Week 2: HC/PD 4 t/m 6 Flashcards
(14 cards)
Waartegen zijn anti-fosfolipiden-antistoffen (APLA) gericht? En hoe kunnen deze worden aangetoont?
Beta2-glycoproteïne-1
Aan te tonen door:
- Anticardiolipine aan te tonen
- Antistoffen tegen Beta2-glycoproteïne-1 = apolipoproteïne H (Apo-H)
Wat gebeurt er bij het hebben van antistoffen tegen antifosfolipiden?
Dit leidt tot activatie van de stolling, waardoor trombose ontstaat.
Hoe wordt het antifosfolipidensyndroom aangetoond?
Er moet minstens een van deze criteria aanwezig zijn:
- Arteriële en/of veneuze trombose;
- Recidiverende vruchtdood
Symptomen die vaak ook aanwezig zijn:
- Trombopenie
- Livedo retricularis
Wat is het effect van APS op de zwangerschap?
Het zorgt voor een verhoogde kans op vruchtdood. Dit kan voorkomen worden door:
- Het geven van aspirine (maand voor de bevalling stoppen, anders verhoogde kans op het ontstaan van een open ductus Botalli)
- Het geven van laagmoleculair heparine
Waaruit bestaat de behandeling van APS?
- Reguliere antistolling (trombocytenaggregatieremmers en bij zwangerschap LMWH)
- Rituximab > remmen ontwikkeling plasmacellen
- Plasmaferese
- Statinen > bescheming tegen CVA
Wat is cystische fibrose? En welk effect heeft het op de darmen, longen en de zweetklieren?
Een probleem in het transport van zouten (vooral chloor). Hierbij is het CFTR-eiwit verstoord
In de huid zorgt die normaal zorgt voor de reabsoprtie van Cl-, maar bij CF gaat er dus veel Cl verloren.
In de darmen en luchtwegen is het andersom, hier ontstaat een tekort aan Cl, Na en H20, wat zorgt voor uitdroging van de slijmvliezen.
Welke klachten ontstaan bij CF bij baby’s?
- Meconiumileus (ingedikte eerste ontlasting)
- Langere icterische periode
- Vette ontlasting
- Opgezette buik
- Groeiachterstand
Welke klachten ontstaan bij volwassenen met CF?
- Recidiverende luchtweginfecties
- Obstructie van tractus digestivus
- Pancreasinsufficiëntie
- Osteoporose
Wat zijn de pulmonale gevolgen van CF?
Minder goede passage en mindere klaring van sputum, wat schade geeft.
Er ontstaan:
- Recidiverende luchtweginfecties
- Bronchiëctasieën
- Allergische reacties op Aspergillus
- Hemoptoë
Welk micro-organisme is het gevaarlijkst voor CF-patiënten?
De meeste CF-patiënten eindigen met een Pseudomonas infectie. Omdat dit zo’n agressieve infectie is, wordt het ook agressief behandeld
Welke delen van de luchtwegen zijn aangedaan bij mensen met CF?
De boven- en middenvelden
Waaruit bestaat de therapie voor CF?
- De chloorstansportmodulator Orkambi
- Voedingstherapie
- Fysiotherapie om clearance te verbeteren
Wat zijn risicofactoren voor het gecompliceerd verlopen van een RS-infectie?
- Prematuriteit
- Oudere mensen
- Hardafwijkingen
- Syndroom an Down
- Ondervoeding, HIV
Welke middelen kunnen een RS-infectie voorkomen?
- Palivizumab = Moet maandelijks worden toegediend aan kinderen die at risk zijn
- Nirsevimab = Moet eens per jaar worden toegediend