Week 1: introductie Flashcards

(5 cards)

1
Q

Wat is beleid? Veel verschillende definities:

A

Bovens: De poging van een bestuursorgaan om een maatschappelijke toestand te beïnvloeden
Dye: “Anything a government chooses to do or not to do”
Cairney: “The sum total of government action, from signals of intent to the final outcomes”
Gemeenschappelijk: doelbewuste veranderingsgerichte (in)actie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is rationaliteit?

A

Pas bij mensbeeld Renaissance, Watson: berekenend wezen

Pas onderdeel van beleid bij Verlichting, Simon: technische experts aan het roer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is macht? (of eigenlijk: politiek)

A

Laswell: Who gets what, when and how
Easton: authoritative allocation of value
Dus: bindend beslissen over waarden of (on)gewenste zaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Het rationaliteitsproject

A

het idee dat beleid gemaakt kan worden via rationele, analytische en wetenschappelijke methoden die definitieve antwoorden kunnen geven over de beste manier om een probleem op te lossen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Het project om beleid rationeel te maken is gebaseerd op drie zuilen:

A

A model of reasoning (rationele beslissingen maken). In dit model moeten beslissingen gemaakt worden in een serie van gedefinieerde stappen.
- Rationele besluitvorming bij de markt
- Politiek redeneren bij de polis

A model of society (markt).
- Rationele individualisten bij de markt
- Verbonden mensen met ideeën bij de polis

A model of policy making (productiemodel). Beleid moet gemaakt moet worden op een lopende-bandmanier, ordentelijk. Het productie model faalt in het zien wat de essentie van politiek is: het discussiëren over ideeën.
- Fasemodel bij markt
- Ideeënstrijd bij polis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly