Week 5: De gemeente, burger en stakeholder Flashcards
(15 cards)
Beleid op gemeentelijk niveau is ingewikkeld door complexe context:
Niveau rijk:
- Lokale beleidsautonomie gebonden aan taken vanuit het rijk. 80% van de taken zijn medebewind. Binnen medebewindstaken wel enige vrijheid
- Financiële ruimte zeer beperkt: weinig tot geen eigen belastingcapaciteit (alleen ozb). Uitgaven op basis van voorschriften begroting vanuit het rijk, deels vastgelegd in programma’s
- Lokale uitvoeringsverantwoordelijkheid is beperkt: wethouders willen dingen regelen, maar veel zaken nationale uitvoeringsorganisaties (politie, uwv etc.)
Lokale uitvoeringscontext:
- Vaak een bovengemeentelijke uitvoeringsorganisatie, maatschappelijk dienstverlener, gemeentelijke uitvoeringsdienst, gemeentelijk samenwerkingsverband, geprivatiseerde lokale organisatie, gesubsidieerde lokale organisatie
Motieven voor het betrekken van stakeholders:
Versterken democratie
- Effectueren idee besturen door het volk
- Verbreding participatie
- Vorming actief burgerschap
Versterking beleid
- Verdiepen inhoudelijke input
- Aansluiten bij probleembeleving
- Verbetering door deliberatie -> gestructureerd overleg/dialoog leidt tot beter besluit, samen tot meer inzicht komen
Versterking bestuurbaarheid
- Vergroten draagvlak en legitimiteit
- Versterken vertrouwen in lokaal bestuur
- Vergroten capaciteit
Issues burgerparticipatie
Issues bij de burger
- Bereidheid
- Representativiteit
- Kwaliteit
Issues bij het bestuur
- Inpassing in gemeentelijke beleidsproductie
- Inpassing in democratische besluitvorming
Issues bij proces
- Systeem versus leefwereld
Stakeholders (definitie)
individuen, groepen of organisaties in een policy field die geraakt worden door beleidskeuzes en daarom een belang hebben bij dat beleid.
Kunnen diverse rollen aannemen. Hebben een verschillende rol in de superstructuur en de machinekamer
Stakeholder analysis
Doel om te beoordelen met wie beleidsmakers kunnen werken, wie input kan geven, of kan bijdragen aan implementatie, en wie weerstand kan bieden.
Vaststellen van macht en belang bij stakeholderanalyse: kan op twee assen
Veel macht, veel belang -> (key) players
Veel macht, weinig belang -> context-setters
Weinig macht, veel belang -> subjects
Weinig macht, weinig belang -> crowd
Over het algemeen wenselijk om te focussen op collectieve actoren. Verschillende soorten:
Collectieve middelen, collectieve doelen -> association
Collectieve middelen, verschillende doelen -> club
Verschillende middelen, collectieve doelen -> beweging
Verschillende middelen, verschillende doelen-> coalition
Piramide van stakeholder relaties
Consultatie
- Meest voorkomend. Informeren op een manier passend bij de status van de stakeholder.
- Veelvoorkomend bij infrastructurele projecten, vaak verplicht
Collaboration / samenwerking
- Vereist een duidelijk doel en organisationele capaciteiten van stakeholders
- Gezamenlijk aanpakken van policy issues met een met gedeelde oplossingen, bijv. gezamenlijk beleid tegen discriminatie
Co-productie
- Langere termijn, hangt af van een aantal omstandigheden
- Overheid levert reglementair kader, sector doet de rest. (bijv. cao akkoorden met daarin afspraken over lonen, bijscholing, pensioen)
Delegatie
- Vaak vanuit historische evolutie van het beleidsveld
- Standaard-setting, beroepsregulatie
ISO-standaarden, Ghent systeem, advocatenorde
- Vaak ook voordelen voor organisaties om vrijwillig aan te sluiten bij een standaard
- Handig, omdat private actoren vaak meer kennis hebben en een groot belang erbij hebben
Hoe stakeholders te managen (of vooral: wat niet te doen)
Capture: desastreuse stakeholder-relaties
- Risico het hoogste wanneer grote technische expertise vereist is die er niet is binnen overheid, waar private macht geconcentreerd is en het publieke belang verdeeld.
