Week 3 Flashcards
(38 cards)
Artikel 67 lid 3 Grondwet: Wat is de kern?
Leden van de Staten-Generaal stemmen zonder last. Dit betekent dat een Kamerlid door niemand gedwongen kan worden op een bepaalde manier te stemmen in de Kamer waarvan hij lid is, ook niet door zijn kiezers, politieke partij of fractie.
Vrij mandaat van Kamerleden: Wat houdt dit in?
Het vrije mandaat omvat het verbod van last en de onmogelijkheid om een Kamerlid te dwingen zijn zetel ter beschikking te stellen. In de kern bepaalt het Kamerlid zelf hoe hij zijn mandaat uitoefent.
Fractiediscipline: Wat is dat en hoe verhoudt het zich tot het vrije mandaat?
Fractiediscipline is het vermogen van een fractie om haar leden het beleid van het partijleiderschap te laten ondersteunen, zodat alle leden van een partij hetzelfde stemmen. Dit kan afdoen aan de gedachte van het vrije mandaat.
Vertrouwensregel: Wat is de kern?
De kern van het parlementaire stelsel is de vertrouwensregel. In veel gevallen geldt de toepassing ervan als sluitstuk van de ministeriële verantwoordelijkheid.
Wat betekent de vertrouwensregel voor een minister die het vertrouwen van het parlement verliest?
Een minister kan uit de Kamer worden “gegooid” als hij niet meer het vertrouwen geniet van de rest van het parlement (de Tweede Kamer). Dit betekent niet per se dat bewindspersonen moeten aftreden als ze een fout hebben gemaakt.
Op welke manieren kan het vertrouwen in een individuele minister worden opgezegd?
Aanneming van een motie die wordt opgevat als een motie van wantrouwen.
▪
Aanneming van een door de minister of het kabinet onaanvaardbaar verklaard amendement (hoewel intrekking van het wetsvoorstel ook mogelijk is).
▪
Verwerping van het begrotingswetsvoorstel.
Verhouding vertrouwensregel en Eerste Kamer: Geldt de vertrouwensregel ook voor de Eerste Kamer?
Ja, de vertrouwensregel geldt ook in relatie tot de Eerste Kamer, hoewel de Eerste Kamer een andere rol en rechten heeft dan de Tweede Kamer (geen initiatief- en amendementsrecht). Ook de Eerste Kamer kan de vertrouwenskwestie stellen.
Politieke ministeriële verantwoordelijkheid: Wat is de kern en wat was de historische ontwikkeling (1848)?
Politieke ministeriële verantwoordelijkheid houdt in dat daden van de koning voortaan als daden van de regering gelden, waarvoor de ministers aan het Parlement verantwoording dienen af te leggen. De macht van de koning werd hierdoor drastisch teruggebracht. Artikel 42 lid 2 Gw: De koning is onschendbaar, de ministers zijn verantwoordelijk. De blik van de minister richt zich nu op het parlement.
Geen verantwoordelijkheid zonder bevoegdheid: Wat betekent dit in de context van ministeriële verantwoordelijkheid?
Ministers zijn niet verantwoordelijk voor bepaalde overheidshandelingen waarvoor ze geen bevoegdheid hebben, zoals de uitspraken van de onafhankelijke rechterlijke macht.
Verplichting tot verantwoording: Wat houdt dit in voor ministers?
Het uitleggen, motiveren en verdedigen van het gevoerde beleid of genomen beslissingen in debat met het Parlement. Ministers moeten de consequenties van het oordeel van het Parlement aanvaarden, waarbij de uiterste consequentie aftreden via de vertrouwensregel kan zijn.
Waarvoor zijn ministers politiek verantwoordelijk?
▪
Eigen handelen als minister (inclusief voorganger).
▪
Handelen van ondergeschikten, inclusief staatssecretarissen.
▪
Besluiten van de ministerraad.
▪
Handelen van de koning(in) dat de openbaarheid raakt.
Verhouding politieke ministeriële verantwoordelijkheid en vertrouwensregel: Zijn ze hetzelfde?
