Week 13 Flashcards

(20 cards)

1
Q

Welke 3 lagen van de huid zijn er?

A
  1. Epidermis
  2. Dermis
  3. Subcutis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke cellen bevinden zich in de epidermis?

A
  • Keratinocyten!!
  • Melanocycten!!
  • Langerhanscellen
  • Merkelcellen
  • Vrije zenuwuiteinden
  • Geen bloedvaten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoelang duurt het voordat een keratinocyt van de onderste laag van de epidermis naar de bovenste laag is gekomen?

A

4 weken, zo is ouderdom van wond/blaar af te lezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe wordt schilfering veroorzaakt?

A

Te snelle celdeling en opreizing van keratinocyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe zit het met huidskleur en melanocyten en melanosomen?

A
  • Melanocyten is bij iedereen zelfde aantal
  • Donkere huidskleur heeft meer melanosomen en die zijn ook groter
  • Dan heb je phaomelanosoom bij lichte huid en eumelanosoom bij donkere huid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe noem je keratinocyten + melanocyten?

A

epidermale-melanocytaire unit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het verschil tussen eccriene en apocriene zweetklieren?

A
  • Eccriene zweetklieren in dermis/subcutis, thermoregulatie, terugresorptie Na+, homeostase water en elektrolyten
  • Apocriene klieren, dieper in subcutis, oiv androgenen secreet door bacteriën omgezet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe werkt het diagnostische proces van een huidziekte?

A
  1. Dermatologisch onderzoek: “provoke”
  2. Kiezen van meest kenmerkende verandering
  3. Aflopen differentiële diagnose
  4. Kiezen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

PROVOKE?

A
  • Plaats
  • Rangschikking
  • Omvang (aantal, grootte)
  • Vorm
  • Omtrek
  • Kleur
  • Efflorescenties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat betekent bij rangschikking: annulair, herpetiform?

A
  • Annulair: ringvorm
  • Herpetiform: in groepjes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de groepen van Darier?

A
  1. Erytheem
  2. Papuleuze dermatosen
  3. Erythemato(papulo)squameuze dermatosen
  4. Eczemen
  5. Vesiculo(bulleuze) dermatosen
  6. Pustuleuze dermatosen
  7. Tumoren en zwellingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het verschil tussen huidinfecties en huidmanifestaties van infectieziekten?

A
  • Huidinfecties: exogeen of endogeen, maar wel primair
  • Huidmanifestaties van infectieziekten: primaire oorzaak ligt elders in het lichaam
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke bacteriën zijn de meest voorkomende oorzaken van pyodermieën (bacteriële huidinfecties)?

A

Grampositieve kokken (pyodermieën):
* Stafylococcus aureus
* streptococcus pyogenes
Gramnegatieve staven:
* Pseudomonas aeruginosa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Noem de vormen van pyodermieën van oppervlakkig naar dieper in de huid

A
  • Impetigo vulgaris/bullosa (corneum en granulosum)
  • Ecthyma
  • Folliculitis/furunkel/carbunkel (dermis)
  • Erysipelas
  • Cellulitis
  • Fasciitis necroticans
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Als iets oppervlakkiger in de huid zich afspeelt dan zie je een scherpere/minder scherpe begrenzing

A

Scherper

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke virale infecties kunnen huidmanifestaties tot gevolg hebben?

A
  • Herpes simplex 1 en 2
  • Varicella zoster
  • HPV
  • Molluscum-contagiosum-virus
17
Q

Hoeveel van de psoriasis patiënten hebben artritis psoriatica?

A

1 op de 5, dus ook altijd gewrichtspijn aanvragen

18
Q

Wat is een belangrijk gen om psoriasis te krijgen?

A

HLA Cw6 (ook nog 69 andere genen die betrokken kunnen zijn)

19
Q

How erkt de pathogenense van psoriasis?

A

36 soorten immuuncellen vallen de huid aan, Th1, Th22, Th17 zijn overactief. Tregs kunnen minder actief zijn dus minder remming.

20
Q

Wat is de behandeling van psoriasis?

A

Corticosteroïden, vitamine D analogen. Mix van die 2. Allemaal als zalf. Lichttherapie kan ook. Als dat allemaal niet werkt dan pas tabletten en injecties. Biologicals, adalimumab eerste keus (anti TNF).
PASI (psoriasis area severity index) om te kijken hoeveel er aan is gedaan van het lichaam.