- Energie, infrastructuur, defensie, financiële sector
- Capture van de machinekamer kan alleen ongedaan gemaakt worden door flinke tegenmacht uit de superstructuur
Vinden van de juiste balans bij stakeholders
begint bij het kennen van de stakeholders, hun belangen en hun macht
- Duidelijke grenzen trekken voor geprivilegieerde bedrijfsgroepen
- Transparantie omarmen
- Aanmoedigen van interactie en consultatie
- Faciliteren en verdedigen van een actieve stakeholder infrastructuur door togang tot middelen te faciliteren
- Geprivilegieerde toegang zorgt voor stabiele relaties
- Structureer het veld van stakeholders
Eerste generatie participatie:
Vanaf 1970, inspraak, wettelijk vastgelegd
- Vanaf jaren zeventig meer mogelijkheden voor directe invloed, eerst via inspraak.
- Inspraak vaak wettelijk verplicht. Daarnaast gemeentelijke referenda.
- Brengt geen verplichtingen met zich mee om iets met de inspraak te doen
Tweede generatie participatie:
Interactief beleid. Initiatief bij overheid (vanaf 1990)
- Samenwerking tussen overheid en belanghebbenden, advies geven aan overheid
- Initiatief ligt bij de overheid
- Ladder van participatie:
1. Informeren: politiek en bestuur bepalen zelf de agenda voor besluitvorming en houden betrokkenen op de hoogte
- Raadplegen: politiek en bestuur bepalen in hoge mate zelf de agenda, maar zien betrokkenen als gesprekspartners bij ontwikkeling van beleid
De resultaten kunnen als basis dienen voor beleid, maar de politiek verbindt zich niet aan de gespreksresultaten
Spreekuur, enquete, burgerpanel, wijkplatform, politiek cafe - Adviseren: politiek en bestuur stellen in beginsel de agenda samen, maar geven betrokkenen de gelegenheid om problemen aan te dragen en oplossingen te formuleren, waarbij deze suggesties een volwaardige rol spelen bij de ontwikkeling van het beleid
Bij besluitvorming kan de politiek (beargumenteerd) afwijken van het advies
Stadsdebat, rondetafelgesprek, adviesraden - Coproduceren: politiek, bestuur en betrokkenen komen gezamenlijk tot een probleemagenda, waarna samen naar oplossingen wordt gezocht. De politiek verbindt zich aan de voorgestelde oplossingen
Werkateliers, werkgroepen, wijk of gebiedsgericht werken - Meebeslissen: politiek en bestuur laten de ontwikkeling van het beleid en de besluitvorming hierover aan de betrokken. De politiek neemt de resultaten over na toetsing aan voorafgestelde randvoorwaarden
Dorps- en wijkraden, wijkbudgetten
Derde generatie participatie
bewonersinitiatieven, vanaf 2000.
- Meer uitgaan van eigen kracht van burgers
- Initiatief ligt bij burgers zelf, pas in tweede instantie kijken of de gemeente nodig is.
- ‘Doe-democratie’. Gemeente heeft faciliterende rol
- Vaak kleinschalig, veel enthousiasme
- Lokale coöperaties nemen soms taken ook helemaal over
Nieuwe vormen van burgerparticipatie
Deliberatieve vormen.
- Dialoog
- Initiatief kan bij zowel burger als overheid
- Burgerbegroting: begint bij wijkbudgetten, zelf invullen, participatieve begrotingen. Bij burgerbegroting bepalen burgers zelf samen welke onderwerpen ze van belang vinden. Gemeenteraad lanceert welke delen van begroting beschikbaar zijn als burgerbegroting
- Burgertop: G1000, deliberatieve fora: dialoog. gewaarborgde diversiteit door loting, Proces van deliberatie en respectvolle dialoog. Meningsvorming en vrije uitwisseling van argumenten zijn centrale elementen.
- Burgerberaad: meer permanent karakter, experimenteel nog
- Maakt de rol van de gemeenteraad ingewikkelder
Kanttekeningen bij burgerparticipatie:
- Volksvertegenwoordigende rol van de gemeenteraad verandert. Gemeenteraadsleden moeten meer ruimte laten voor burgers en meer luisteren naar burgers. Gemeenteraad bepaalt minder de inhoud, mer het proces
- Zou goed zijn als de gemeenteraad aan het begin van de raadsperiode in gesprek gaat over de eigen rol, het functioneren van de lokale democratie en de rol van burgerparticipatie
Risico’s burgerparticipatie
- Versterking geluid van burgers die zich toch al laten horen
- Onvoldoende ruimte voor politiek debat en belangenafweging door de gemeenteraad
- Onderzoek naar burgerparticipatie is erg gefragmenteerd: over enkele vormen, enkele aspecten of enkele implicaties. Meer systematisch onderzoek is nodig