week 2 ic 1 Flashcards

1
Q

lopen door de witte of grijze stof baansystemen, is dit binnen of de buitenkant

A

door de wittestof
die ligt aan de buitenkant
grijze stof zit centraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoe komt sensibele informatie binnen in het ruggenmerg

A

in de dorsale hoorn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoe verlaat motorische informatie het ruggenmerg

A

via de ventrale hoorn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waar kan je geen laterale hoorn vinden

A

cervicaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

tot wat behoort de laterale hoorn en wat voor soort neuronen zitten hier

A

behoort tot het autonome zenuwstelsel
bevat visceromotorische neuronen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe kan je het autonome zenuwstelsel verdelen

A

sympatisch, thoracolumbaal
parasympatisch, bulbosacraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welke informatie zit er in de nervus spinalis

A

motorisch en sensibel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

in welke banen loopt de gnostische sensibiliteit

A

achterstrengbanen, funiculus dorsalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

in welke banen loopt de vitale sensibiliteit

A

tractus spinothalamicus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

in welke banen lopen de, gecoordineerde, motoriek van de ledematen

A

tractus corticospinalis lateralis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

in welke banen loopt de axiale motoriek en proximale spieren

A

tractus corticospinalis ventralis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

in welke banen loopt de sensibele informatie voor coordinatie en regulatie van bewegingen

hoe vaak kruist dit
hoe eindigt het

A

tractus spinocerebellaris

2x
ipsi

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat zijn ascenderende banen

A

somatosensibele banen die naar de cortex gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

waar kruist gnostische sensibiliteit

A

ter hoogte van de medulla

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

waar kruist vitale sensibiliteit

A

direct in het ruggenmerg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

welk dermatoom hoort bij de vlavicula

A

c4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

welk dermatoom hoort bij de duim

18
Q

welk dermatoom hoort bij de pink

19
Q

welk dermatoom hoort bij het tepelgebied

20
Q

welk dermatoom hoort bij het navelgebied

21
Q

welk dermatoom hoort bij de grote teen

22
Q

welk dermatoom hoort bij de laterale voetrand

23
Q

welke banen dalen er vanad de primaire motorische cortex

A

tractus corticobulbaris
tractus corticospinalis

24
Q

waaruit bestaat de tractus corticospinalis

A

lateraal, piramide
ventraal

25
wat stuurt de tractus corticospinalis lateralis aan en hoe eindigen deze banen
de ledematen contralateraal, hij kruist dus
26
wat stuurt de tractus corticospinalis ventralis aan en hoe eindigen deze banen
axiale spieren eindigd hij bilateraal proximale spieren eindigd hij contralateraal kruist niet in de caudale medulla zoals de lateralis
27
waar zit de verlamming als je hyperreflexie hebt
centraal
28
waar zit de verlamming als je geen spierrekkingsreflexen hebt
perifeer
29
welk niveau hoort bij de bicepsreflex
c5/c6
30
welk niveau hoort bij de tricepsreflex
c7
31
welk niveau hoort bij de kniepeesreflex
l2/l4
32
welk niveau hoort bij de achillispeesreflex
s1
33
wat is een andere naam voor centrale verlamming en waar zit het probleem
upper neuron laesie cortex of in de corticospinale banen
34
wat is een andere naam voor een perifere verlamming en waar zit het probleem
lower motor neuron laesie motorneuronen of de axonen richting spieren
35
hoe is tonus bij een centrale en perifere verlamming
centraal: hoog perifeer: laag
36
hoe is atrofie bij een centrale en perifere verlamming
centraal: laat perifeer: vroeg
37
waaruit bestaat de longitudinale vascularisatie van het ruggenmerg? waar zijn dit aftakkingen van?
de a spinalis anterior en de aa spinalis posteriores aftakkingen van aa vertebralis
38
wat is de belangrijkste segmentale vascularisatie van het ruggenmerg? en op welk niveau
belangrijkste is a radicularis magna th9-th12
39
waarom is het klinisch relevant dat er zowel segmentale als longitudinale vascularisatie van het ruggenmerg is
als longitudinaal afgesloten is kan een ruggenmergsegment nogsteeds gevasculariseerd worden
40
hoe draineren de venen van het ruggenmerg
epiduraal op de plexus venosi verebralis interne
41
lopen corticospinale banen van of naar de cortex
van de cortex af
42
lopen spinocerebellaire banen van of naar de cortex
naar de cortex