Week 5 powerpointslides Flashcards

(9 cards)

1
Q

Procedure verdrag

A

Onderhandelen (int), sluiten (int), bekendmaking (nat), goedkeuren - bij wet of stilzwijgend (nat), ratificeren/krachtigen (int), in werking treden (int), doorwerken (nat)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Doorwerking

A

Interne werking -> rechtstreekse werking -> voorrang (rechtstreekse werking = directe werking = een ieder verbindend)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

HR Rookverbod

A

Is het afgesproken? Inhoud: toepasbare normen? Duidelijke en onvoorwaardelijke resultaatsverplichtingen zijn toepasbare normen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Europa RvE/EVRM

A

Mensenrechtenverdragen, 46 lidstaten, EHRM in Straatsburg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Europa (EU)

A

Interne markt, 27 lidstaten, Europese Commissie in Brussel, HvJEU in Luxemburg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

VEU (verdrag betreffende de EU) - primair EU-recht

A

Bevat de waarden, initiatieven en burgerrechten van de EU

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

VWEU (verdrag betreffende de werking van de EU) - primaire EU-recht

A

Regelt de werking van de EU-instellingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

EU-verordeningen - secundair EU-recht

A

Algemeen verbindende voorschriften op EU-niveau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

EU-richtlijnen - secundair EU-recht

A

Een verzameling regels die moeten worden omgezet in nationale wetgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly