Week 3 Flashcards
Wat is osteonecrose?
Een ziekte waarbij trabeculair bot doodgaat
Wat zijn risicofactoren voor osteonecrose?
-Alcoholabusus
-Corticosteroid gebruik
-Chemo- of immunosuppressieve therapie
-Radiotherapie
-Trauma
-Sikkelcelziekte en -crisis
-SLE
-Nierinsufficientie
-Leukemie, lymfomen
-Cytotoxische therapie
-Hemofilie
Wat zijn minder vaak met osteonecrose geassocieerde ziekten?
Ziekte van caisson (stikstofbellen), ziekte van Gaucher (metabole vetwisselingsziekte), polyarteritis, thalassemie, hyperlidemie/hyperlipoproteïnemie, ziekte van Cushing, zwangerschap/orale anticonceptiva, pancreatitis, hyperparathyreoïditis, veneuze occlusie
In hoeveel gevallen van osteonecrose van het caput femoris wordt een directe (niet-traumatische) oorzaak gevonden?
10% van alle gevallen van osteonecrose van het caput femoris, door directe celbeschadiging
Wat zijn nadelen van diagnostiek van osteonecrose met Tc 99m skeletscintigrafie?
-De sensitiviteit neemt af bij bilaterale osteonecrose (soms geen asymmetrie)
-Veranderingen zijn niet specifiek voor osteonecrose
-Het bewijs van toegenomen opname van het radiofamacon correspondeert met geen enkel classificatiesysteem
Wanneer is MRI het meest sensitivie non-invasieve onderzoek bij osteonecrose?
Bij asymptomatische osteonecrose.
De subchondrale corticale plaat is irregulair op MRI en het signaal is niet homogeen.
CT wordt bij osteonecrose niet routinematig gebruikt. Welke 2 aspecten kunnen goed met CT beoordeeld worden?
Integriteit van ossale structuren (beter dan MR)
Grootte van de laesie
Ficat classificatie
Ficat I: normaal rontgenbeeld
Ficat II: sclerose of cysteuze laesies zonder subchondrale fractuur
Ficat III: Crescent sign (subchondrale collaps) en/of trapje in contour van subchondrale bot
Ficat IV: arthrose met versmalling van de gewrichtsspleet en osteofyten
Wat zijn de voorkeurslocalisaties van osteonecrose?
Traumatisch:
-Talus
-Caput femoris
-Os scaphoideum
Niet traumatisch:
-Distale femur
-Caput humeri
-Caput femoris
Bij welke operatietechnieken wordt (een deel van) het heupgewricht vervangen?
Bipolaire hemiarthroplastiek, resurfacing arthroplastiek en totale heupprothese
Welke pre-operatieve parameters bepalen mede welke behandeling voor osteonecrose wordt ingesteld?
-Stadium van de ziekte
-Mate van inzakking van het caput femoris
-Grootte van de necrotische laesie
-Morbiditeit van de voorgestelde behandeling
Wat zijn de functies van kraakbeen?
- geeft steun aan weke delen;
- verbindt botten;
- vormt een glijvlak voor gewrichten
- vervult een essentiële rol bij de groei van de pijpbeenderen
Waaruit bestaat kraakbeen?
Chondrocyten gelegin in een ECM bestaand uit:
-Collageen
-Hyaluronzuur
-Proteoglycanen
-Glycoproteinen
-Elastisch kraakbeen ook elastine
Benoem 3 vormen van kraakbeen
- hyalien kraakbeen: vooral collageen II
- elastisch kraakbeen
- vezelig kraakbeen: vooral collageen I, weerstaat goed druk- en trekkrachten
Wat zijn de 4 fasen van de histogenese van hyalien kraakbeen?
- Mesenchym
- Celrijk weefsel
- Vorming van matrix
- Isogene groepen omgeven door de hof
Hoeveel procent van het natte gewicht van de kraakbeenmatrix bestaat uit weefselvloeistof?
50-75%
Wat is het perichondrium?
Een kapsel van dicht BW dat het kraakbeen overal behalve op de gewrichtsvlakken omsluit. Het gaat naar buiten over in bindweefsel en naar binnen een geleidelijke overgang naar het kraakbeenweefsel. In het perichondrium liggen bloedvaten van waaruit het kraakbeen wordt gevoed. Gewrichtskraakbeen heeft geen perichondrium en wordt door diffusie van zuurstof en voedingsstoffen voorzien vanuit de synoviaalvloeistof
Welke gycosaminoglycanen komen voor in hyalien kraakbeen?
1: Chondroïtine-4-sulfaat
2: Chondroïtine-6-sulfaat
3: Keratansulfaat
Covalent gebonden aan het centrale eiwit, vormen proteoglycanen
Waar komt hyalien kraakbeen oa voor?
-In de epifysairschijven van pijpbeenderen
-In de wand van ademhalingswegen
-Aan de uiteinden van de ribben
Hoeveel procent van het droge gewicht van hyalien kraakbeen is collageen?
Circa 40%
Waaruit bestaat het perichondrium?
Het perichondrium bevat veel collageenvezels type I en cellen die op fibroblasten lijken. Deze cellen kunnen differentiëren tot chondroblasten en chondrocyten
Welke stoffen produceren chondrocyten?
Collageen, proteoglycanen, hyaluronzuur en chondronectine
Waarvan is de stofwisseling van chondrocyten afhankelijk?
Het voltrekt zich bij een lage zuurstofspanning. Voor de energiewinning wordt glucose omgezet door anaerobe glycolyse, met melkzuur als eindproduct
Welke hormonen bevorderen de synthese van gesulfateerde glycosaminoglycanen?
-Groeihormoon
-Testosteron
-Thyroxine