Nee, de ministeriële verantwoordelijkheid dient nadrukkelijk los te worden gezien van de vertrouwensregel. Een minister kan zich verantwoorden zonder dat de vertrouwensregel wordt toegepast, en het vertrouwen kan worden opgezegd zelfs als de minister adequaat verantwoording heeft afgelegd.
Verhouding politieke ministeriële verantwoordelijkheid en inlichtingenrecht: Wat is het verband?
Het inlichtingenrecht (artikel 68 Gw) is een instrument waarmee het Parlement controle kan uitoefenen en de ministeriële verantwoordelijkheid kan laten functioneren. Het stelt het Parlement in staat om ministers vragen te stellen om zicht te krijgen op het beleid.
Parlementaire controle: Waarom is dit belangrijk?
Parlementaire controle is essentieel in een democratisch stelsel om de regering te controleren en ervoor te zorgen dat zij verantwoording aflegt over haar handelen.
Inlichtingenrecht (artikel 68 Gw): Wat houdt dit recht in voor het parlement?
Ministers en staatssecretarissen moeten de Kamers, afzonderlijk of in verenigde vergadering, mondeling of schriftelijk de verlangde inlichtingen geven. Dit geldt tenzij het verstrekken in strijd is met het belang van de staat.
Inlichtingenrecht: Wie kunnen inlichtingen verlangen en is een meerderheid nodig?
De door één of meer leden verlangde inlichtingen moeten worden gegeven. Er is geen meerderheid nodig om inlichtingen te verlangen.
Inlichtingenrecht: Waar is dit recht verder uitgewerkt?
Uitgewerkt in het Reglement van Orde van de Tweede Kamer (RvOTK), onder andere in artikelen over het recht van interpellatie (art. 12.6), het dertigledendebat (art. 12.7) en schriftelijke en mondelinge vragen (art. 12.1 en 12.3).
Inlichtingenrecht: Welke uitzonderingsgrond is er om inlichtingen te weigeren?
Het verstrekken van inlichtingen mag geweigerd worden als dit in strijd is met het belang van de staat. Deze uitzonderingsgrond wordt niet meer heel ruim geïnterpreteerd.
Recht van enquête: Zijn er uitzonderingen op de medewerkingsplicht?
Ja, er zijn strikt gereguleerde verschoningsgronden, zoals wederom het belang van de staat, bedrijfsvertrouwelijke gegevens, persoonlijke levenssfeer en het beroepsgeheim.
Recht van enquête (artikel 70 Gw): Wat houdt dit recht in voor het parlement?
Beide Kamers hebben het recht om een onderzoek (enquête) te doen, eventueel gezamenlijk. Dit recht is nader geregeld in de Wet op de Parlementaire Enquête (WPE).
Recht van enquête: Welke bevoegdheden heeft een enquêtecommissie?
Een enquêtecommissie heeft de bevoegdheid om niet alleen ministers of staatssecretarissen te bevragen, maar ook getuigen of deskundigen te doen verschijnen en onder ede te horen. Ze kan ook documenten onderzoeken.
Recht van enquête: Wie is verplicht mee te werken aan een parlementaire enquête?
Elke Nederlander, elke ingezetene van Nederland, elke natuurlijke persoon die in Nederland verblijf houdt, elke rechtspersoon die in Nederland is gevestigd of in Nederland bedrijfsactiviteiten uitvoert, is verplicht de enquêtecommissie alle verlangde medewerking te verlenen.
Kamerontbinding: Wat is de algemene regel voor de zittingsduur van de Tweede Kamer en wanneer kan deze worden verkort?
De zittingsduur van de Tweede Kamer is vier jaar (artikel 52 lid 1 Gw). Deze kan echter worden verkort door tussentijdse ontbinding van de Kamer (artikel 64 Gw).
Kamerontbinding in de praktijk: Wanneer komt het in de huidige politieke praktijk voor?
Kamerontbinding komt in de huidige praktijk alleen voor met expliciete of impliciete instemming van de Kamer.