Week 2 powerpointslides Flashcards

(16 cards)

1
Q

Hoe oefent de bevolking beslissende invloeden uit?

A

Door verkiezing van de president, en/of leden van parlement en/of direct zelf beslissingen te nemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Meerderheidsdemocratie

A

Verkiezingen op president

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Representatieve democratie

A

Verkiezingen op leden van een vertegenwoordigend orgaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Directe democratie

A

Bevolking kan zelf direct beslissingen nemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Democratische voorwaarden

A

Invloed, deliberatie (politieke grondrechten, parlementaire immuniteit), inclusie, transparantie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Coalitievorming 3 fasen

A

Verkennende fase, construerende fase, formatiefase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Verkennende fase

A

Partijen worden bijeen gebracht voor mogelijke samenwerking in coalitie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Construerende fase

A

Onderhandelaars onderzoek of zij echt een regeerakkoord kunnen sluiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Formatiefase

A

Ministers en staatsecretarissen worden aangezocht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Regeerakkoord

A

Akkoord tussen coalitiefracties in Tweede kamer, bevat gezamenlijke doelstellingen voor kabinet. Niet juridisch bindend, wel gezaghebbend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Regeerprogramma

A

Uitwerking door KABINET van de plannen van het regeerakkoord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Parlement

A

= Staten-Generaal = Tweede Kamer en Eerste Kamer - medewetgevende taak, controle op de regering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Regering

A

Geamelijk ministers (ministerraad) + Koning - medewetgevende taak, ministerraad besluit over het algemeen regeringsbeleid en bevordert de eenheid daarvan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Kabinet

A

Ministers en staatssecretarissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Formele scheiding tussen parlement en regering

A

Ministers geen lid van Staten-Generaal, moties niet bindend (behalve motie van wantrouwen!)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Inlichtingenrecht

A

Ministers verstrekken informatie aan individuele Kamerleden, tenzij dit in belang van de staat is