de ADH?
Stimuleert tubulaire resportie
71
Welke hormonen worden er gemaakt in de bijnierschors?
Cortisol en Aldosteron
72
Welke hormonen worden er gemaakt in de bijniermerg?
Adrenaline | Nor-adrenaline
73
Aldosteron functie en hoe wordt deze aangezet?
Stimuleert tubulaire resportie. Lage bloeddruk --> renine --> angiotersine - aldosteron ( zoutwater resorptie - vasoconstrictie
74
Welke hormomen stimuleren de tubulaire resportie?
ADH | Aldosteron
75
Welk hormoon wordt in de nier geproduceerd door een lage bloeddruk?
Renine
76
Welke 'stofje' wordt geactiveerd door renine en wat is de functie hiervan?
Angiotensine - vasocontrictie - aldosteron
77
De structuur/eenheid in de nier die zorgt voor zuivering van het bloed
Nefron
78
Waterverdeling in het lichaam
40% opgeloste en vaste stoffen water 60% - 35% intercellulair - 25% extracellulair
79
Functie bekkenbodemspieren
Ondersteuning van de organen | poortfunctie
80
Oorzaken urineincontinentie
Plaatselijke afwijking aan de blaas, de sluitspieren van de blaas of de bekkenbodemspieren De zenuwen die de blaas, sluitspieren of de bekkenbodemspieren activeren werken niet goed
81
Postuur verandert door verandering lichaamssamenstelling
Lichaamsvet neemt toe, plasma volume neemt af en vocht neemt af
82
Sarcopenie
Het verlies van spierkracht en spiermassa als direct gevolg van ouderdom
83
Donkere kleur van een ouder worden hart komt door:
Lipofuscine | Geel tot bruin pigment dat zich op latere leeftijd in de weefsels vormt)
84
Belangrijkste oorzaak van veroudering
Atrofie - spieren - skelet - hersenen - lever - nieren - hart
85
De kwetsbaarheid van ouderen word omschreven met de term?
Frailty
86
Veroudering op pulmonale systeem
Vitale capaciteit en FEC nemen af door afgenomen elasticiteit van het longweefsel en atrofie van de ademhalingsspieren. Verminderde Difussie door afname aantal long capillairen en toename restvolume
87
Veroudering op zenuwstelsel hersenen
``` Atrofie - lobben - hippocampus Afgenomen aantal ganglioncellen Afname dopamine en serotonine ```
88
Veroudering op zenuwstelsel
Vertraagde zenuwgeleiding door demyelinisatie Afname gevoeligheid propriosensoren Apoptose grote alfa-motor neuronen
89
Veroudering op bindweefsel
Toename crosslinks Afname elastine Afname PG en GAG Afname calciumfosfaat in bot
90
Veroudering op Gastrointestinaal stelsel
``` Nieren: - afname van aantal nefronen - Halvering nierfunctie tussen de 20-80 jaar - incontinentie Spijsvertering - verminderde darmperistaltiek - verminderde kwaliteit darmflora ```
91
Veroudering op overig
``` Kwaliteit immuunsysteem Stofwisseling Slaap Kwaliteit zintuigen Regeling homeostaste ```
92
Training bij ouderen
``` Stabiliteitstraining - gevoeligheid propriosensoren - demyelinisatie Krachttraining - sarcopenie - osteoporose - apoptose KUHV training - HMV - cognitie - apoptose ```
93
Veroudering op cardiovasculair systeem
``` Afname van de maximale hartfrequentie Deel van het myocard wordt vervangen door vet en bindweefsel Arteriosclerose - coronair (infarct) - hersenen (infarct) - nieren (infarct) ```
94
Oorzaken sarcopenie
Inactiviteit Testosteron en groeihormoon werken minder goed Activiteit mitochondriën omlaag Apoptose van het alpha motor neuron