Week 4 Vo's Flashcards
(9 cards)
Wat wordt er geregeld in gebied V1, V4, MT en de retina?
- V1 = oriëntatie
- V4 = kleur
- MT = beweging
- Retina = verwerking van contrast
Waar in je hersenen vindt gezichtsherkenning plaats en hoe werkt het?
In de gyrus fusiformis in de temporaalkwab.
–> bij autisme is dit deel aangedaan
Is bij geboorte al getuned op 3 stippen; ogen en mond, en wordt rest van leven getraind op gezichten.
Verwachtingen spelen een belangrijke rol bij het bol/ hol zien waardoor bij een gekke lichtinval je het hoofd toch altijd bol ziet.
Waar in het oog zie je niet wat er wel is?
Alles wat op de blinde vlek valt –> hier zitten geen ganglioncellen dus kan je niet waarnemen
Wat kan men scherp en in kleur waarnemen?
Alles wat op de fovea valt. Toch heb je het gevoel heel de omgeving in kleur te zien maar dit komt voornamelijk door geheugenprocessen omdat de hersenen er vanuit gaan dat de wereld “stabiel” is.
Wat is het verschil tussen een hallucinatie en een illusie?
Hallucinaties ontstaan zonder externe sensorische prikkels terwijl dit voor illusies wel nodig is.
Welke 3 testen kan je doen bij schizofrenen waarbij zij anders reageren dan gezonde patienten?
- GIT closure test
= meet organiserend vermogen - Continuous Performance test
= meet lange termijn aandacht - Stroop test
= meet korte termijn aandacht en structurerend vermogen
Wat is de GIT closure test?
Iemand krijgt zwart/wit plaatjes te zien waarvan delen zijn weggelaten. Is dan de bedoeling om te zeggen wat erop staat.
–> correctie voor leeftijd, intelligentie en geslacht
Wat is de continuous performance test?
Op een beeldscherm worden achtereenvolgens cijfers geflitst. Als er een 3 komt en daarna een 7 moet de pt op de spatiebalk drukken.
–> een schizofreen zal moeite hebben met de aandacht bij de taak te houden
Wat is de stroop test?
Op scherm verschijnen opeenvolgende woorden. Deze woorden kunnen 3 verschillende kleuren hebben. Doel is om zsm de kleur van het woord aan te geven.
Facilitie = beslisproces is specifiek gebaat bij congruentie tussen 2 bronnen
Interferentie = proces heeft juist hinder als 2 bronnen niet gelijk zijn.
–> in beide gevallen zullen gelijke aanbiedingen sneller en beter gaan dan ongelijke aanbiedingen